Direct naar inhoud

In twaalf jaar van papier naar praktijk: ‘We zitten nog in de relatief makkelijke fase’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 5 juni 2023

De energiesector is dit voorjaar overladen met rapporten over de route naar een klimaatneutraal 2050. Er zijn bovendien weer nieuwe doelen gesteld, en de maatregelen om de oude doelen te halen zijn uitgebreid en geïntensiveerd. Netto nul uitstoot in 2050 wordt bereikt via een klimaatneutraal energiesysteem en begint bij een CO₂-vrij elektriciteitssysteem in 2035. Over twaalf jaar moet de papieren werkelijkheid van dit voorjaar dus al uitmonden in een schone realiteit.

Tijdens Energeia Energy Lunch namen prominenten uit de energie- en industriesector en samen met politici en deskundigen de mogelijkheden onder de loep. Dat deden ze op een moment dat de stemming in de energiesector optimistischer aandoet dan een jaar geleden, toen de angst voor de energiecrisis er goed inzat. Tijdens de vorige editie, in juni 2022, verzuchtte een deelnemer tijdens een debat over de energiecrisis het gevoel te hebben “dat het zwartste scenario niet zwart genoeg is”.

Presentator Rens de Jong wilde daarom deze vrijdag van de deelnemers weten waar die ogenschijnlijke omslag vandaan komt. Hebben we het vorig jaar vreselijk overdreven? Hebben we heel goed werk geleverd? Hebben we geluk gehad? Of hebben we nog steeds een enorm probleem, maar zien we het niet?

(Foto: Sander Nieuwenhuys)

Structurele wissels

“Een beetje van alles”, opent een van hen. Hij wijst op “een aantal structurele wissels” dat is omgezet, bijvoorbeeld op het gebied van zonne-energie. Volgens cijfers van Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool, kende zon-PV in mei 2023 een recordopbrenst, goed voor 30% van de Nederlandse elektriciteitsvraag, waar dat in mei 2014 nog 1% was. Tegelijkertijd is het onafhankelijk raken van Russisch gas “gecheft met kunst- en vliegwerk”, zegt de deelnemer. “Dat waren niet allemaal mooie maatregelen. We doen zaken met dictators die heel vuil werken. Maar voor nu hebben we het systeem in stand gehouden.”

Een ander wijst erop dat de energiecrisis een grote versneller is gebleken in de energietransitie. “Dat optimisme hadden we vorig jaar nog niet.” Een derde is voorzichtiger. Hoewel er “echt veel gebeurd” is, blijft de energietransitie wat hem betreft nog te veel “hangen in de ambitie”. Een voorbeeld van hoe het wél kan, zijn de drijvende LNG-terminals in Groningen, die in slechts enkele maanden zijn neergezet. “Je ziet dat er veel kan in korte tijd als de druk hoog genoeg is. Gek genoeg voel ik dezelfde urgentie nog steeds niet op andere onderwerpen.”

Demand side response

Een van de onderwerpen waarop nog wel wat versnelling zou kunnen plaatsvinden om een CO₂-vrij elektriciteitssysteem in 2035 mogelijk te maken, is demand side response, oftewel flexibele vraag vanuit met name de industrie, zegt een deelnemer. Volgens hem is het lastig om industriebedrijven te overtuigen flexibeler te gaan produceren, om daarmee beter in te spelen op het grilliger wordende karakter van het stroomaanbod, als gevolg van de groei van hernieuwbare bronnen. “Je ziet dat mensen zich in de eerste plaats verantwoordelijk voelen voor hun fabriek, en congestie zien als het probleem van een ander.”

“Het is niet langer ‘u vraagt wij draaien’, als het aankomt op de beschikbaarheid van elektriciteit.”

Een tafelgenoot ziet ook een psychologische component. “Het systeem gaat veranderen. Het is niet langer ‘u vraagt wij draaien’, als het aankomt op de beschikbaarheid van elektriciteit. Dat is niet comfortabel. Een fabriek draait het liefst op 100%, maar 95% zou ook oké moeten zijn, als dat het systeem helpt.”

(Foto: Sander Nieuwenhuys)

Niet iedereen is het met haar eens. “Het is geen psychologisch probleem, het is een technisch probleem. Het is vaak lastig om één fabriek af te schalen, omdat bedrijven in clusters zitten waarin alles aan elkaar hangt en alles gebouwd is op maximale efficiency en output. Schaal je één bedrijf af, dan schaal je alles af.” Een ander vult aan dat sommige fabriekscomplexen niet eens de mogelijkheid hebben om een paar procent af te schalen, omdat daarmee automatisch een veel groter deel van de productie zou wegvallen. “Je kan niet zomaar units aan of uit zetten.”

Potentiële oplossingen

Aan tafel komen een aantal oplossingen voorbij. Ten eerste: nog meer netverzwaring, “Dat is de echte oplossing”, aldus een deelnemer. Waarop een tafelgenoot reageert door te stellen dat die oplossing nogal ambitieus is, aangezien netbeheerders nu al gezamenlijk €8 mrd per jaar “in het systeem stoppen”.

