Direct naar inhoud

Een nationaal CO₂-reductiedoel schud je niet zomaar uit je mouw

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 3 februari 2021

Diederik Samsom, kabinetschef van klimaatcommissaris Timmermans, schudde vorige week een nationaal CO₂-reductiedoel van 52% uit zijn mouw. Maar het rapport van de Commissie Van Geest stelt dat er helemaal geen overkoepelend doel vast te stellen is.

Brussel heeft het doel voor verminderen van broeikasgasuitstoot in Europa verhoogd van 40% in 2030 naar 55%. In de Nederlandse Klimaatwet staat een streefdoel van 49%. De commissie Van Geest onderzocht wat het verhogen van het Europese doel betekent voor het Nederlandse beleid.

Niet vast te stellen

Over de Nederlandse Klimaatwet en het Nederlandse reductiedoel kwam de commissie tot de slotsom: “Welke reductie van de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen minimaal in 2030 moet worden bereikt op grond van de verplichtingen die op grond van de EU Klimaatwet voor Nederland gaan gelden, is niet vast te stellen.“

Stoomketels van USG in Geleen. (Foto: Marc Schols/USG)

Dat bijt met de uitspraak een dag eerder van Diederik Samsom, kabinetschef onder Eurocommissaris Frans Timmermans die belast is het met het klimaatbeleid. Die zei dat Nederland rond de 52% zou uitkomen, drie procentpunt hoger dan het huidige streefdoel van 49%. Hij maakte daarbij wel de kanttekening dat officiële cijfers en beleid pas in juni naar buiten zullen komen. Samsom deed zijn uitspraken in een keynote speech voor het verkiezingsdebat van de brancheverenigingen voor chemie VNCI en voor olie en raffinage VNPI.

Dit is hoe het zit: het Europese reductiedoel van 55% valt in verschillende delen uiteen. Een deel van de doelstelling moet worden behaald via het emissiehandelssysteem EU-ETS. Dat systeem bepaalt hoeveel CO₂ en andere broeikasgassen de energie-intensieve industrie in de Europese Unie mag uitstoten. Een (steeds kleiner) deel van die rechten wordt gratis uitgegeven, en de rest kunnen bedrijven kopen via veilingen en op een handelsmarkt. Naar alle waarschijnlijkheid wordt dat systeem aangescherpt. Maar dat systeem geldt voor heel Europa, en het is dus maar de vraag wat dat voor de industrie betekent die in Nederland is gevestigd.

Non-ETS en landbouw

Nadat is vastgesteld hoeveel reductie het EU-ETS moet opleveren, blijft er nog een deel te reduceren uitstoot over. Die reductie moet worden behaald in twee andere categorieën: non-ETS zoals transport en gebouwde omgeving, en de sectoren zoals landbouw en bosbouw. Die vallen onder respectievelijk de ESR en de Lulucf-regelgeving en daaruit volgen wel nationale doelen. Die doelen worden vastgesteld na onderhandeling tussen de lidstaten. En die onderhandeling kan pas na de zomer beginnen.

Pas als je die drie onbekenden weet zou je eventueel iets kunnen zeggen over een nationaal doel. Maar zelfs dan is het uiterst lastig, omdat het ETS-systeem Europa-breed geldt, en niet specifiek voor de Nederlandse industrie. Theoretisch zouden uiterst efficiënte fabrieken in Nederland juist heel veel kunnen blijven uitstoten, terwijl elders in Europa inefficiënte fabrieken sluiten. En dat zou nog steeds betekenen dat het ETS prima werkt, en dat de Europese doelen worden gehaald.

Inschatting

Dat het heel moeizaam is om een nationaal doel te destilleren op basis van drie variabelen erkent ook Brussel desgevraagd. Vanuit het kabinet van Timmermans zegt men over de 52% van Samsom: “Op dit moment worden nog verschillende analyses uitgevoerd en wordt er in nauwe samenwerking met de lidstaten aan een update van het referentiescenario in het model [sic, red.]. Het genoemde getal is een benadering. Het is puur een schatting en er zijn zoals gezegd nog belangrijke onzekerheden met betrekking tot de toekomstige reikwijdte van het ETS en de ESR. De schatting is echter ondersteunend aan de boodschap dat meer inzet nodig is de komende jaren.”

Dit alles gaat uit van de bestaande situatie van CO₂-reductiedoelen. Maar het is geen gegeven dat die situatie gelijk blijft. Het enige dat daadwerkelijk vast staat, is het Europese reductiedoel van 55%. In het rapport van de Commissie Van Geest (met de veelzeggende naam: Bestemming Parijs. Wegwijzer klimaatkeuzes 2030, 2050) worden ook andere opties genoemd. Brussel kan ervoor kiezen bepaalde non-ETS-sectoren zoals scheepvaart of luchtvaart of stadsverwarming ook in het ETS onder te brengen. Dat heeft dan weer gevolgen voor het vaststellen voor doelen voor landbouw en non-ETS-sectoren -die danig kunnen krimpen naarmate meer onder het ETS wordt gebracht. Daarover komt dus in juni meer duidelijkheid.