Hoewel er inmiddels grote projecten in de pijplijn zitten, staat de opslag van CO₂ vooralsnog in de kinderschoenen. Dat moet anders, vindt onderzoeker Margriet Kuijper. De klimaatdoelen zijn anders simpelweg niet haalbaar. Een nieuw boekhoudkundig systeem dat producenten van fossiele brandstoffen noopt tot afvang en opslag kan de oplossing zijn.
In alle scenario’s over energieverbruik zijn er de komende decennia nog volop fossiele brandstoffen nodig om in onze behoeften voorzien. Hoe kom je dan tot de gewenste klimaatneutraliteit in 2050, noodzakelijk om aan de doelstellingen van het Parijs-akkoord te voldoen? Het antwoord op die vraag luidt: de carbon takeback obligation, kortweg CTBO.
Dat betoogt althans Margriet Kuijper, mede-ontwikkelaar van dit -voorlopig theoretische- beleidsinstrument waarmee producenten van olie en gas verplicht worden net zoveel CO₂ in de grond te stoppen als dat ze eruit halen. Begin dit jaar lanceerde zij samen met adviesbureaus Royal HaskoningDHV en De Gemeynt dit idee, waarmee zij sindsdien de boer op is.
“De klimaatdoelen zijn niet haalbaar zonder opslag van CO₂”, zegt Kuijper in gesprek met Energeia. “En op dit moment slaan we in Nederland precies 0% op. Hoe stellen we dan zeker dat CCS snel genoeg gaat groeien? Je kunt het stimuleren met subsidies, maar ik denk niet dat het maatschappelijk acceptabel is daar lange tijd publiek geld in te steken. Burgers en NGO’s houden oliebedrijven verantwoordelijk voor het klimaatprobleem, dat zie je aan de rechtszaken die worden gevoerd. Met CTBO formaliseren we die verantwoordelijkheid. Je krijgt alleen toestemming olie en gas uit de grond te halen als je de CO₂ die gepaard gaat met het verbruik ervan opslaat. Dat begint met een laag ‘take back’-percentage, dat uiteindelijk oploopt naar 100%. Op die manier zetten we druk op bedrijven om schoner te produceren en waarschijnlijk betekent het ook een rem op consumptie.”
De CTBO-systematiek is een soort voorraadmanagementsysteem, legt Kuijper uit. Producenten die koolstof opslaan, verdienen hiermee zogenoemde carbon storage units. Deze units moeten vervolgens worden ingeleverd bij de winning van olie of gas. Kuijper benadrukt dat er een groot verschil is met de systematiek van het emissiehandelssysteem ETS. De units van het CTBO hebben namelijk geen waarde in de emissiehandel en zullen dus alleen gekocht worden door bedrijven die olie of gas willen produceren.
Het is daarom eerder vergelijkbaar met de theorie achter het duurzaam gebruik van houtige biomassa: bomen mogen alleen ge-oogst worden uit een bos waar de aangroei groter is dan wat er gekapt wordt. Tegenover het kappen van een boom staat het vastleggen van CO₂ door nieuwe aanplant. De carbon storage units zijn ook niet te verrekenen met de emissierechten van het ETS.
Uw rapport verscheen bijna een jaar geleden. Is dit idee inmiddels geland bij beleidsmakers?
“De eerste studie was een onderzoek naar hoe je dit voor Nederland zou kunnen vormgeven, welke keuzes je kunt maken en welke randvoorwaarden nodig zijn. Na de zomer zijn we een vervolgonderzoek gestart om dit meer in detail uit te werken. We kijken bijvoorbeeld naar hoe we dit in regelgeving kunnen opnemen. Kan Nederland iets dergelijks alleen doen, of moet het per definitie internationaal? Daarnaast richten we ons nu meer op aardgas, voor Nederland veruit de belangrijkste fossiele brandstof.”
U pleit voor een pilot in de gassector. Dat vereist medewerking van bedrijven. Hoe krijgt u hiervoor de handen op elkaar?
“Nogepa en EBN hebben zeker belangstelling. Dat is ook verklaarbaar. Bedrijven willen graag aardgas blijven produceren en leveren zolang er vraag naar is, maar daar is weerstand tegen. Zij beginnen steeds meer last te krijgen van alle onzekerheden, veroorzaakt door veranderende wet- en regelgeving en vooral ook de toenemende druk vanuit de samenleving waardoor soms zelfs zaken die wettelijk nog wel zijn toegestaan, opeens toch niet meer geaccepteerd worden. Als je dan toch al moreel verantwoordelijk wordt gehouden voor scope 3-emissies dan kun je dat misschien maar beter ook formeel maken. Anders zul je steeds aan rechters of investeerders moeten uitleggen waarom je nog gas produceert.”
Nederland produceert nog maar een klein deel van zijn eigen gasbehoefte. Is dit instrument ook toe te passen op importstromen?
“Als je dan toch moreel verantwoordelijk wordt gehouden voor scope 3-emissies dan kun je dat misschien maar beter ook formeel maken.”
Margriet Kuijper.
