Direct naar inhoud

Big Bang-concept voor warmtenet maakt van bestaande bouw weer nieuwbouwsituatie

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 13 mei 2022

Trek in één keer de hele straat open, vervang alle infrastructuur en laat bewoners tijdelijk elders wonen zodat met man en macht kan worden doorgewerkt. Dat is kort gezegd het concept van de ‘Big Bang’, dat voortkwam uit de Amsterdamse Warmtemotor. “Het gaat mij erom dat de wijk centraal staat”, zegt Jannis van Zanten, vanuit Vattenfall betrokken bij de Warmtemotor en één van de drijvende krachten achter het concept.

In 2050 moeten alle woningen in Nederland van het aardgas af zijn. Daarvoor zijn plannen ontwikkeld. In Amsterdam moeten honderdtienduizend bestaande woningen die op minder dan 200 meter afstand liggen van een warmtenet, op dat net worden aangesloten. Woningcorporaties en de warmtebedrijven Vattenfall en Westpoort Warmte sloten in de Amsterdamse Warmtemotor een overeenkomst om dat mogelijk te maken. De eerste tienduizend woningen in vier oude wijken met voornamelijk socialehuurwoningen moeten voor 2027 over zijn. Ondanks beschikbare subsidie blijft er een onrendabele top, en veel van de bewoners hebben een krappe beurs.

Amsterdamse Warmtemotor

De Amsterdamse Warmtemotor is een consortium van woningcorporaties, de gemeente Amsterdam en warmtebedrijven Vattenfall en Westpoort Warmte (inmiddels een 50-50 samenwerking van Vattenfall en de gemeente). De gemeente heeft €50 mln beschikbaar gesteld om de eerste tienduizend woningen voor 2027 van het aardgas af te halen en aan te sluiten op een warmtenet, of zo’n €5.000 per woning. Daarbovenop kunnen de corporaties subsidie krijgen uit de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH).

De eerste vier buurten zijn Hakfort/Huigenbos en K-buurt Midden in Zuidoost, en de Confuciusbuurt en Wildemanbuurt in Nieuw-West, omdat daar veel corporatiebezit is. Net als bij andere grootschalige renovatieprojecten moet 70% van de huurders instemmen met de plannen. Naast de genoemde financiering is er ook gemeentelijk geld om bewoners te helpen energiebesparende maatregelen te nemen als tochtstrips en radiatorfolie. Het traject om met de buurtbewoners en hun vertegenwoordigers te spreken gaat binnenkort van start.

Wegenbouw en spoor

“Ik merk dat iedereen vanuit zijn eigen positie naar dit verhaal kijkt en zegt ‘dit kan wel, dat kan niet’”, zegt Van Zanten. “Terwijl we juist naar elkaar toe moeten komen en bespreken hoe we het doel gaan bereiken.” Bestaande bouw is lastig; straten moeten open, woningen moeten worden aangepast, er ligt een spaghetti leidingen en kabels in de ondergrond. Nieuwbouw is wat dat betreft makkelijker. Van Zanten vraag zich af: hoe creëer je een nieuwbouw-situatie in een bestaande wijk?

Hij vond inspiratie bij de wegenbouw en het spoor, met name in het project om de A12 in negen dagen te herstellen en te verbeteren. Eerst komen alle partijen die iets moeten gaan doen op de weg of het spoor bijelkaar, en bespreken precies wat er moet gebeuren. Daar wordt een plan voor gemaakt, en daarna een tijdspad gekozen. En dan wordt het baanvak of spoorvak afgesloten, het werk begint en er wordt keihard doorgewerkt om op tijd klaar te zijn. “Dat is op het spoor heel gebruikelijk. Daar weten ze: op maandag moet de trein weer rijden.”

