Zuivelbedrijf FrieslandCampina wil behalve de garanties van oorsprong (GVO’s) voortaan ook de fysieke elektronen die worden opgewekt bij melkveebedrijven afnemen. Daarvoor heeft het energieleverancier CNS in de arm genomen. Doel is om in 2020 wereldwijd 100% duurzame elektriciteit te gebruiken, zo veel mogelijk opgewekt door de eigen leden.
FrieslandCampina is al langer bezig met een verduurzamingsslag. Zo heeft het bedrijf het Solar-programma, onder de hoede van zonnepanelenexploitant Groenleven. De twee partijen willen 840.000 panelen op daken van koeienstallen leggen met een totaal vermogen van om en nabij de 250 MWp. Ook heeft het zuivelbedrijf het programma Jumpstart opgetuigd om monomestvergisters te plaatsen bij aangesloten melkveebedrijven. Dat programma loopt minder hard dan gehoopt. Er zijn nu acht monovergisters geplaatst.
GVO
Energieleverancier CNS richt zich met FrieslandCampina op het Nederlandse stroomverbruik van ongeveer 550 GWh. Nu is dat verduurzaamd via de klassieke weg van garanties van oorsprong (GVO). Een GVO garandeert dat een MWh duurzaam is opgewekt. Koopt een bedrijf evenveel GVO’s in als het aantal MWh dat het verbruikt, dan is effectief het energieverbruik vergroend.
In 2017 was 80% van het elektriciteitsverbruik wereldwijd vergroend aldus de MVO-kerncijfers van het bedrijf, en 100% van het elektriciteitsverbruik in Europa. 30% van de GVO’s is al afkomstig van de eigen leden, niet alleen van zonnedaken, maar ook van agrarische windturbines of vergistingsinstallaties gekoppeld aan WKK’s. Er is al een kleine hoeveelheid eigen opwek bij de productielocaties zelf, die de komende jaren moet groeien.
CNS gaat nu een stapje verder: in plaats van gescheiden inkoop van stroom en GVO, koppelt het bedrijf die twee juist aan elkaar. Dat levert een kostenvoordeel op: in plaats van twee transacties waar een tussenpartij marge over vraagt, is er nu maar een transactie (zie de infographic, onderaan dit artikel). CNS specialiseert zich in het bouwen van portfolio’s van opwek, om op die wijze te zorgen dat er altijd kan worden geleverd. “In principe is onze filosofie: als het nu niet waait, dan is de elektriciteit ook niet groen”, zei oprichter Jasper Mattijssen eerder tegen Energeia. In de portfolio’s kan dus ook traditionele opwek zitten.
Samen met FrieslandCampina heeft CNS een raamwerkcontract opgesteld voor de afname van elektriciteit en GVO’s, waarmee het de leden benadert. “We hebben tot nog toe negen producenten”, zegt Mattijssen. “Onder andere een windturbine van 1 MW in de kop van Groningen.” De opwek van die negen bedrijven dekt nog geen significant aandeel van het verbruik, maar Mattijssen heeft er vertrouwen dat dat aandeel het komend jaar gaat groeien. Dan ligt de focus op leden met zonne-installaties.
Capaciteit en opslag
De huidige problemen met gebrek aan aansluitcapaciteit zijn geen knelpunt voor CNS. Het bedrijf praat met producenten die de opwek al hebben liggen (zon) of staan (wind en vergister). Ook verwacht het bedrijf voorlopig nog niet tegen de grenzen van de levering op te lopen, bijvoorbeeld wanneer op enig moment zoveel hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd dat de FrieslandCampina-fabrieken het niet meer af kunnen nemen. “Er is een dermate grote vraag dat dat voorlopig niet gaat gebeuren. Voor het klantenportfolio zien wij de komende paar jaar geen risico.”
Komt opwek en vraag meer in balans, dan verandert dat. Dan zou gedacht kunnen worden aan opslag. Mattijssen: “We kijken wel naar fysieke opslag, omdat we ook actief zijn in Duitsland en België. Maar er is nog dermate veel rendementsverlies dat dat nu nog niet aantrekkelijk is.”
CNS is niet de enige partij waar FrieslandCampina mee samenwerkt op energiegebied. Voor de opwek van energie uit biomassa -het Jumpstart-programma- werkt het bedrijf samen met de partijen Host en Bioelectric, voor zonprojecten met Groenleven en Kingspan en als het gaat om windenergie dan is de vaste partner de Windunie.