Techniekbedrijven, onderwijsinstellingen en vakbond FNV hopen met een nieuw leer- en innovatieprogramma de verduurzaming van woningen te kunnen versnellen. Het initiatief Mensen Maken de Transitie moet leiden tot een betere ketensamenwerking, slimmere productieprocessen en betere scholing.
Het programma is deze woensdag van start gegaan op initiatief van zeven partijen: het gaat om de brancheorganisaties Techniek Nederland (installatiebranche), Bouwend Nederland (bouw) en Netbeheer Nederland, de onderwijsorganisaties MBO Raad, Vereniging Hogescholen en 4TU (de vier technische universiteiten) en vakbond FNV. Zij krijgen ondersteuning van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het idee is dat bedrijven en medewerkers in heel Nederland kunnen leren van elkaars successen en fouten; learning by doing. Daarnaast moet het programma bijdragen aan het verminderen van het schreeuwende tekort aan technici. Dat kan onder meer door een betere samenwerking tussen de verschillende partijen in de keten. Maar ook door het onderwijs en onderzoek beter te laten aansluiten op de praktijk en door werknemers sneller te laten doorstromen van sectoren waar geen werk is naar bedrijven die zich bezig houden met het verduurzamen van woningen.
Als voorbeeld voor een betere ketensamenwerking noemt Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, een huishouden dat overstapt van aardgas naar elektra. “Als je dat doet, dan zul je je gasfornuis moeten inruilen voor een inductiekookplaat. Daarvoor heb je nu twee monteurs nodig, een van een installatiebedrijf en een van een netbeheerder.”
De vrijblijvendheid voorbij
Concreet komt er een projectbureau met vijf medewerkers, onder leiding van Martha van den Hengel van netwerkbedrijf Alliander. De kosten hiervan komen voor rekening van de drie brancheorganisaties en het ministerie. Het bureau zal onder meer een website in de lucht houden om voorbeelden en kennis uit de praktijk te delen.
Het initiatief bouwt voort op een intentieverklaring die is uitgebracht door de Sociaal-Economische Raad in april 2019, ondertekend door ruim twintig partijen. Die verklaring had ook al de naam Mensen Maken de Transitie.
Terpstra: “Daar zijn destijds veel mooie woorden over gesproken, maar uiteindelijk wilden we met deze zeven partijen de vrijblijvendheid voorbij. Dus hebben wij het voortouw genomen en de funding voor onze rekening genomen.” Hij benadrukt dat het daarmee geen exclusief initiatief is geworden, maar dat ook andere partijen van harte welkom zijn om samen te werken. “Graag zelfs, dat helpt alleen maar de versnelling van de energietransitie.”
Niet het eerste initiatief
Mensen Maken de Transitie is niet het eerste initiatief dat samenwerking rond de energietransitie moet bevorderen. Zo kent het Programma Aardgasvrije Wijken een Kennis- en Leerprogramma, waarin de 355 Nederlandse gemeenten kunnen leren van elkaars successen en fouten.
Op het ZEN-platform heeft hebben de brancheorganisaties Bouwend Nederland, Aedes (woningcorporaties), Neprom (projectontwikkelaars) en NVB (banken) de handen ineen geslagen om kennis te delen over Zeer Energiezuinige Nieuwbouw.
“Het mooie is: er is geen sprake is van broodnijd, want de taart is meer dan groot genoeg voor iedereen.”
Doekle Terpstra, Techniek Nederland.
En dan is er nog het programma Uptempo! van TKI Urban Energy en TKI CLICKNL, van de Topsector Creatieve Industrie, dat met een multidisciplinair team onderzoekt hoe de energietransitie in de gebouwde omgeving sneller kan, door kansrijke energie-innovaties te verbinden aan vragende partijen.
“Natuurlijk leggen we de verbinding met dit soort initiatieven”, zegt Terpstra. Toch is dit programma anders, benadrukt hij. Ten eerste omdat het een initiatief is van “de uitvoerders van de energietransitie in de gebouwde omgeving” en niet van “partijen om ons heen”. Daarnaast is de hele keten erbij betrokken, wat cruciaal is om tot een goede ketensamenwerking te komen.
“We zijn de ‘realisatiemacht’ op een van de grote maatschappelijke thema’s van dit moment en we kunnen onze impact simpelweg vergroten door samen te werken. Het mooie is: er is geen sprake is van broodnijd, want de taart is meer dan groot genoeg voor iedereen.”
Realistische verwachtingen
De drie onderwijsorganisaties zijn betrokken bij het initiatief om het onderwijs en onderzoek zo goed mogelijk te laten aansluiten op de beroepspraktijk, aangezien deze in recordtempo veranderd tijdens de energietransitie. Daarbij is het belangrijk dat het bedrijfsleven realistische verwachtingen heeft van het onderwijs en vice versa, zegt Terpstra.
De voormalige bestuursvoorzitter van Hogeschool Inholland weet uit ervaring dat dat niet altijd het geval is. “Bedrijven willen snel schakelen, het liefst van vandaag op morgen. Maar onderwijs zit in een ritme van meerdere jaren. Als een opleiding vandaag iets wijzigt in haar curriculum, dan heeft dat op zijn snelst over vier jaar consequenties op de werkvloer. Door specifieke leermodules aan te bieden, kunnen we dit overigens wel versnellen.”
Personeelstekort blijft
Het personeelstekort is nog altijd groot bij de bedrijven die betrokken zijn bij het verduurzamen van woningen.
Alleen al de bedrijven die Techniek Nederland vertegenwoordigt hadden voor corona een tekort van 20.000 mensen op een totaal van 150.000 werknemers. Terpstra: “Nu is dat misschien iets minder, maar op termijn zal dat weer oplopen.”
Ook de netbeheerders hebben nog altijd honderden vacatures openstaan, en de bouw heeft alleen al aan stukadoors een tekort van naar schatting 7.000.
Naast het opleiden van nieuwe werknemers en het bijscholen van bestaande werknemers, moet het programma ook leiden tot meer zijinstromers uit andere sectoren, bijvoorbeeld uit de fossiele energiesector. Dat is een van de redenen waarom vakbond FNV bij het initiatief betrokken is.
Terpstra, zelf oud-voorzitter bij vakbond CNV, noemt als voorbeeld de recent aangekondigde reorganisatie bij ABN Amro, waarbij 2.700 banen zullen verdwijnen. In de gesprekken die vakbonden voeren met de bank, zou zijinstroom een prominentere rol moeten krijgen, zegt hij. “Nu hebben sociale plannen vaak het gevolg dat werknemers wachten op het moment van ontslag voordat ze stappen zetten. Vakbonden kunnen sturen op een eerdere overstap.”
Terpstra denkt dat bankmedewerkers van harte welkom zullen zijn bij de bedrijven van Mensen Maken de Transitie. “Ik zie bouwers mensen aannemen die niet per se technisch geschoold zijn, maar wel sociaal vaardig. Die kunnen bijvoorbeeld helpen maatschappelijk draagvlak te creëren”, zegt hij. “Wat je ook ziet is dat steeds meer bedrijven niet werven op functieprofielen, maar op de reputatie van het bedrijf. Onder het motto: ‘kom binnen, dan zoeken we wel een plek voor je’. Dat is de sociale innovatie die we hard nodig hebben.”