Direct naar inhoud

Liever 17 miljoen vijanden dan één onterechte vriend

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 27 februari 2023

Het is 21 maart 2018, een woensdag en toen toevallig ook mijn vaste vrije dag. De kinderen komen zo thuis van school. Ik zit in de woonkamer koffie te drinken wanneer ik een vreemd geluid in de keuken hoor. Alsof er katten daar met elkaar in gevecht zijn, maar ik heb slechts één kat dus kan dat het niet zijn. Of misschien is een vreemde kat de keuken in geslopen via het kattenluik die ik nu moet wegjagen. Niets had mij kunnen voorbereiden op wat ik daar aantref. Ons houten aanrecht is doormidden, in de lengte. Als ik door de scheur kijk, zie ik gebroken vloertegels en de houten balken daaronder. Ook gescheurd. Mijn man is voor zijn werk in Londen, ik bel hem met Whatsapp zodat ik gelijk de beelden kan laten zien van de ravage. “Waar kijk ik naar?”, vraagt hij geïrriteerd. Hij gelooft mij niet.

Wat volgt is een slopende rollercoaster langs aannemers, grondonderzoeksbedrijven, de gemeente, het waterschap, de verzekering, de advocaat en vooral avonden lang googelen en rekenen. Want waar wij eerst dachten dat het mee zou vallen, blijkt snel dat niets minder waar is. Lang verhaal kort: sinds een jaar was er aan de overkant van het kanaal(tje) een nieuwbouwproject in aanbouw waar voor geheid is en water opgepompt waar het niet mocht. Boete, artikel in de krant en aannemer failliet. De hele situatie blijkt het grondwaterpeil te hebben verstoord en het water heeft het zand onder onze fundering weggespoeld.

Laetitia Ouillet. (Foto: LO)

Het is foute boel. 9 oktober beginnen de versterkingswerkzaamheden. Keuken, tuin, woonkamer, toilet: alles wordt gesloopt. Er moeten zeventien funderingspalen van vijf meter de grond in geboord worden. Een onwaarschijnlijk duur project waar wij niet voor gespaard hadden. We blijken er wonder boven wonder voor verzekerd te zijn en krijgen ongeveer 85% van het bedrag uitgekeerd. Omdat wij tot voor kort dachten dat wij het hele bedrag zelf moesten betalen, hebben wij meteen een krabbel gezet onder het aanbod. Het bedrag kwam overeen met het “in oorspronkelijke staat herstellen van het huis”. Dat je na het storten van 50 centimeter beton over de palen toch echt vloerverwarming moest leggen om niet nog jaren van de kou te bibberen in de kamer mocht niet meetellen. Maar ik zei het al: de opluchting was zo groot dat wij ook met 70% akkoord zouden zijn gegaan. Dan maar het spaargeld opmaken.

Waarom ik jullie dit verhaal vertel? Ik denk dat het helder is. Ik kan mij door deze ervaring heel goed inleven in de situatie van de gedupeerden in Groningen. De stress, de avonden lang met papierwerk in de weer, de wachtmuziekjes van de verzekeraars, de grote scheuren in de muren en het stucwerk dat elke keer dat je de deur iets te boos dichtslaat van het plafonds afbrokkelt. Sterker nog: het verzekeringsgeld dekte bij ons amper de werkzaamheden beneden. Het huis is nu weliswaar het meest stabiele huis van de wijk maar het stucwerk boven moet zes jaar naar dato nog steeds gebeuren.

Het pijnlijke verschil is dat ik binnen één jaar weer in mijn stabiele, opgeknapte, vers gestucte woonkamer zat met een verhaal dat het altijd goed doet bij verjaardagen. Terwijl de Groningers al meer dan tien (?) jaar wachten. Ik snap dat echt niet. Waarom zitten mensen nog niet in hun stabiele, opgeknapte, vers gestucte woonkamer? Tot de dag van vandaag hebben vele Groningers te maken met een aaneenschakeling van onderzoeken waar zij overigens nul invloed op of inzage in hebben en waarmee het Instituut Mijnbouwschade Groningen alsmaar bezig is om voor elke scheur na te gaan of het komt door regenval, een keer met de trekker te dicht bij de muur draaien of toch wel echt door mijnbouw. Niet zo gek dat er in het jaarverslag van het instituut staat: “In 2021 hebben we voor elke euro aan verleende vergoeding voor fysiek schade €0,74 aan kosten gemaakt.”

