
Je stelt wel héél intelligente vragen
Vorige week vierde de wereld Internationale vrouwendag en ik kreeg op die dag tijdens een meeting te horen dat ik “wel heel intelligente vragen” kan stellen. En nee, maak je geen zorgen. Dit is niet die column.
Vorige week vierde de wereld Internationale vrouwendag en ik kreeg op die dag tijdens een meeting te horen dat ik “wel heel intelligente vragen” kan stellen. En nee, maak je geen zorgen. Dit is niet die column.
Nergens in het eindrapport van de parlementaire-enquêtecommissie staat dat er vooral gezorgd moet worden dat niemand in het getroffen gebied een cent teveel krijgt. Waar komt toch die verlammende angst vandaan om per ongeluk een euro te veel te betalen? En denk niet dat er geleerd is van de situatie in Groningen, deze verlammende angst verspreidt zich als een virus.
Eigenlijk is dit de dag die je wist dat zou komen. Wie mij al langer volgt op sociale media weet dat ik mij verschrikkelijk veel zorgen maak om de toekomst van de Verenigingen van Eigenaren (VVE) in de energietransitie. Mijn doel is dat jullie na het lezen van deze column mijn zorgen delen en het kaf van het koren kunnen scheiden bij berichtgeving in de media en uitingen van Kamerleden wanneer de politiek zich gaat uitspreken over het onderwerp.
Eenmaal in de auto moet ik weer niezen en begin ik plotseling te huilen. Ik ben zo kwaad. Echt onvoorstelbaar BOOS. Het liefst reed ik nu naar Den Haag en ging ik de A12 met mijn Kia blokkeren. Of de minister bij zijn kraag pakken en hier naar toe slepen.
Mijn vader had altijd twee belangrijke levenslessen. Over eentje dicht ik misschien later nog een column, dus die houden jullie nog tegoed. Maar de andere les wil ik nu met jullie delen. “Il n'y a que les imbéciles qui ne changent pas d'avis.” Oftewel, voor wie Frans in de derde met opluchting heeft laten vallen: “Alleen domme mensen veranderen niet van mening.”
Ik geloof niet dat ik de enige was die tijdens de oudejaarsconference van Claudia de Breij met een brok in haar keel naar de spitzen van ballerina Olga Smirnova keek. De boodschap van De Breij klonk misschien voor velen deprimerend, maar ik put er juist hoop uit.
Toegegeven, ik hoopte gisterenavond lang deze column vanuit het perspectief van een ware winnaar te mogen schrijven. De Franse hanen hebben weliswaar lang gevochten: het mocht niet baten. Toch, mede gezien het feit dat de wereldbeker toch vaker naar Parijs mee is gereisd dan naar Amsterdam, voel ik dat ik deze column met enige autoriteit mag dichten.
Met het Klimaatakkoord heeft het kabinet reuzenstappen beloofd. Maar omdat wij ruimte laten aan lobby in combinatie met niet altijd gefundeerde weerstand en angsten, wordt het nu gedwongen om de zevenmijlslaarzen in de kast te laten. De conclusie is dat wij nu met een halfbakken energietransitie zitten.
Afgelopen dinsdagavond was ik te gast in Emmeloord, een eindje van huis. Ik was uitgenodigd bij een symposium van lokale ondernemers die afgelopen maanden een traject hebben gevolgd om beter in kaart te brengen wat zij al doen, maar vooral wat zij nog meer zouden moeten doen aan verduurzaming. Of ik een lezing wilde geven over de trends in de energietransitie. In pak ‘m beet een half uur, mét ruimte voor vragen.
De acties van de klimaatactivisten van de afgelopen weken wekt bij mij weerstand op en verontwaardiging: ik ben toch goed bezig? Ik werk toch elke dag aan de energietransitie? Maar deze mensen willen geen transitie, ze willen één grote aardverschuiving naar een ander systeem. Toch kom ik ze graag een keertje vegan pannenkoeken en thee brengen als ze weer eens ergens voor gaan liggen.
