Direct naar inhoud

Irritatie omdat het moet

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 7 november 2022

Wat de meeste mensen niet van mij kunnen raden is dat ik ooit beroepspianist wilde worden. Toch ben ik in al die jaren dat ik in Nederland woon helaas maar één keer in het Concertgebouw geweest, overigens voor een uitvoering van Bartok, die ik verliet tijdens de pauze om een hapje tegenover te gaan eten. Qua muzieksmaak ben ik helaas vrij eenkennig. Ik brak op mijn negentiende mijn pink en ondanks de vele medische pogingen is het nooit meer gelukt om de juiste spreiding van mijn hand te bereiken, wat onhandig bleek in de laatste maanden vóór het toelatingsexamen voor het conservatorium. Maar ik zie mezelf wel als een kenner en genieter van de schone kunsten. Ik kan uren voor een schilderij blijven staan en tot tranen geroerd zijn door een gedicht van Baudelaire of La tempête van Beethoven.

Mijn eerste reactie op de acties van de klimaatactivisten van de afgelopen weken was er één van irritatie. Sowieso hebben die activisten al jaren een vreemde uitwerking op mij. Ik vind ze wat weg hebben van Jehova’s getuigen die je op straat zien zoenen en dan de bijbel in de lucht houden met de verkondiging dat de Heer je binnenkort komt redden. Sterker nog, in de lijst van mensen die ik ooit heb geblokkeerd op Twitter staan vooral mensen die ergens radicaal vóór of tegen zijn, inclusief klimaatactivisten.

Laetitia Ouillet. (Foto: LO)

Dit naar aanleiding van de (naar mijn idee) overdreven reacties op uiteenlopende berichten waarin ik aangaf te denken dat wij kernenergie misschien toch nodig gaan hebben of waarin ik vertelde hoe ingewikkeld het is om energiebesparingsmaatregelen te financieren in een Vereniging van Eigenaren. “Het bancaire systeem deugde niet, wij werden voorgelogen, wij moesten de fase van minderen overslaan en overgaan op een volledig ander systeem”. Dat wekt bij mij weerstand en verontwaardiging: ik ben toch goed bezig? Ik werk toch elke dag aan de energietransitie? Maar deze mensen willen geen transitie, ze willen één grote aardverschuiving naar een ander systeem. Eén van bewuste burgers, dringende inperking van alle uitstotende activiteiten, sluiting van bepaalde industrieën, beperking van internationaal vervoer en van een volledig veganistisch leven.

Mijn man heeft ook zo’n vriend die al zijn vrije tijd stopt in het nadenken over een nieuwe Grondwet. Ik wil helemaal geen nieuwe grondwet, ik wil geen ontwrichting. Ik ben gehecht aan mijn leven zoals het is, het allerliefst ging ik nog elke zomer op vakantie naar het dorpje in de Jura waar mijn oma een huis had. Dus wat persoonlijkheid betreft bevalt mij het idee van een transitie wel. Eentje waar je eens in de zoveel tijd terugdenkt aan de tijd dat het op straat stonk naar de uitlaatgassen van auto’s en dat ons grootste -toen onoverkomelijke- probleem de zure regen was. Verbeteringen die langzaam maar zeker zijn doorgevoerd en waar ieders leven een stukje mooier, schoner en gezonder van geworden is.

Zo heb ik gewacht met de aanschaf van een elektrisch auto tot je niet alleen tot je schoonmoeder kon rijden maar ook zonder laden weer terugkwam. Ben ik vlees min of meer gaan verbannen toen de vega-hamburgers niet naar oude zolen smaakten en heb ik recentelijk eieren de rug toegekeerd nu je een cholesterolvrije alternatief kan vinden. Ik verwelkom vooruitgang, maar vind het fijn dat ik voor alles tijd krijg om eraan te wennen.

En toch groeit er parallel, in mijn werkleven, een ongelofelijke hunkering naar snelheid. Zo weet ik nog goed dat ik in 2016 al een voorstel uitgewerkte om warmtenetten in publieke handen te krijgen. Om veel meer naar een Deens model toe te gaan. Ik was zelfs in 2015 naar Denemarken gegaan op studiereis met mensen van de Rotterdamse haven. Maar ondertussen kunnen wij vaststellen dat de serie ‘Warmtewet’ ondertussen meer seizoenen heeft gehad dan ‘The Crown’ op Netflix. Inwerkingtreding in 2024, zeven jaar overgangsperiode, nog jaren doorexploiteren tot het eigendom helemaal overgaat. Alles. Duurt. Lang.