Hetzelfde verhaal klinkt overigens als je met mensen spreekt die met het andere loket in Groningen in gesprek zijn, namelijk de Nationaal Coördinator Groningen voor Sloop&Nieuwbouw. Zo hoorde ik een maand of zes geleden iemand vertellen dat hij nu €25.000 tekort komt in het compensatievoorstel van de overheid omdat je, als je nu nieuw bouwt, aardgasvrij moet bouwen en dus duurder uit bent qua installatie (warmtepomp, zonnepanelen en balansventilatie bijvoorbeeld). Hij heeft toevallig niet die €25.000 op de bank en kan dus zijn nieuwbouwproject niet rondkrijgen met het voorgestelde bedrag. Logisch toch als overheid om mensen genoeg geld te geven om een huis te bouwen dat voldoet aan de eisen die jij als overheid stelt aan nieuwbouwhuizen? Nee, niet logisch. Ingewikkeld. Pijnlijk. Bureaucratisch. Onmogelijk. Kafkaësk.

Ik las in voorbereiding op de tweede aflevering van Voetnoten twee rapporten over de rechtvaardigheid van de energietransitie en van het klimaatbeleid. Één van de ombudsman en één van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid. Eigenlijk is het mij een raadsel waarom deze laatste niet breed in de krant heeft gestaan en nu niet de focus vormt van de campagnes van de verschillende partijen richting de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Om het debat op een iets hoger niveau te brengen dan het gekrakeel over de “linkse wolk” en het “rechtse tuig”, zeg maar.

De WRR kijkt naar verschillende onderdelen van het klimaatbeleid. Van mitigatiemaatregelen (SDE++, ISDE) tot aan compensatie bij overstromingschade als gevolg van klimaatverandering. Voor wie geen zin heeft in de 188 bladzijdes volgt hier een korte samenvatting: het is over het algemeen niet rechtvaardig.

Één passage is in het Groningen-dossier vooral interessant: “De rechtvaardigheid van de procedure wordt dan een indicatie voor de rechtvaardigheid van de uitkomst. Je zou daarom de stelling kunnen verdedigen dat in situaties waarin er geen eenduidige, algemeen aanvaarde maatstaven voor verdeling zijn, procedurele rechtvaardigheid een belangrijke voorwaarde is voor een rechtvaardige verdeling.”

Nergens in het rapport staat dat er vooral gezorgd moet worden dat niemand in het getroffen gebied een cent teveel krijgt. Er staat niet dat het onrechtvaardig is als iemand die net over de grens van het getroffen gebied woont en kan aantonen dat hij/zij last heeft van mijnbouwschade, dat je als directeur van het IMG voor verhoor naar het politiebureau gesleept zal worden, of voor een tribunaal moet verschijnen voor het uitkeren van €200.000 aan een boerderij die tien meter van de door jezelf bedachte grens staat. Er staat niet dat de boze mensen met de brandende fakkels voor je deur komen te staan als je iemand €20.000 euro extra hebt uitgekeerd om zijn/haar huis aardgasvrij te bouwen volgens de voorschriften. Waar komt toch die verlammende angst vandaan om per ongeluk een euro te veel te betalen?

En denk niet dat er geleerd is van de situatie in Groningen, deze verlammende angst verspreidt zich als een virus. Denk aan de netwerkbedrijven die niet vooruit mochten investeren voor het geval er een trafohuisje teveel zou staan in midden Drenthe in 2027. Maar denk ook aan de “Specifieke Uitkering energiearmoede” waar de gemeente weliswaar veel ruimte krijgt om zelf te bepalen hoe zij het geld moet inzetten maar vervolgens ongeveer een zesde van het bedrag kwijt is aan projectmanagement en verantwoording via de ‘single information single audit’-systematiek op de jaarrekening van de gemeente waar de accountant ook nog eens een fiat voor moet geven. Om te zwijgen over de staatssteunregels natuurlijk. Want als je een huurder te veel helpt dan wordt dat snel gezien als een verkapte subsidie voor de woningcorporatie. Stel je nou eens voor dat je iemand anders’ zijn arme huurder een stapje teveel zou helpen met zijn tochtwoning en torenhoge rekening.

De consequentie is dat de overheid door haar angst om één iemand onterecht te compenseren er keer op keer in slaagt om 17 mln mensen ervan te overtuigen dat zij te maken hebben met een onbetrouwbare, onrechtvaardige overheid die duikt voor de eigen verantwoordelijkheid en je met je boerderij in ’t Zandt of Kolham tien jaar lang van het kastje naar de muur blijft slingeren.