Direct naar inhoud

Aardgas wint aan populariteit ten koste van biomassa

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 16 juni 2020

Biomassa wordt in de energiesector gezien als noodzakelijke transitiebrandstof naar een duurzame warmtevoorziening. Daarnaast is biomassa nodig om op korte termijn klimaatdoelstellingen te halen. Toch roepen belangrijke partijen zoals D66, ChristenUnie, Urgenda en de commissie-Remkes op te stoppen met subsidie voor nieuwe biomassacentrales, ook als dat tot gevolg heeft dat aardgas langer gebruikt moet worden. Het is een roep die steeds luider klinkt en met argusogen gevolgd wordt door de sector.

De discussie over de duurzaamheid van biomassa is er een die telkens weer oplaait. Vorige week was het het Adviescollege Stikstofproblematiek, onder leiding van oud-minister Johan Remkes (VVD), die er opnieuw een zwaai aan gaf. Eén zin in het nieuwe rapport van het college liet zien dat het Adviescollege wat betreft CO₂-reductie geen oplossing ziet in gebruik van biomassa. Biomassa wordt namelijk “ten onrechte als CO₂-neutraal meegeteld”, aldus het rapport. Daarop volgde een oproep van ChristenUnie en D66 om de subsidiëring van houtachtige biomassa voor nieuwe centrales voor warmte-opwek af te bouwen en uiterlijk in 2025 te stoppen. Ook voorzitter van Urgenda, Marjan Minnesma, sluit zich hierbij aan, zo zei ze op Radio 1 afgelopen maandag.

Een biowarmte-installatie van Eneco is in oktober geopend in Utrecht. Een tweede wordt in 2020 opgeleverd. (Foto: Eneco)

Minnesma zag biomassa eerder wel als duurzame brandstof, zo zei zij in het radiogesprek, maar ze heeft haar mening bijgesteld. Er zijn dusdanig veel centrales gepland, dat het gebruik van reststromen van hout niet meer gegarandeerd kan worden. Voor haar is het verbranden van houtige biomassa inmiddels minder goed voor het reduceren van CO₂ dan het verbranden van aardgas. Dat is een mening die Remkes deelt. “Persoonlijk zie ik het langer gebruiken van aardgas niet als het grootste probleem van de wereld”, zegt hij in antwoord op de vraag van Energeia over het alternatief voor biomassa.

Weinig alternatieven

Want zoveel alternatieven voor biomassa zijn er niet om op korte termijn duurzame klimaatdoelstellingen te halen. Het is relatief simpel om een biomassacentrale te plaatsen en inclusief SDE+-subsidie rekent een nieuwe centrale zich al snel rond. Zeker voor de opwek van warmte is er niet snel een andere bron te vinden die dezelfde hoge temperatuur haalt. Geothermie is minder ver ontwikkeld en duurder. Groene waterstof staat nog in de kinderschoenen. Biomassa wordt daarom gezien als noodzakelijke transitiebrandstof, totdat de andere technieken verder zijn.

Energiebedrijf Vattenfall beaamt dat. “Ons is gevraagd om bij te dragen aan duurzame doelstellingen en op dit moment is biomassa, voor ons, daarin de enige bron voor warmte die op korte termijn bijdraagt”, zegt woordvoerder Anouk IJfs. Vattenfall is bouwer van één van de nieuwste en grootste biomassacentrales in Diemen (120 MW). De centrale moet de warmte-opwek uit een aardgasgestookte centrale vervangen voor verduurzaming van het stadswarmtenet in de regio Amsterdam. Tegen de komst van de centrale bestaat veel verzet. “Wij zien de weerstand ook groeien en vragen ons af welke gevolgen een oproep van D66 en ChristenUnie heeft.”

Volgens Energie-Nederland is “het jammer en teleurstellend” dat aardgas nu aan populariteit wint ten koste van biomassa. “Bij zorgvuldig gebruik van biomassa is er wel degelijk sprake van een energievoorziening zonder CO₂-uitstoot: wat uit de schoorsteen komt, is dan elders gecompenseerd en het totaal komt op nul uit. Dat is bij aardgas niet zo.”