“Dat zijn we nu aan het uitzoeken. De route waar we nu naar kijken verloopt via de zogeheten uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, UPV. Bedrijven maken dan afspraken met de overheid, en verklaren die verbindend voor alle partijen die het betreffende product op de markt brengen. We passen die nu al toe met bijvoorbeeld batterijen; die kun je hier niet verkopen als je niet ook bijdraagt aan de inzameling ervan. Op die manier kunnen we CTBO op nationaal niveau invoeren zonder dat er oneerlijke concurrentie ontstaat. Maar daar moet een dikke kanttekening bij geplaatst worden. Het is natuurlijk zeer wenselijk als we dit kunnen opschalen naar Noordzee-niveau; de belangrijkste opslaglanden zijn Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Daarom is het ook fijn dat nu BP meedenkt, en in de eerste ronde van ons onderzoek Equinor. Opschalen naar hogere ‘inzamel’-percentages kan alleen als andere landen ook mee gaan doen”
Waarom heeft u eigenlijk geen Nederlands bedrijf kunnen strikken?
“Ik heb natuurlijk wel contact gehad met Shell, mijn oud-werkgever. Zij hebben aangegeven het een interessant idee te vinden en graag te willen meedenken. Maar ik zocht sponsoren. Dan vind ik het niet fair om tegen bedrijven die geld in het laatje brengen te zeggen: Shell doet wel mee, maar betaalt niet. Blijkbaar zijn ze niet gemotiveerd genoeg en dat is jammer. Maar Nogepa en EBN steunen het onderzoek wel, dus Nederlandse bedrijven dragen wel degelijk bij.”
Nog even terug naar de importstromen. Veel van ons aardgas komt uit Rusland. Poetin zal uw systeem als een extra heffing zien en daar bezwaar tegen maken bij de WTO.
“Dat is precies de reden dat we geen importheffing voorstellen, maar het via de producentenverantwoordelijkheid willen regelen; dat is nadrukkelijk iets anders. In feite behandelen we dan Russisch gas precies hetzelfde als eigen gas, en dus is er geen sprake van oneerlijkheid. Dat gezegd hebbende, de klimaatimpact van gas uit Rusland is natuurlijk wel veel hoger; tegen de tijd dat het hier komt, is er 10% de lucht in gegaan. Het liefst zou je dat willen meenemen door voor Russisch gas een hoger percentage take back in te stellen. Maar dat kan dan weer alleen op Europees niveau.”
Dat betekent dus dat Nederlandse en Europese producten benadeeld worden.
“Voorlopig behandelen we Russisch gas op dezelfde manier, inderdaad. Nogepa vindt dat natuurlijk jammer, en ik ook. Maar het is denk ik verstandig deze battle even te parkeren en later op Europees niveau uit te vechten.”
U bent in gesprek met EZK. Hoe is dit idee daar geland?
“Op het ministerie is men erg zoekende: hoe krijgen we het verhaal tot 2050 rond? Er komt steeds meer geld voor CCS beschikbaar in de SDE. Maar tegelijkertijd zie je dat duurzaamheidsmensen en politieke partijen hierover klagen. Met CTBO kun je in feite stoppen met het verlenen van subsidies aan CCS. Bovendien maakt het nieuwe gaswinningsprojecten juridisch minder kwetsbaar; als CTBO in de vergunning is opgenomen, heb je in de rechtszaal een beter verhaal.”
“De overheid doet alsof CCS een transitiemaatregel is, waar we in 2050 van af zijn. Dat is niet zo.”
Margriet Kuijper.
Op dit punt in het gesprek benadrukt Kuijper dat het enkel afvangen en opslaan van CO₂ niet voldoende is om ‘net zero’ te worden. Wat haar betreft is ook carbon removal vereist, het uit de lucht halen van koolstof. “In het nieuwe regeerakkoord staat hier niks over vermeld, het is een complete blinde vlek. En dat vind ik zorgwekkend. De overheid doet alsof CCS een transitiemaatregel is, iets waar we in 2050 van af zijn. Maar dat is niet zo. In bijna alle scenario’s is ons CO₂-budget al over tien tot vijftien jaar op, terwijl we de net zero dan nog niet hebben bereikt. Dat betekent dat we massaal koolstof uit de lucht moeten gaan halen en permanent ergens opslaan, en dan het liefst naar rato van onze historische bijdrage.”
In uw rapport uit januari concludeert u dat het haalbaar is om CTBO in 2024 in te voeren. Is dat niet al te optimistisch?
“Waarschijnlijk wel, maar in dit soort tijdlijnen moet je altijd optimistisch zijn. We willen sowieso beginnen met een testfase, waarin we met open kaarten spelen. Dat wil zeggen: we doen net alsof. Op die manier kunnen we checken of alles goed werkt, of de markt voldoende liquide is. De eerste CCS projecten gaan via de SDE++ betaald worden. En het is ook heel logisch om in het begin met overheidssteun te werken. Maar vervolgens zal dat snel moeten worden afgebouwd. Dat kan met een CTBO. Er is helemaal geen reden om fossiele projecten te blijven subsidiëren, dat ben ik helemaal met de NGO’s eens.”