De subsidieaanvragen die technologiebedrijf Avantium heeft gedaan voor de bouw van een proeffabriek voor raffinage van houtachtige biomassa zijn terecht afgewezen. Dat stelt het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in een uitspraak. De afwijzigingsgrond dat het project ook zonder subsidie gerealiseerd zal worden, houdt bij de rechter stand.
Avantium wilde met een consortium, waaraan onder meer RWE en Akzo Nobel deelnemen, een proeffabriek bouwen op Chemie Park Delfzijl. In deze bioraffinaderij worden uit biomassa zo veel mogelijk hoogwaardige componenten gehaald voor hergebruik in de chemische industrie. Inmiddels is deze fabriek ook daadwerkelijk gebouwd, de opening gebeurde afgelopen zomer.
Avantium weer op zoek naar nieuwe partners
Het Amsterdamse chemische-technologiebedrijf Avantium gaat opnieuw op zoek naar partners voor de productie van zijn zelf ontwikkelde bioplastic PEF. Het stroeve tweeënhalf jaar oude huwelijk met het Duitse chemieconcern BASF is “na stevige onderhandelingen” voorbij, schreef eerder deze week Het Financieele Dagblad. De joint-venture Synvina is weer helemaal eigendom van Avantium.
De relatie met de proeffabriek (en later de commercieële opschaling) in Delfzijl is dat de daarmee geproduceerde suikers grondstof zijn voor de bioplastic PEF.
De eerdere plannen voor een fabriek van 50.000 ton plastic grondstof op het BASF-terrein in Antwerpen -kosten €250 mln à €300 mln- zijn van de baan. Maar Avantium zint op een nieuwe, mogelijk kleinere fabriek elders, met partners, en overweegt zich met zijn PEF te richten op een kleiner, hoogwaardiger marktsegment dan dat van flessen. “Bijvoorbeeld filmlagen voor elektronica en medische toepassingen”, zegt Avantium-CEO Tom van Aken in een interview met het FD. “Maar met partners. Een go alone-optie staat niet boven aan onze wensenlijst.” Wel wil Avantium voortaan zelf aan het stuur blijven en niet, zoals bij BASF, 51% van de zeggenschap aan de partner laten.
‘Intellectueel eigendom technologie weer bij ons’
Na maanden van ‘harde onderhandelingen’ is nu de scheiding tussen Avantium en BASF voltrokken. ‘Het allerbelangrijkste’ volgens Van Aken: “Avantium is weer volledig eigenaar van het intellectuele eigendom. Dat was een complex onderwerp, omdat die knowhow ook binnen Synvina verder was ontwikkeld.”
Concreet worden met behulp van zoutzuur suikers en lignine gewonnen uit houtachtige biomassa. De lignine kan gebruikt worden voor hernieuwbare-energietoepassingen, wat de participatie van RWE verklaart, en de suikers voor bijvoorbeeld biogas of bio-plastic (zie kader). Het project omvat de bouw van een pilotfabriek om daarmee de economische en technische levensvatbaarheid te onderzoeken van het procedé dat de naam Dawn draagt. Daarna kan uitbreiding volgen naar een grote, commerciële fabriek.
Avantium heeft als penvoerder van het samenwerkingsverband twee aanvragen voor in totaal €5,5 mln subsidie gedaan: een voor SDE+-subsidie en een binnen de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI). Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) wees beide aanvragen af, omdat de kwaliteit van het plan onvoldoende zou zijn en omdat het project eerder als onderzoek kwalificeert dan als demonstratieproject.
Avantium maakte tegen de afwijzing bezwaar. EZK handhaafde daarop in een nieuwe beoordeling de afwijzing, maar wijzigde de motivering. Niet langer strekte de kwaliteit als afwijzingsgrond, maar het feit dat het project volgens het ministerie ook zonder subsidieverlening tot stand zou komen. Kort na de subsidieaanvraag -dus voordat er duidelijkheid was over toekenning of afwijzing- werden de contracten voor de bouw van de fabriek al getekend, waarbij volgens het ministerie werd gezegd “dat indien de subsidie niet alsnog wordt verleend het project niettemin overeenkomstig het plan zal worden uitgevoerd”.
