De ACM stelt voorwaarden aan netbeheerders die willen experimenteren met waterstof in de gebouwde omgeving. Op die manier hoopt de toezichthouder de belangen van particuliere afnemers te waarborgen zolang daar nog geen specifieke regels voor bestaan. Ook op het gebied van veiligheid worden eisen gesteld.
Dat zegt bestuurder Manon Leijten van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in gesprek met Energeia. Tegelijkertijd roept zij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) op vaart te maken met het opstellen van wet- en regelgeving. Verschillende netbeheerders staan op het punt proefprojecten uit te voeren met waterstof in woonwijken. De ACM steunt dat, maar vraagt wel aandacht voor de belangen van consumenten -leveringszekerheid en duidelijke tarieven- en voor de veiligheid van transport en distributie.
Ruimte bieden
“Om de slag naar duurzame energie te maken, is het van belang dat er nu al met pilots wordt begonnen”, zegt Leijten. “Daar willen wij graag de ruimte voor bieden. Tegelijkertijd zien we dat daar nog geen specifieke wetgeving voor bestaat. Zaken als consumentenbescherming en veiligheid van de netten zijn wat betreft gas goed geborgd, maar voor waterstof is dat nog niet het geval. Daarom komen wij nu met een dubbele boodschap aan netbeheerders en aan EZK.” De ACM wijdt er deze donderdag haar jaarlijkse publicatie Signaal aan.
Op hoofdlijnen wil de ACM voorwaarden stellen aan onder meer de veiligheid van het transport en het toezicht daarop, de contracten die met consumenten worden gesloten, de omvang van de experimenten en de duur van de pilots. Indien daar niet aan wordt voldaan, kan het initiatief geen doorgang vinden. Netbeheerders die een dergelijk project willen opstarten, dienen met de ACM en andere betrokken partijen, zoals toezichthouders het Staatstoezicht op de Mijnen en de Inspectie Leefomgeving en Transport, om tafel te gaan. Per initiatief worden dan specifieke eisen gesteld.
“Als je een pilot wilt beginnen, meld je dan bij ons zodat we afspraken kunnen maken”, zegt Leijten. “Indien dan aan de voorwaarden wordt voldaan, staan we het project toe. Zo niet kan het experiment niet doorgaan, of moet het worden stopgezet. Maar we verwachten niet dat het zo ver zal komen.” Hoewel er nu al waterstofexperimenten zijn aangekondigd of opgestart, vindt Leijten niet dat zij met deze oproep aan de late kant is. “Er wordt nu breed begonnen met pilots, maar er vindt niet of nauwelijks daadwerkelijke levering plaats.”
Eén van de bekendste projecten is dat van Stedin in Stad aan ’t Haringvliet op Goeree-Overflakkee. Daar zouden alle zeshonderd woningen op een waterstofnet moeten worden aangesloten. In Hoogeveen wordt eveneens onderzocht hoe huizen in de toekomst kunnen worden verwarmd met behulp van waterstof. Er vinden nog geen gesprekken plaats zoals de ACM dat nu voorstelt, dus de initiatiefnemers zullen voor de waterstoflevering begint eerst nog bij de toezichthouder langs moeten.
‘Tijdelijk kader’
Het ministerie van EZK verwacht voor het einde van het jaar een ‘tijdelijk kader’ voor waterstofpilots gereed te hebben, specifiek gericht op veiligheid. Tegelijkertijd heeft er onderzoek plaats naar de levering van waterstof in het kader van de Green Deal H2-wijken. Wat de ACM betreft kunnen deze twee trajecten niet snel genoeg tot resultaat leiden.