Motie

Een motie van de ChristenUnie en D66 over het stoppen met subsidie voor nieuwe biomassacentrales is deze dinsdag aangehouden. Volgens de woordvoerder van D66 hebben de twee partijen vertrouwen dat minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) de subsidie voor biomassa afbouwt, omdat hij dat vorige week in een Kamerdebat zei. Desalniettemin is er de afgelopen jaren wel veel subsidie naar nieuwe biomassacentrales toegegaan. Volgens de cijfers van de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO) waren er in 2019 in totaal 124 aanvragen voor de bouw van biomassacentrales voor warmte en elektriciteit. In de voorjaarsronde van 2020, de laatste SDE+-ronde, waren er in deze categorie 29 aanvragen. Niet alle subsidievragen zullen gehonoreerd worden, maar toch staan er voor de komende jaren aardig wat nieuwe biomassacentrales op de planning.

Heeft een producent een vergunning en daarop een beschikking gekregen, dan moet het raar lopen wil de centrale er niet komen. Komt daarmee de oproep om te stoppen met het verbranden van biomassa en toch langer aardgas te gebruiken niet te laat? “Nee, juist te vroeg”, zegt directeur van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) Olof van der Gaag. “Geleidelijk aan zal biomassa steeds effectiever ingezet worden en alleen nog dienen als pieklast. Maar dat aardgas nu ineens wordt gezien als beter dan biomassa, vind ik een zeer zorgelijke trend die slecht is voor de energietransitie. Dan moeten we Russisch aardgas importeren en dat zorgt voor meer CO₂-uitstoot.”

Biomassaketelbranche

Herman Klein Teeselink is directeur van Host, één van de grote spelers op de Nederlandse en internationale markt voor de bouw van biomassaketels. In Nederland bouwt Host onder meer in Andijk en Duiven middelgrote biomassacentrales (20 MW). Volgens hem kan een nieuwe biomassacentrale uit vanwege de subsidie en de zekerheid dat er vraag is naar de warmte. De overheid heeft immers besloten dat huizen en kantoren van het aardgas afgaan. Als de subsidie stopt en het beleid verandert, dan kan Klein Teeselink wel inpakken. “Althans, in Nederland dan. In het buitenland is er ook nog vraag naar nieuwe centrales”, zegt hij nuchter. “Ik ben het wel gewend dat de politiek nogal grillig is.”

Klein Teeselink wordt vuriger als het gaat over de vraag of biomassa een duurzame brandstof is of niet. “Wat mij enorm stoort in deze discussie over biomassa is dat iedereen denkt dat wij bomen kappen om energie van te maken. Als je naar de marktprijzen kijkt, dan zie je al gelijk dat dat nergens op slaat. Hout is in eerste plaats kostbaar. De kostprijs van houtsnippers ligt rond €35 à €40 per ton, terwijl de kostprijs van planken meer dan €1.000 per ton is. Gekapte bomen gaan niet naar een versnipperingsbedrijf, maar naar houtzagerijen of naar de papierindustrie. De meeste biomassacentrales maken gebruik van reststromen, bos dat niet meer goed is en weggehaald wordt dat anders zou gaan rotten en ook CO₂ zou uitstoten . Op dit moment gaat sowieso nog 40% van de in Nederland geproduceerde biomassa naar het buitenland, dus er is echt nog plek voor nieuwe centrales.”

Warmtebedrijven

Ook energiebedrijven Ennatuurlijk en Eneco hameren op het maken van onderscheid tussen de ene en de andere biomassasoort. Ennatuurlijk heeft biomassacentrales door het hele land, waaronder in Apeldoorn, Eindhoven en Zevenaar. Eneco opende eind vorig jaar een 30 MW-installatie in Utrecht. Woordvoerder Kim Vogten, Eneco: “Wij vinden dat de brede discussie over biomassa teveel is gepolariseerd. Zo zijn reststromen van biomassa, mits ze geen andere hoogwaardige toepassingen verdringen, zoals voedsel, een prima manier om de warmtevoorziening te verduurzamen.” Beide bedrijven zeggen dat biomassa, mits aan voorwaarden gebonden, om die reden een betere optie is dan aardgas.

De grote vraag is nu hoe het kabinet reageert op de oproep van D66 en ChristenUnie om te stoppen met biomassa en op het adviesrapport van de commissie-Remkes. Vooralsnog zoekt minister Wiebes naar een middenweg, zo bleek tijdens het debat van vorige week. Hierin zei hij dat biomassa beter kan worden ingezet als grondstof in de industrie, maar dat nú stoppen met de subsidie voor het verbranden van biomassa grote vertraging zou betekenen voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Hierbij schaart hij zich nog altijd achter het gekozen beleid dat biomassa de voorkeur krijgt boven aardgas.