Een andere oplossing: flextenders. Een netbeheerder schrijft dan een tender uit voor een gebied waar flexibiliteit op het net nodig is, en bedrijven in die regio kunnen tegen betaling productie afschalen. Zij kunnen dan een afweging maken in hoeverre zij ingaan op de behoefte aan flexibiliteit, wat het probleem zou oplossen dat er voor veel bedrijven niet echt een businesscase te maken is van flexibiliteit. “Als er eenmaal een incentive is, gaat het wel gebeuren.”

Een derde oplossing -de inzet van batterijen- is vooral geschikt voor de korte termijn, zegt een deelnemer. “Dan creëer je flexibele capaciteit, terwijl je ondertussen het systeem voorbereidt op de middellange termijn, waar vraagsturing een belangrijke rol speelt.”

(Foto: Sander Nieuwenhuys)

De makkelijke fase

De moeilijkheid om vraagsturing goed van de grond te krijgen, toont aan hoe groot de uitdaging is om een CO₂-vrij elektriciteitssysteem goed van de grond te krijgen. Toch wil een van de deelnemers graag een positieve noot aanbrengen. “De focus op wat er niet goed gaat is heel logisch, maar ik denk dat we grotendeels de goede dingen doen.” Hij wijst erop dat de uitrol van hernieuwbare energie voorspoediger verloopt dan menigeen had verwacht. “De uitdaging is hoe we het laatste stukje naar de 100% gaan doen. Het is logisch dat dit nog niet is ingevuld, want hier sturen we nog niet op.”

“We zitten eigenlijk nog in een relatief makkelijke fase. Alles wat je nu opschaalt is goed.”

Een ander valt hem bij. “We zitten eigenlijk nog in een relatief makkelijke fase. Alles wat je nu opschaalt is goed.” De deelnemer verwijst naar het II3050-rapport, waarin de gezamenlijke netbeheerders vier mogelijke routes schetsen naar een klimaatneutraal energiesysteem in 2050. “We zitten nog in fase waarin de vier scenario’s elkaar overlappen.”

Visie

Tegelijkertijd vraagt juist het II3050-rapport om keuzes, werpt een derde tegen. “We kunnen de toekomst niet voorspellen, maar we moeten wel een bepaalde richting kiezen.” Die richting zou wat haar betreft moeten voldoen aan vier criteria: “duurzaamheid, het Parijs-akkoord, circulariteit en de planetaire grenzen”.

Een van die keuzes wordt in feite al gemaakt door het kabinet, dat met de maatwerkaanpak kiest voor het verduurzamen van de twintig grootste uitstoters van Nederland (in de praktijk vinden er gesprekken plaats met vijftien industriële bedrijven). Het risico van deze aanpak is dat het kabinet hiermee kiest voor het ondersteunen van de verduurzaming van de bestaande bedrijven, en daarmee mogelijk nieuwe bedrijvigheid minder scherp in het oog heeft, stelt een deelnemer. “Alles moet veranderen opdat alles hetzelfde kan blijven.”

“Als bedrijven wegtrekken uit Nederland, dan moet je niet denken dat er zomaar weer nieuwe opstaan. “

Een ander brengt in dat deze vijftien bedrijven niet alleen de grootste uitstoters zijn, en dus de plek waar snel CO₂-reductie te halen is, maar ook vijftien investeringsvehikels. “Als dat soort bedrijven wegtrekt uit Nederland, dan moet je niet denken dat er zomaar weer nieuwe opstaan. Voordat een buitenlands bedrijf -want dat zijn deze vijftien allemaal- je land kent en op grote schaal gaat investeren in duurzaamheid… Dat doe je niet zomaar. Dat is een belangrijke reden voor maatwerk.”

Kansen pakken

Tot slot waarschuwt een deelnemer niet dezelfde fout te maken als “aan de windkant”. Volgens hem had Nederland aanvankelijk een fantastische uitgangspositie op het gebied van wind op zee, met technische oplossingen, bedrijven en kennisinstellingen. “Maar we wilden geen leergeld betalen, en Duitsland en Denemarken wel. Dus waar gingen de bedrijven heen? Duitsland en Denemarken.”

Ook bij het aanleggen van een CO₂-vrij elektriciteitssysteem heeft Nederland een goede uitgangspositie, met de Noordzee, belangrijke havens, infrastructuur die geschikt gemaakt kan worden voor waterstof. “Laten we dit keer de economiekant voor ogen houden, en kapitaliseren op onze fantastische uitgangspositie.”

(Foto: Sander Nieuwenhuys)

Van onze partner

Energeia Energy Lunch is een initiatief van Energeia, en is mede mogelijk gemaakt door Tennet.

Klik hier voor een partnerbijdrage van Tennet.