De Wildemanbuurt in Amsterdam Nieuw-West is één van de buurten die op de rol staat om aangesloten te worden op een warmtenet. Een voorlopige berekening door bouwbedrijf Nijkamp liet zien dat het aanleggen van de benodigde infrastructuur voor twaalfhonderd woningen met de ‘Big Bang’-aanpak zo’n twee tot tweeëneenhalve maand zou duren. Met de gebruikelijke aanpak zou het eerder om twee jaar gaan. De kostenbesparing van de Big Bang-aanpak ten opzichte van de gebruikelijke aanpak zou zo’n 16% zijn. Voor de Confuciusbuurt kwam Amsterdam Engineering zelfs op een kostenbesparing van 24%. (Foto: Dingena Mol/ANP)

Buurtbarbecue

Op het jaarcongres van Stichting Warmtenetwerk beschreef Van Zanten hoe dat er in de praktijk uit zou zien: ““Op zondagmiddag gaan we de wijk in. De bewoners pakken hun koffers en gaan de wijk uit. Op dat moment komen de slopers, en die trekken alle infrastructuur eruit, alle woningen gaan als het ware in coma, want er is geen infrastructuur voor gas, water, licht, water, data. Op het moment dat alles is gesloopt, kan de nieuwe infrastructuur weer heel netjes worden aangelegd, die kunnen we van beneden naar boven opnieuw opbouwen. Achter de aanleg aan wordt de sleuf weer dichtgegooid.”

“De straat wordt geherprofileerd en we passen klimaatadaptatie toe. Op zaterdagmiddag, als de hele week hard is gewerkt, misschien vierentwintig uur per dag, misschien zestien uur per dag, we moeten nog uitrekenen wat economisch het beste uitkomt, zijn alle woningen weer aangesloten, en de nieuwe laadpalen en de nieuwe vuilnisbakken aangelegd. En dan kan de buurtbarbecue beginnen met alle bewoners die terugkeren.”

Concept

Het is een concept, benadrukt Van Zanten, geen uitgewerkt plan. De eerste vier wijken waar de Amsterdamse Warmtemotor van start wil gaan met de aansluiting op warmtenetten zullen waarschijnlijk niet op die manier worden aangepakt. Dat gebeurt wel in goede samenwerking, maar niet door in de wijk straten af te sluiten. Op het congres vraagt hij de aanwezigen om mee te denken en vragen te stellen.

Die vragen en opmerkingen komen. Als eerste een “verhelderende vraag”: moet altijd alles de grond uit worden getrokken, of alleen datgene wat ook echt moet worden vervangen? Het is zonde om riolering van twee decennia te verwijderen, erkent Van Zanten, zeker omdat die, als zwaarste element, onderin de sleuf ligt. Maar bijvoorbeeld datakabels, die juist bovenop liggen, zijn moeilijker te vermijden bij ingrijpende werkzaamheden als het aanleggen van een warmtenet. Het kan sneller, efficiënter en -dus- goedkoper zijn om simpelweg zoveel mogelijk mee te nemen. Dat voorkomt “gezeur in de sleuf.”

Bewoners

Veel aandacht is er op het congres voor de bewoners. Wat zouden die ervan vinden om hun huis uit te gaan. “Wie let er op dan op mijn spulletjes?” vraagt iemand in de zaal zich af. De aanpak is tot de gevel, zegt Van Zanten, dus in principe komen de werkers niet in huis. Na de aanleg van de infrastructuur komen de woningcorporaties de inpandige werkzaamheden verrichten.

Maar of de uitpandige werkzaamheden inderdaad tot de gevel beperkt blijven, vragen wel meer aanwezigen zich af: de aansluiting op het openbare net gebeurt in veel gevallen in de meterkast en die is toch echt achter de voordeur. Weer een andere aanwezige oppert dat wellicht die aansluiting ook buiten de voordeur kan worden aangebracht, als er toch zo rigoureus wordt gewerkt. Netbeheerder Enexis deed dat eerder in een nieuwbouwwijk in Enschede.

“Ik heb ook de waarheid niet in pacht”, zegt Van Zanten een dag later tegen Energeia. Hij zegt niet eerder zoveel reacties te hebben gehad op een verhaal dat hij in het openbaar heeft gehouden. Ook achteraf kwamen mensen naar hem toe met vragen en verzoeken om mee te mogen denken. “Maar misschien heb ik de plank wel geraakt.”