Toen Nu.nl belde voor een artikel over of er een duurzame sprint mogelijk was komende jaren om alsnog sneller in duurzame energie te investeren was mijn antwoord kort en bondig: “Nee”. Nee omdat procedures hier niet voor gemaakt zijn. Nee omdat inspraak Bijbelse proporties heeft gekregen. Nee omdat iedereen naar de rechter mag en gaat. Nee omdat als de rechter nee heeft gezegd iedereen naar de opperrechter mag en gaat. Nee omdat elke mier, vlinder, hagedis en vleermuis geteld moet worden. Nee omdat de woningwet, elektriciteitswet, gaswet, warmtewet, wet wind op zee, burgerlijke wetboek, wet natuurbeheer, enz. enz. het in de weg staan.

“Kijk naar wind op zee!”, werpen mensen mij voor de voeten. Dát gaat toch razendsnel! En het is ook zo, wind op zee zou waarschijnlijk niet makkelijk nog sneller kunnen. Maar de rest is wat mij betreft om te huilen. Als je heel eerlijk de boel aanschouwt, staat alles op slot, is iedereen ergens tegen en is de ene helft boos op de andere helft. Het marktmodel stelt ons voor een dilemma tussen leveringszekerheid en verduurzaming. De eenzijdige kant van consumentenbescherming heeft innovatieve samenwerkingsvormen voor investeringen achter de woningvoordeur vleugellam gemaakt. Start- en scale-ups vinden hun soelaas bij buitenlandse investeerders bij gebrek aan passende vormen van steun in Nederland. De industrie geeft al tien jaar aan in de “startblokken te staan”.

Net zoals dat wij massaal weer lekker in de auto zijn gaan zitten zodra de lockdowns waren opgeheven, is mijn voorspelling dat wij, zodra het weer enigszins te betalen is, lekker in de rij zullen gaan staan op Schiphol, de tank volgooien bij de pomp en stoken met het raam open. YOLO! Wij worden dag in dag uit met onze neus op de feiten gedrukt, we horen hoe de grote geopolitieke machten regelrecht tegenover elkaar staan, hoe we kwetsbaarder dan ooit zijn geworden door de groeiende afhankelijkheid van de “rest van de wereld waar wij geen grip op hebben” om ons de fossiele energie te leveren waarvan het maar niet lukt om van af te kicken. Ja, ik ben er helaas van overtuigd dat zodra wij uit de gevreesde winter ontwaken, wij collectief alles vergeten zullen zijn. Het is dan tenslotte weer tijd om aan de zomervakantie te denken.

De rapporten van het IEA en IPCC zeggen het al heel lang. Wij zijn al te laat. Los van het feit dat wij naïef zijn geweest als het ging om onze energievriendschappen en afbouw van wat wij hier hadden, hebben wij tegelijkertijd al die keuzes voor een radicalere aanpak steeds niet willen maken. De wereld zal niet van 1,5°C naar 2°C en van 2°C naar 2,5°C opwarmen. Nee we gaan van 1,5°C naar 3°C en dan naar 5°C. Delen van de wereld worden onbewoonbaar. Honderden miljoenen mensen op de vlucht. Tja, daar sta je dan, middenin je getemperde transitie, die je graag volgordelijk en kalm wilde doorlopen, in je eigen tempo.

Dus nee, van mij mogen de activisten nog even doorgaan, al spreken we niet altijd elkaars taal en zullen zij mij om allerlei redenen blijven irriteren. Ik denk ook niet dat wij vrienden zullen worden, ze zijn veel verder en radicaler dan ik in hun denken. Mocht ik ooit weer in het Concertgebouw gaan zitten, zie ik liever niet dat ze een uitvoering van Beethoven komen onderbreken, maar ik kom graag een keertje vegan pannenkoeken en thee brengen als ze weer eens voor één van de banken gaan liggen. Want de vraag die wij voor onszelf moeten zien te beantwoorden is of het klimaat het meest baat heeft bij COP 27 of bij de onruststokende radicale wereldveranderaars die vóór de privéjets gaan liggen die daarheen willen vliegen.