Direct naar inhoud

Kan de politiek de klimaat-uitdaging aan?

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 18 september 2020

Opinie | Op zeer veel vlakken werken allerlei partijen aan de verduurzaming van de energievoorziening, maar de CO₂-emissie daalt toch nog maar beperkt. Het ombuigen van ons massale energieverbruik is een megaproject, en het is de vraag of we die moeilijke klus wel in handen van de politiek moeten leggen, betoogt Jaap van der Velden.

Jaap van der Velden. (Foto: JVDV)

De politiek stelt de klimaatdoelen, maar de uitvoering daarvan was altijd onvoldoende en zal dat in de toekomst waarschijnlijk ook zijn. Recent voorbeeld is de CO₂-reductie die gedicteerd wordt Urgenda-vonnis en die waarschijnlijk niet gehaald wordt – of het moet zijn dan de economische teruggang door de coronacrisis het doel alsnog binnen bereik brengt. Net als dat de economische crisis van 2008 de belangrijkste reden was dat de Kyoto-afspraken uit 1997 werden gehaald. De Nederlandse bijdrage aan de Europese 2020-doelen moet in Denemarken worden gekocht. Diverse ambities uit het Energieakkoord bleken onhaalbaar.

Hoe komt dit?

De overheid stuurt op de uitvoering van het beleid. Dat kan op een liberale wijze door de markt te sturen. Bijvoorbeeld door aan alle energieaanbieders een CO₂-heffing op te leggen. De markt zoekt dan zelf naar een optimale inzet van CO₂-arme energievormen. De overheid kan eenvoudig een tijdspad maken waarmee de te verkopen rechten in de toekomst afnemen, tot 49% minder in 2030.

Een socialistische sturing is ook mogelijk, daarbij neemt de overheid de verantwoordelijkheid van de markt over en gaat zelf meer in de uitvoering. Bijvoorbeeld door een stadsverwarmingsnet aan te leggen. Om de hele energiemarkt in beweging te krijgen zal de overheid in dit beeld op heel veel vlakken activiteiten moeten gaan overnemen.

Met het Klimaatakkoord, en eerder met het Energieakkoord, zitten we tussen deze twee sturingsvormen in, met een soort harmoniemodel: de overheid en de markt doen het samen. Daarmee is onduidelijk wie er nu stuurt, en helemaal wie we kunnen aanspreken voor het niet realiseren van de doelen. Er gaat onvoldoende druk van dit model uit. In de regionale energiestrategieën maken de partners nu bijvoorbeeld mooie plannen voor CO₂-arme woonwijken, maar wie het mandaat heeft voor de uitvoering van die plannen is onduidelijk.

Hier komt nog bij dat er in de politiek een grote hang is naar eerlijkheid. Het is duidelijk dat een oneerlijke verdeling van de kosten en baten van de transitie het draagvlak ondermijnt. We moeten echter oppassen dat we daarin niet doorschieten. In Denemarken is het acceptabel dat de prijs van warmte in het ene warmtenet hoger is dan in het andere. In Nederland is dat wettelijk verboden. In Nederland is het wel acceptabel dat een huis in Amsterdam drie keer zoveel kost als een vergelijkbaar huis in Zeeland. Waarom zijn prijsverschillen voor energie dan onacceptabel?

Dit is een mindset die ons in de praktijk erg belemmert: bij alle opties kijkt de politiek eerst of het niet resulteert in ongelijke kosten. Zo ja, dan valt de optie af. Het wat minder fixeren op gelijke kosten creëert een hoop extra mogelijkheden. Dat blijkt voor de politiek echter zeer moeilijk.

Bovenstaande analyse van de uitvoering van de klimaatdoelen roept de vraag op of de politiek überhaupt wel is toegerust om de uitvoering van die doelen ter hand te nemen. De politiek dient kaders te stellen. We beheersen een groot aantal van bovenstaande problemen als we realisatie van de doelen van de Klimaatwet in handen leggen bij een orgaan dat buiten de politiek staat.

Voorbeelden waarbij dat heeft gewerkt zijn het Deltaplan en de uitvoering van de dijkverzwaring. Ook recent, bij de aanpak van de stikstofproblematiek is daarin een halve poging gedaan door de commissie Remkes te vragen welke maatregelen de politiek moet nemen. Het nieuwe orgaan moet dan wel bevoegdheid krijgen om de markt te sturen (liberale keuze) ofwel als semimarktpartij op te treden (socialistische keuze).

Jaap van der Velden is ruim 35 jaar werkzaam geweest op energiegebied. Eerst als adviseur aan het bedrijfsleven, later bij het midden-bestuur (provincie Brabant). Hij is nu met sabattical, daarna ligt de toekomst nog open. Zie ook de LinkedIn-pagina van de auteur voor een diepgaander analyse van het benodigd fundament voor het klimaatbeleid.