Direct naar inhoud

‘Nieuwe wet zet ontwikkeling warmtemarkt vast’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 21 april 2020

De nieuwe Warmtewet die minister Wiebes maakt, dreigt ontwikkeling van de warmtemarkt tegen te houden. Er is alleen ruimte voor integrale warmtebedrijven en daardoor stokt innovatie in de sector. Dat stelt branchevereniging Netbeheer Nederland deze dinsdag.

Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) bereidt op dit moment de nieuwe Warmtewet voor, en stuurt die binnenkort aan de Tweede Kamer. De nieuwe wet moet obstakels wegnemen, zodat mensen zich -eerder- aan willen laten sluiten op een stadswarmtenet en er meer warmtenetten worden aangelegd.

Wiebes heeft eind december al wel enkele contouren van de nieuw wet openbaar gemaakt, en sindsdien discussiëren partijen over de vraag of dit nou de wet is die bijdraagt aan de transitie naar een duurzame warmtevoorziening. Eén van die partijen is branchevereniging Netbeheer Nederland, dat deze dinsdag zijn oproep onderstreept met een onderzoek: ‘Regulering van de Nederlandse warmtevoorziening’, door adviesbureaus SEO en Ecorys.

Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD). (Foto: Hollandse Hoogte / Peter Hilz)

Netbeheer Nederland had gehoopt dat meer partijen een rol kunnen spelen in de toekomstige warmtemarkt, maar ziet dat in deze nieuwe Warmtewet niet terug. “De optie voor verschillende marktmodellen moet opengehouden worden, alleen integrale warmtebedrijven toestaan is slecht voor ontwikkeling van de markt”, zegt CTO David Peters van Stedin Groep.

Op dit moment zijn er maar een paar warmtebedrijven, zoals Ennatuurlijk en Vattenfall, in de sector die warmtenetten bezitten. Zij zijn verantwoordelijk voor productie, distributie en levering van warmte aan klanten. De warmtebedrijven hebben een monopoliepositie. Anders dan op de gas- en elektriciteitsmarkt kan een klant niet overstappen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht en reguleert het warmtetarief om publieke belangen te beschermen. Minister Wiebes ziet heil in dit integrale marktmodel, omdat splitsing van taken tot meer kosten zou kunnen leiden. Maar een open warmtemarkt bevordert volgens Netbeheer Nederland het draagvlak om over te stappen van een aardgas- naar een stadswarmteaansluiting.

Energiedemocratie

Ook hoogleraar Toezicht en Regulering, Saskia Lavrijssen en promovenda Blanka Vitez (beiden Tilburg University) publiceerden afgelopen maand een onderzoek met een soortgelijke conclusie over de Nederlandse warmtemarkt. “Hoe worden energiedemocratie en energierechtvaardigheid gewaarborgd? Burgers willen iets te zeggen hebben over hun eigen energievoorziening, en hoe kan iedereen meedoen als Nederland een energietransitie doormaakt. Daar moet bij het maken van een nieuwe Warmtewet aandacht aan worden gegeven”, zegt Lavrijssen.

Lavrijssen legt uit: “Wat als de kosten voor een duurzaam alternatief voor aardgas aanzienlijk verschillen per regio? Socialiseer je dat dan of accepteer je verschillende kosten, en tot welk niveau? Dat zijn zaken waar politiek keuzes over gemaakt moeten worden.”

Onderzoek

Volgens Netbeheer Nederland moet de minister oppassen voor een “one size fits all”-markt, waarbij innovatie in de warmtemarkt niet van de grond komt. In het rapport staat dat de markt zich zal ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid en dat er laag- en middentemperatuurwarmtenetten bijkomen. Nu liggen er in Nederland vooral hoogtemperatuurwarmtenetten met een conventionele warmtebron, zoals restwarmte uit afvalverbranding. “Het is lastig om laagtemperatuurbronnen aan te sluiten op een warmtenet als er alleen een integraal marktmodel is. Ook burgerinitiatieven komen dan niet van de grond”, zegt Peters. Een initiatief voor een klein buurtnet kan dan bijvoorbeeld moeilijk opboksen tegen een afvalenergiebedrijf.

Ook netwerkbedrijven kunnen de distributie van warmte op zich nemen, meent de brancheorganisatie. Hierdoor krijgt de warmtemarkt meer trekjes van de open gas- en elektriciteitsmarkt, waar netbeheerders een onafhankelijke rol spelen in het onderhoud van het net. Netbeheer Nederland schrijft in een persbericht: “De minister van EZK lijkt voornemens om warmtebedrijven verplicht integraal verantwoordelijk te maken voor de gehele keten van de warmtevoorziening […] Als de warmtewet inderdaad die richting opgaat, dan worden andere marktmodellen eigenlijk verboden en wordt innovatie niet gestimuleerd.”

Ook Lavrijssen is daar bang voor. “De wet moet wel voldoende ruimte bieden voor initiatieven van burgers. Als je de Warmtewet moderniseert dan zou je een open infrastructuur zwaarder mee moeten wegen”.

Meer critici

Al langer maken experts en belangenorganisaties zich sterk voor een niet-integrale warmtemarkt. Zo waarschuwden onderzoekers Annelies Huygen en Sanne Akerboom van de Universiteit Utrecht vorige week ook voor te weinig mogelijkheid voor innovatie in de nieuwe Warmtewet.

Ook in de Tweede Kamer lijken niet alle partijen het eens met minister Wiebes om vast te houden aan integrale warmtebedrijven. De VVD, D66 en GroenLinks stelden in het laatste debat hierover kritische vragen of er geen einddatum gesteld kan worden aan de monopoliepositie van warmtebedrijven.

Wiebes is voorlopig tegen, omdat hij denkt dat splitsing van taken juist kan leiden tot meer kosten en uiteindelijk een hogere warmterekening. Ook verzekert een integraal marktmodel warmtebedrijven van inkomsten, waardoor zij sneller geneigd zijn in nieuwe warmtenetten te investeren. De publieke belangen worden gewaarborgd doordat de ACM toezicht houdt, meent de ministerie. De ACM krijgt in de nieuwe Warmtewet een nog grotere rol. De toezichthouder adviseerde de minister onlangs geen rol op te nemen voor netbeheerders in de integrale warmtevoorziening.