Opinie | Peter Pelzer, Wytske Versteeg, Jesse Hoffman en Maarten Hajer
Klimaatverandering is ontegenzeggelijk een van de grootste problemen van deze tijd. De kern van de oplossing: minder energie verbruiken en overstappen naar hernieuwbare energie als wind en zon. Een heldere opgave. Toch zijn we bar slecht in het voorstelbaar maken van hoe deze ‘post-fossiele’ wereld er dan uit zou zien.
Sluit je ogen en denk even aan klimaatverandering. Tien tegen één dat je een beeld voor ogen krijgt van smeltende poolkappen. Dat is min of meer ons enige beeld bij klimaatverandering: zielige ijsberen op een smeltende pool, ver weg van hier. Gek, want de oorzaak van die verandering -de uitstoot van broeikasgassen als methaan en koolstofdioxide- bevindt zich dichtbij: in je gasfornuis, auto of zelfs op je bord.
De Urban Futures Studio (UFS, Universiteit Utrecht) stelt dat we last hebben van een crisis van de verbeelding op het vlak van klimaat- en energiebeleid. Decennia van IPCC-rapporten hebben niet tot voldoende draagvlak geleid, en het energiebeleid blijft vooral een kostenpost, zoals Minister Eric Wiebes van Economische Zaken afgelopen week betoogde in de Tweede Kamer. Die framing maakt niet het enthousiasme los dat nodig is voor een grote omwenteling.
Buzz-woorden in de beleid- en energiewereld nu zijn de ‘aardgasloze wijk’, de ‘nul op de meter woning’ en sinds kort weer meer aandacht voor CCS. Technische ingrepen en een gezonde dosis realisme zijn belangrijk, maar we lijken vergeten welke toekomst we samen willen realiseren. We weten wat we niet meer willen (CO2 emissies en fossiel), maar wat willen we wel? Hoe voelt, ruikt en klinkt een stad die de energietransitie heeft doorgemaakt?
Onze cultuur en psychologie zijn verweven met het fossiele systeem. Aardgas werd in de jaren 1960 geïntroduceerd als hoop voor de middenklasse, als onderdeel van een comfortabel en betaalbaar huishouden. Ook de auto met verbrandingsmotor is nooit zomaar een vervoermiddel geweest, maar altijd (ook), een drager van emotie: een teken van maatschappelijk succes, van mannelijkheid en van autonomie. Kom daar maar eens om met een e-bike. Als er alleen maar zaken van het menu verdwijnen, dan is er natuurlijk bijna niemand voor verduurzaming. En dat is ontzettend zonde. Juist de energietransitie -de grootste opgave van deze tijd- biedt een kans om opnieuw vorm te geven aan de samenleving die we willen.
Ontketen de verbeelding
Hoog tijd dus om energie te steken in de verbeelding van wat er allemaal wél mogelijk is. Daarom riep de UFS begin 2017 op tot een ontketening van de verbeelding. Makers, architecten, ontwerpers en andere creatievelingen werd gevraagd om beelden aan te dragen over het leven in de stad zonder fossiele brandstoffen. Met een overweldigende respons: maar liefst tweehonderdvijftig teams uit negendertig landen reageerden. De tien genomineerde inzendingen werden deze zomer tentoongesteld in het Utrechtse Stadskantoor. Ze zijn vanaf december te zien in Den Haag, in de lente volgt Gent.
De expositie laat zien dat de de energietransitie niet zomaar een stap is die we nu dan eindelijk maar moeten zetten. Honderd jaar lang hebben we de stad ingericht rond de opkomende auto. Nu is het tijd voor een nieuw ideaal. Denk bijvoorbeeld aan de stad van de korte afstanden. Die staat niet meer vol met auto’s, want mobiliteit wordt gedeeld. Geluidsoverlast vermindert sterk, en ook de sluipmoordenaar fijnstof trekt zich terug. Minstens even belangrijk: inzetten op duurzame energie biedt kansen voor de Nederlandse kenniseconomie. Niet voor niets riepen VNO-NCW, MKB Nederland en LTO al op tot grootschalige investeringen op dit vlak.
Het huidige nationale energieakkoord van de SER is ambitieus, maar richt zich puur op petajoules. Zonder een inspirerend vergezicht blijft de energietransitie vooral een probleem en niet een kans. Het is de hoogste tijd om onze verbeelding aan het werk te zetten, en te verkennen hoe we de energietransitie kunnen inzetten voor een betere, productievere en meer inclusieve samenleving.
Peter Pelzer, Wytske Versteeg, Jesse Hoffman en Maarten Hajer zijn verbonden aan de Urban Futures Studio van de Universiteit Utrecht en initiatiefnemers van de Post-Fossil City Contest, waarvan de expositie met tien finalisten van 19 december tot en met 12 januari te is in het Atrium in Den Haag.