Opinie | Arnold Mulder, sector bankier energie bij ABN Amro
De scepticus heeft een belangrijke rol in het klimaatdebat en verdient meer waardering. Dat neemt niet weg dat leken er goed aan doen de consensus te omarmen.
Om de zoveel tijd wordt Nederland in vertwijfeling gebracht over het klimaat door klimaatsceptici. Zo voedde Elsevier recent de twijfel met een artikel onder de kop ‘Bekijk opwarming positief. Weg met doemscenario’s’. Hierin uitten twee hoogleraren hun twijfels over de heersende consensus in het klimaatdebat
Dit artikel staat niet op zichzelf. Als krantenlezer word je voortdurend geconfronteerd met de tegenstellingen in het klimaatdebat. Is de mens nou wel of niet de belangrijkste oorzaak van de temperatuurstijging? En hoeveel extra stijging kunnen we verwachten? Daarbij is het belangrijk om je als leek te realiseren dat er aan consensus geen gebrek is: de overgrote meerderheid van de wetenschappers is het eens over de rol van de mens en de beleidsimplicaties (we moeten minder CO2 uitstoten) die daar aan vast zitten. Maar het is waar: unaniem is de wetenschap niet.
En dat is zelden zo. Ook andere wetenschappelijke inzichten blijven onderwerp van debat. Zo heeft de Nederlandse wetenschapper Erik Verlinde het gemunt op de zwaartekrachttheorie van Newton en Einstein. We zouden hem gerust een zwaartekrachtscepticus kunnen noemen.
Als leek kun je daar weinig mee. Want op de vraag wie gelijk heeft kunnen alleen wetenschappers een antwoord formuleren. U en ik zijn door onze kennisachterstand slechts als jonge kinderen die op een verjaardag meeluisteren met de volwassenen: af en toe krijgen we iets mee van het gesprek, maar echt begrijpen doen we het niet.
Beter begrip van de werkelijkheid
We hoeven ook niet te bepalen wie gelijk heeft. De klimaatscepticus zal in de eerste plaats zijn collega klimaatwetenschappers moeten overtuigen. Niet met retoriek en krantenkoppen, maar met wetenschappelijk bewijs. Klimaatsceptici die dat beogen zijn niet anders dan sceptici in andere wetenschappelijk vakgebieden: ze zoeken met wetenschappelijke middelen naar een beter begrip van de werkelijkheid. Het is de kracht van de wetenschap dat bestaande ideeën continu tegen het licht worden gehouden.
Helaas zijn er ook roeptoeteraars die de consensus met veel kabaal verwerpen zonder dit wetenschappelijk te onderbouwen. Vaak zijn ze niet werkzaam in het vakgebied, soms hebben ze belang bij een andere uitkomst van het debat. Ze maken het niettemin voor de leek veel moeilijker om te bepalen wat waar is, en of iemand een nobel scepticus is of een roeptoeteraar.
De wetenschappelijke sceptici staan echter niet lijnrecht tegenover de wetenschappers die de consensus verdedigen, ook al wordt dit vaak wel zo neergezet. Met andere woorden, als Verlindes zwaartekrachttheorie ooit de nieuwe consensus wordt, zal dat niet automatisch betekenen dat de oude consensus volledig is verworpen. Verlindes theorie zal eerder een verbetering zijn van de bestaande theorie, waardoor we meer vragen kunnen beantwoorden dan voorheen. Newton en Einstein hebben met hun theorie de mensheid al naar de maan gebracht. Daar kan Verlinde moeilijk omheen.
De klimaatscepticus kijkt evengoed aan tegen een grote, en groeiende, stapel met wetenschappelijk bewijs dat niet eenvoudig te verwerpen is. Ook hier zal blijken dat de scepticus de bestaande theorie eerder zal aanscherpen, dan hem volledig verwerpen. Met dat in gedachten weten leken nu wat te doen. Terwijl het wetenschappelijke debat door raast kunnen we de sceptici aanmoedigen én de consensus omarmen. Wat sommige roeptoeteraars ook roepen of zouden willen.
Mulder schreef zijn proefschrift over het Europese emissiehandelssysteem, en volgt als Sector Banker Energy bij ABN AMRO de ontwikkelingen in het klimaatakkoord en energietransitie nauwlettend.