Direct naar inhoud

Jetten legt 55%-doel snel vast in Klimaatwet en werkt aan energieplan 2050

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 14 februari 2022

Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) verwacht in mei een eerste concrete uitwerking te presenteren van de klimaat- en energieplannen uit het coalitieakkoord. Ook wil hij de aangescherpte klimaatdoelen voor 2030 en 2050 dit voorjaar wettelijk vastleggen door aanpassingen in de Klimaatwet, komt er een Nationaal Plan Energiesysteem 2050 en een Actieplan Groene Banen om het personeelstekort in de energietransitie aan te pakken.

Dat schrijft Jetten in een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij uit de doeken doet hoe en wanneer de klimaat- en energieparagraaf uit het coalitieakkoord wordt omgezet in nieuw beleid en nieuwe wetgeving. De eerste concrete uitwerking van de maatregelen die half december zijn aangekondigd in het coalitieakkoord verwacht Jetten in mei aan de Kamer te sturen in de vorm van een beleidsprogramma Klimaat en Energie.

Emissiebudget

Dit beleidsprogramma “bouwt voort op het Klimaatakkoord en het coalitieakkoord” en zal bestaan uit een “samenhangend beleidspakket van subsidiëring, beprijzing en normering” per sector (elektriciteit, industrie, gebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw). Elke sector zal daarbij rekening moeten houden met een nog te bepalen maximale uitstoot in 2030. Voor de sectoren die niet onder het emissiehandelssysteem ETS vallen komt er ook een “emissiebudget” voor de hele periode, en dus niet alleen een “puntdoel” voor het jaar 2030. “In deze systematiek loont het dus om zo snel mogelijk emissiereducties te bewerkstelligen”, schrijft Jetten.

Ook wil Jetten de in het coalitieakkoord aangescherpte klimaatambities snel wettelijk vastleggen. Het CO₂-reductiedoel voor 2030 wordt verhoogd van 49% naar minimaal 55%, waarbij het kabinet streeft naar 60%. Het doel voor 2050 is niet langer 95% CO₂-reductie, maar volledige klimaatneutraliteit. Beide nieuwe doelen zal Jetten vastleggen via een aanpassing van de Klimaatwet; deze wetswijziging wil hij dit voorjaar aan de Kamer voorleggen. Mogelijk komen er ook wettelijk vastgelegde tussendoelen voor 2035 en 2040 in de Klimaatwet, maar hierover heeft het kabinet nog geen knoop doorgehakt.

Nationaal Plan Energiesysteem 2050

Behalve een aanscherping van het doel voor 2050 – van 95% emissiereductie naar klimaatneutraliteit – wil Jetten in deze kabinetsperiode ook werk gaan maken van de inrichting van het energiesysteem in 2050. Hij kondigde daartoe in december al aan een Nationaal Programma Energiesysteem (PES) te starten, vergelijkbaar met het Nationaal Programma Energiehoofdstructuur (PEH). Waar het PEH vooral gaat over de ruimtelijke ordening van grootschalige energie-infrastructuur, zal het in het PES gaan over de inhoudelijke keuzes voor het toekomstige energiesysteem.

Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, eind januari tijdens het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer. (Foto: Remko de Waal/ANP)

Het PES moet leiden tot een Nationaal Plan Energiesysteem 2050, iets waar het Actieteam Netcapaciteit recent nog nadrukkelijk om vroeg. “Een eerste opzet van het Nationaal Plan Energiesysteem 2050 met afwegingskader is voor de zomer voorzien”, schrijft Jetten. Ook zullen de netbeheerders een “quickscan” maken van “de gevolgen van het coalitieakkoord voor het energiesysteem”, die samen met de eerste versie van het nationale energieplan zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer.

Om “de grote verbouwing van Nederland” in goede banen te leiden, wil Jetten ook de “uitvoeringskracht” van het rijk, provincies en gemeenten versterken. Ook wil hij het overleg tussen verschillende overheden systematischer aanpakken. Er komt daartoe, onder voorzitterschap van Jetten, een Bestuurlijk Overleg Klimaat en Energie waarin Jetten, samen met andere ministers, structureel zal overleggen met provincies en gemeenten “om te komen tot bestuurlijke afspraken over de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid”.

Wetenschappelijke adviesraad en burgerfora

Verder wil Jetten de betrokkenheid van de wetenschap enerzijds en burgers anderzijds anders organiseren. Daartoe komt er een “onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad die het kabinet gevraagd en ongevraagd zal adviseren over het klimaatbeleid”. Over de samenstelling van deze adviesraad schrijft Jetten nog niets.

Daarnaast wil Jetten “een integrale visie op burgerbetrokkenheid bij de transitie”, waarvoor hij gebruik zal maken van de adviezen over burgerfora uit het rapport van de Adviescommissie Burgerbetrokkenheid onder leiding van oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer. Ook heeft Jetten aan TNO gevraagd “om op korte termijn de zorgen en aandachtspunten van burgers bij het klimaatbeleid in kaart te brengen”, en wil hij gedragsexperts vragen om te adviseren over de gevolgen van nieuw beleid voor het dagelijks leven van mensen. Voor de zomer verwacht Jetten meer duidelijkheid te geven over het betrekken van burgers bij de energietransitie.

Arbeidsmarkt

Een van de grote uitdagingen in de energietransitie, tot slot, is het tekort aan technisch personeel. Jetten wijst erop dat dit probleem zich niet eenvoudig zal laten oplossen en dat hier al aan wordt gewerkt binnen de Taakgroep Arbeidsmarkt en Scholing van het Klimaatakkoord en het Techniekpact. Toch wil hij kijken of er nog meer gedaan kan worden om mensen op te leiden en om te scholen: “De komende maanden wil ik in kaart brengen hoe we kunnen komen tot een stevige aanpak van het probleem. Dit wil ik laten landen in een Actieplan Groene Banen.” De eerste contouren van dit actieplan wil Jetten dit voorjaar tegelijk met het beleidsprogramma Klimaat en Energie aan de Kamer sturen.