Over het algemeen zou je kunnen stellen dat ik vooraan zit in de groene kerk. Maar mijn geloof vertoont scheuren en dat vind ik erg ingewikkeld. Het begon toen iedereen die zonnepanelen had en dus naar hartenlust kon salderen op Twitter plaatjes deelde van hoeveel geld ze overhielden in deze tijden van crisis.
De vrouw loopt binnen. Ze heeft haar jas nog aan en stormt op mij af. Ik steek een hand uit. Ze neemt hem niet aan en staart naar mijn naambadge: “Wie ben jij? Ah, ik zie het al, jij bent mijn vijand.” Het is 20:30 uur, ik ben hier tot 22:15 uur en moet daarna naar huis rijden. Ik heb een hele dag achter de rug en mijn maag knort. “Zal ik u uitleggen hoe het coöperatieve model werkt, mevrouw?”
Congressen gaan allang niet meer over kennisoverdracht, tegenwoordig voelt het vaak meer als groepstherapie. Rondetafelgesprekken waar je als publiek kijkt naar experts die het met elkaar soort van oneens zijn, maar aan het einde afspreken dat ze het “met elkaar” gaan oplossen. Maar we zijn allemaal de fabeltjeskrant-fase ontgroeid. Het is tijd voor een congres waar de deelnemers eerlijk met elkaar concluderen dat het zo eigenlijk allemaal helemaal niet meer gaat lukken.
Het is een shock als iets waar je twintig jaar aan gebouwd hebt als los zand door je vingers glipt. Maar te allen tijde moet je voor ogen houden waarvoor je gebouwd hebt. Betaalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Alle drie komen nu in het geding. Het doel heiligt de middelen. De markt is geen natuurverschijnsel.
De een punnikt, een ander leert Noors. Nou, ik leer Noors (lang verhaal) en lees energierapporten. Ik kom er overigens eerlijk voor uit en schaam me nergens voor. Ik heb zelfs van mijn hobby min of meer mijn werk gemaakt. Deze column is de uitkomst van een empirisch onderzoek van twintig jaar rapporten in de Nederlandse energiesector.
Toen ik een jaar of tien was, brandde het zakgeld in mijn handen. Mijn broer daarentegen gaf nooit een franc uit en was dus steenrijk. Onze oma noemde mij vaak een krekel, vrij naar de fabel van Lafontaine. In het versje zingt en danst de krekel de hele zomer lang, terwijl de mier ijverig werkt. Dan komt de barre winter en heeft de krekel niets te eten en weigert de mier haar te helpen.
Ik heb afgesproken met Dimitry op de derde verdieping, bij het gemeente archief. Hij is er al en heeft een leesbril bij de balie geleend waar een sticker met de sterkte nog opgeplakt zit. Hij bladert met handschoenen aan door een dikke map en maakt aantekeningen. “Heb je al iets?” “Nog niet, maar ik nader wel de periode waar het over gaat.”
Ben ik aan het radicaliseren? Een vraag hierover zet mij aan het denken. Ik heb toch in mijn Twitter-bio staan dat ik een genuanceerde idealist ben? Toegegeven, de afwegingen in het energie- en klimaatbeleid hebben de afgelopen jaren wel geleid tot boosheid, teleurstelling en verontwaardiging. Maar radicaal? Ik?
Het Gasgebouw is voor de buitenwereld weinig transparant. Wij gaan er simpelweg niet over, het is een schaakspel in het belang van de BV Nederland waar geen kaartjes voor worden verkocht. Met het stopzetten van de gasproductie in Groningen is het de vraag of deze onschendbare en intransparante status nog wel terecht is.
Mijn zoon vroeg me laatst of je in je eentje iets kan doen waardoor de wereld beter wordt. Mijn reflex is dan om ja te roepen. De realiteit ervaar ik toch anders.
Hoewel bestuurders en politici liever naar kerncentrales en de waterstofbackbone kijken dan naar wind op land, zijn we nog lang niet van de burger af. Je zou dan ook zuinig moeten zijn op je energiecoöperaties. Want díe investeren toevallig wel tijd, geld, geduld en liefde in alle zaken waar geen businesscase voor is.