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) is het met Avantium eens dat EZK bij de wijziging van de motivering enkele procedurele steken heeft laten vallen. Zo zou het op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel nodig zijn geweest om de subsidieaanvrager de gelegenheid te geven om op het voorgenomen gewijzigde standpunt te reageren voordat op het bezwaar werd beslist. Om die reden kan het CBB niet anders dan het besluit van EZK vernietigen.
Besluit vernietigd, maar rechtsgevolgen niet
Maar daar schiet Avantium niks mee op, omdat het CBB de rechtsgevolgen van het besluit in stand laat. Het beroep bij het CBB heeft Avantium in de gelegenheid gesteld om alsnog te reageren op het besluit, wat de rechters in staat stelde zich inhoudelijk te buigen over het bestreden besluit. En het oordeel van de rechters viel uit in het voordeel van EZK.
Het CBB stelde vast dat Avantium en de consortiumpartners nog voordat EZK had beslist over de subsidieaanvraag, opdracht gaven voor de bouw van een pilotfabriek -een investering van €5,5 mln. Dat bedrag komt neer op ongeveer de helft van de begroting voor het totale project. De rechters volgen EZK in zijn standpunt dat het niet aannemelijk is dat Avantium “geen alternatief scenario heeft gehad voor het geval de subsidie niet zou worden verstrekt”.
Daar komt bij dat Avantium kort voor de subsidieaanvraag uitging een beursgang heeft gemaakt. In de prospectus is opgenomen dat van het totale bedrag dat door de beursgang wordt opgehaald, ongeveer €7,5 mln tot €10 mln voor het project wordt gereserveerd. De totale kosten voor het bioraffinageproject zijn begroot op ongeveer €11 mln. Met andere woorden: Avantium heeft nagenoeg de totale investering al gereserveerd. Het CBB is daarom met EZK van mening “dat het onder die omstandigheden aannemelijk is dat het project ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zou worden uitgevoerd”. Daarmee kan het besluit om geen subsidie toe te kennen, ondanks de vernietiging om procedurele redenen, overeind blijven.
Gesloten boek
Met het verstrijken van de tijd lijkt EZK zijn gelijk bewezen te hebben gekregen. Het bezwaar van Avantium stamt uit de tweede helft van 2017. De proeffabriek, waar de subsidie voor werd aangevraagd, is afgelopen zomer opgeleverd. De fabriek is dus gebouwd in de wetenschap dat subsidieverlening geen zekerheid was. De commerciële opschaling maakte geen onderdeel uit van de subsidieaanvraag, zo valt op te maken uit het vonnis van het CBB.
Avantium-woordvoerder Caroline van Reedt ziet in de bouw van de proeffabriek voordat duidelijkheid bestond over de toekenning van de subsidie niet het gelijk van het ministerie van EZK bewezen. Zij stelt juist: “Wij worden gestraft voor onze snelheid”, en zegt bovendien weer in gesprek te zijn met EZK over de subsidie-aanvraag.
Maar waar Van Reedt de indruk wekt dat er mogelijkheden bestaan dat het besluit toch nog Avantiums kant op valt, helpt navraag bij de subsidieverlener het technologiebedrijf snel uit de droom. Er is inderdaad nog contact geweest, zegt Tom Hoven van RVO -dat namens EZK de subsidieverlening verzorgt. Maar in dat contact is duidelijk gemaakt dat subsidie voor dit project op basis van deze uitspraak van het CBB voor EZK “een gesloten boek is”. Maar over toekomstige activiteiten is met Avantium altijd te praten over de financiering, aldus Hoven, zoals elke onderneming welkom is daarover contact te zoeken.