Direct naar inhoud

De kip, het ei en de kippenslachterij

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 2 december 2022

Opinie | Arnold Mulder, corporate relations advisor hydrogen, Shell

Arnold Mulder. (Foto: AM)

Nederland leek op weg om het kip-ei probleem te doorbreken voor waterstof in het zware wegtransport. Nu dreigt de kip toch te eindigen in de soep. Aangepaste regels voor Hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s – eenheid voor hernieuwbare energie in mobiliteit) dreigen op korte termijn dienst te doen als slager.

Het kip-ei probleem in de mobiliteit behoeft bijna geen uitleg: zonder waterstof aangedreven vrachtwagens geen waterstofvulpunten, en zonder waterstofvulpunten geen waterstof aangedreven vrachtwagens.

Het doorbreken van het kip-ei probleem is relatief eenvoudig. Zorg dat een waterstoftruck voor vervoerders een aantrekkelijke optie is die financieel kan concurreren met dieselvrachtwagens. Als dit perspectief voor vervoerders er langjarig is, zullen truckproducenten en exploitanten van waterstofvulpunten binnen twee jaar tijd flink kunnen opschalen. Simpelweg omdat er dan uitzicht is op klandizie.

Geen perspectief

Vervoerders hebben nu echter niet of nauwelijks perspectief. Net als vroege investeerders in windenergie, kijken ze aan tegen enorme meerkosten. De aanschafkosten van een waterstoftruck liggen al gauw 3 à 4 keer hoger dan een dieseltruck, die ‘slechts’ zo’n €100.000 kost.

SDE-subsidies creëerden ooit langjarig perspectief voor bouwers van windparken en gaven zo de aanzet voor enorme opschaling en kostendalingen. Vervoerders hebben behoefte aan vergelijkbaar perspectief. Nu kunnen grote vervoerders 20% van de meerkosten van een waterstoftruck vergoed krijgen, maar dat is helaas een druppel op een gloeiende plaat. Duitsland is doortastender en vergoedt tot 80% van de meerkosten. Daarmee wordt het prijsverschil zo klein dat het sterke interesse wekt van vervoerders. Producenten van waterstoftrucks zien Duitsland hierdoor bovendien als een strategische afzetmarkt en exploitanten van waterstofvulpunten investeren in hun netwerk.

Nederland staat intussen niet helemaal stil. Onlangs werd €22 mln beschikbaar gesteld voor stimulering van de bouw van waterstofvulpunten. Dat geld is zeer welkom, want het bouwen en exploiteren van vulpunten is kostbaar en vooralsnog verre van rendabel. Dat ligt niet zozeer aan de bouwkosten voor het vulpunt waarvoor nu subsidie beschikbaar komt, maar vooral aan het ontbreken van klandizie. Zelfs een vulpunt dat met 100% subsidie is gebouwd zal verlies draaien als er geen klanten komen. Klandizie bij vulpunten staat of valt andermaal met perspectief voor vervoerders.

Vervoerders verlangen niet alleen een lagere aanschafprijs voor een waterstoftruck, maar ook een behapbare waterstofprijs aan de pomp. Nu wordt de waterstofprijs aan de pomp gedrukt doordat exploitanten van vulstations HBE-rechten kunnen verdienen. Voor elke GJ aan schone energie die wordt geleverd verdienen exploitanten 2,5 HBE-rechten. HBE-rechten leveren nu ongeveer €13 per stuk op. Dat vertaalt zich in een waarde van €3,90 per kg waterstof aan de pomp. Uitgaande van een verkoopprijs van €10 tot €15 per kg waterstof aan de pomp, dekken HBE-rechten zodoende ongeveer 25% à 40% van de verkoopprijs. Kortom, HBE-rechten creëren nu veel perspectief voor vervoerders.

Besluit komende week

Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) neemt mogelijk al komende week het besluit om per GJ geleverde duurzame energie niet langer 2,5 HBE te gunnen, maar dit terug te schroeven naar 2 HBE’s per GJ. Ook elektrisch laden levert straks 20% minder HBE-rechten op. Voor waterstof betekent de aanpassing een daling in de waarde van HBE-rechten van €3,90 per kg naar €3,10 per kg waterstof. Vervoerders zullen gemiddeld dus €0,80 per kg (of €0,05 per km) meer gaan betalen voor waterstof aan de pomp.

Het voorstel van I&W is geen doorbraak in het kip-ei probleem, maar eerder een recept voor kippensoep. De €22 mln stimulering voor vulpunten was een stap in de goede richting. Tegenover dat voordeel staat echter ook een lagere waarde van HBE-rechten. Daarmee lijkt het ministerie van I&W tegelijkertijd te willen remmen en gasgeven. Dat is geen goede manier om vooruit te komen.

I&W betoogt dat toekenning van een lager aantal HBE’s gecompenseerd kan worden door een hogere prijs per HBE-recht in de toekomst. Dat kan, maar is speculatie. Doorberekeningen zijn er niet.

“Ik heb maar een wens: een langjarig perspectief voor vervoerders “

Feit is dat op korte termijn het perspectief sowieso zal verslechteren als staatssecretaris Heijnen de HBE-plannen doorzet. Geplande investeringen duiken dieper in het rood en vertraging of afstel dreigt. Nederland raakt intussen op verdere achterstand van Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, waar het perspectief wel beter wordt.

Ik heb maar een wens voor de kerst: een langjarig perspectief voor vervoerders waarmee het kip-ei dilemma kan worden doorbroken. Dan zullen er snel veel waterstoftrucks en vulpunten op en langs de Nederlandse snelweg komen, en zal ook het batterij elektrisch vervoer haar opmars kunnen voortzetten. En laat ons vooral geen kippensoep eten bij het kerstdiner.

Arnold Mulder is econoom en werkt als corporate relations advisor hydrogen bij Shell.