Direct naar inhoud

Energeia Energy Perspective: warmtelessen uit Denemarken

Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 16 juni 2019

Nieuwe warmtenetten zijn een cruciale schakel in de plannen voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Maar hoe moeten we dat aanpakken? In Denemarken zijn ze al verder. Daar levert fijnmazig netwerk van 66.000 kilometer aan pijpleidingen warmte aan ruim anderhalf miljoen huishoudens. Bij de allereerste bijeenkomst van de Energeia Energy Perspective, 29 mei in Amsterdam, onderzochten de sprekers, redacteuren en deelnemers samen: wat kunnen we van de Denen leren?

“Mijn belangrijkste advies is: wees transparant in alles wat je doet”, zegt Bjørk Paamand Olsen, directeur bij Holte Fjernvarme, een coöperatief warmtebedrijf ten noorden van Kopenhagen. Maak inzichtelijk hoe je inkomsten zijn opgebouwd, waar je als bedrijf kosten maakt. Alleen op die manier, zo zegt ze, krijg je voldoende draagvlak voor de uitrol van je net.

Bjørk Paamand Olsen, CEO van het Deense warmtebedrijf Holte Fjernvarme, sprak eind mei op de bijeenkomst Energeia Energy Perspective. (Foto: Sander Nieuwenhuys)

“Warmtenetten hebben we al meer dan honderd jaar in Denemarken,” zei ze. “Het eerste warmtenet werd aangelegd in 1903 van een afvalverbrandingsinstallatie naar een ziekenhuis.” In de jaren ’70 volgde, als antwoord op de oliecrisis, de Deense warmtewet die voorschreef vrijkomende warmte van elektriciteitscentrales niet onbenut te laten, maar nuttig aan te wenden in woningen en andere gebouwen.

Twee dagen na de bijeenkomst van Energeia Energy Perspective fuseerde Holte Fjernvarme met het noordelijker gelegen Norfors. Redenen zijn onder meer, zegt Paamand Olsen, om schaalvoordelen te behalen. Zo heeft Norfors nu de mogelijkheid om meer afvalwarmte naar het zuiden te sturen naar klanten van Holte. “Dit is een trend. Het aantal warmtebedrijven in Denemarken neemt af.”

Deense aansluitplicht geschrapt

Desalniettemin zijn het er nog een paar honderd. Zij zien zich de komende jaren gesteld voor twee grote uitdagingen. Ten eerste moet in 2035 alle warmte op duurzame wijze zijn opgewekt, tegen bijna 50% nu. De andere uitdaging is een aanpassing in de wet. Woningen in gebieden waar een warmtenet was voorzien, kregen voorheen verplicht een warmteaansluiting. Die verplichting is vanaf dit jaar vervallen. “We zullen nog professionelere moeten opereren en meer dan vroeger ervoor zorgen dat stadswarmte het goedkoopste alternatief is”, aldus Paamand Olsen.

Max Brouwer, transitieversneller bij Talent voor Transitie: “Ook in Nederland zullen we kunst van het verleiden moeten leren.” (Foto: Sander Nieuwenhuys)

De consument moet dus overtuigd worden in Denemarken. En daarin is de Nederlandse situatie gelijk, zei Max Brouwer, die als transitieversneller bij Talent voor Transitie onder meer werd ingeschakeld door provincie Zuid-Holland voor een studie aan energietransitie-rekenmodellen, die buurt voor buurt berekenen wat de meest kosteneffectieve techniek (stadswarmte of all-electric) is. Brouwer vergeleek in zijn presentatie de Nederlandse en de Deense situatie met elkaar. De kans dat in Nederland een aansluitplicht wordt ingesteld, achtte Brouwer niet erg groot. “Het is nog afwachten wat er precies over wordt gezegd in het Nationale Energieakkoord en de Warmtewet 2.0”, zei hij. “Dus ook in Nederland zullen we kunst van het verleiden moeten leren.”

Gemeenten aan zet met Transitievisies Warmte

Net als in Denemarken al vanaf 1979 zijn in Nederland gemeenten de komende tijd aan zet om Transitievisies Warmte te ontwikkelen, met daarin per wijk het gewenste warmteconcept. Brouwer: “Nederlandse woningen zijn niet goed vergelijkbaar met Deense. In Denemarken komt de aansluiting in de regel binnen via de kelder. In Nederland is dat -vanwege het geringe aantal kelders- nogal een uitdaging.”

De deelnemers aan de Energeia Energy Perspective werd gevraagd mee te denken over de mogelijkheden van warmtenetten in Nederland. Terwijl ze genoten van Hollandse asperges met groene humus, hazelnoot, kwartelei en kruidensla, werd ze de vraag gesteld: hoe zou u het vinden als u een aansluiting op het warmtenet zou krijgen? De twijfelende reacties maakten duidelijk dat draagvlak geen gegeven is in de warmtetransitie.

Astrid Madsen, strategisch adviseur energietransitie bij gemeente Rotterdam: “We kunnen dit niet aan marktpartijen alleen over laten. Die krijgen deze klus niet voor elkaar.” (Foto: Sander Nieuwenhuys)

De laatste spreker van de avond was Astrid Madsen. Zij is strategisch adviseur energietransitie bij de gemeente Rotterdam. Transparantie, zo zei ze, is niet alleen van belang voor consumenten. Ook gemeenten worstelen met tal van onzekerheden rond warmtenetten en warmtebedrijven die hen rond tarieven en business cases in het duister laten tasten moeten hierop aangesproken worden.

Wachten op Warmtewet

De opgave in Rotterdam liegt er niet om, schetste Madsen. De komende jaren moeten er ieder jaar 8.000 woningen op het warmtenet worden aangesloten, dat daarmee jaarlijks 40 kilometer in lengte zal moeten groeien. En makkelijk zal het niet zijn. “Wat als een deel van de wijk niet mee doet, waardoor de kosten te veel stijgen?”, zo lichtte ze een van de vele pijnpunten uit. “Of wat als je verschillende aansluittarieven per wijk krijgt?”

Helder voor Madsen was wel: “We kunnen dit niet aan marktpartijen alleen over laten. Die krijgen deze klus niet voor elkaar.” De regie moet echt bij overheidspartijen liggen. Maar ook daar is nog veel onzekerheid. “Zolang de nieuwe warmtewet er niet is, varen we feitelijk blind.”

Blind varen. Dat moet eigenlijk altijd, want niemand kan de toekomst voorspellen. Nieuwsbureau Energeia is met Energy Perspective gestart om samen met de beslissers in de sector in ieder geval het heden te begrijpen. Met elkaar werken aan waarheidsvinding en het scheiden van feit en opinie -hierbij nog eens geholpen door de fact checkers van TNO. Om op die manier tóch vertrouwen te krijgen in de gekozen koers. Eén van de deelnemers aan de avond gaf dit misschien wel het beste weer: “I am still confused, but now at a much higher level.

Remco de Boer leidde de avond. (Foto: Sander Nieuwenhuys)