De traditionele groep van vijf warmteleveranciers blijft zo’n twintig tot ruim dertig procent onder het maximale leveringstarief dat toezichthouder Autoriteit Consument en Markt gesteld had. Maar de stijging ten opzichte van een jaar eerder is flink, want ook de warmtebedrijven voelen de pijn van de hoge gasprijzen.
De traditionele groep van vijf bestaat uit de warmtebedrijven Eneco, Ennatuurlijk, Vattenfall, Stadsverwarming Purmerend en HVC. Dat zijn de bedrijven met een lange geschiedenis in grote warmtenetten, maar door de warmtetransitie rukken inmiddels ook andere warmtebedrijven flink op, zoals bijvoorbeeld Eteck, dat zich qua omvang inmiddels ook tot de groep grote leveranciers mag rekenen. Helaas waren de tarieven van Eteck deze vrijdag nog niet bekend.
Toezichthouder ACM maakte eind december het tariefbesluit bekend. De maximumtarieven voor warmtelevering (bestaande uit een variabel leveringstarief, en vaste kosten zoals vastrecht, meettarief en afleverset) gingen flink omhoog. De oorzaak zijn de hoge gasprijzen op de groothandelsmarkt. De warmtetarieven zijn gekoppeld aan de gasprijs via het ‘niet-meer-dan-anders’-principe, zodat warmteklanten niet meer betalen dan gasklanten. Voorgaande jaren daalden de maximumtarieven licht.
Realiteit versus rekenvoorbeeld
De daadwerkelijke stijging van de warmtefactuur voor een huishouden is afhankelijk van vele factoren: de belangrijkste is het individuele verbruik van een huishouden, maar daarnaast spelen ook zaken als het type afleverset, of er naast warmte ook koude wordt afgenomen en andere zaken mee. Die kan dus niet worden afgeleid uit de hier besproken rekenvoorbeelden, waar gekozen is de meest gangbare samenstelling van een warmtefactuur als basis te nemen.
De hoge gasprijzen hadden dit jaar tot gevolg dat de maximumtarieven voor warmte dusdanig stegen, dat de toezichthouder het tariefbesluit vergezeld liet gaan van een waarschuwing aan de warmtebedrijven om de tarieven niet meer dan nodig is te verhogen. Met een rekenvoorbeeld in de hand liet de ACM weten dat het niet de bedoeling was dat de tarieven van de leveranciers zonder gegronde reden vergelijkbare stijgingen zouden laten zien. Dat is ook niet zo, blijkt uit berekeningen van Energeia.
De ACM houdt bovendien naast de maximumtarieven ook het rendement van warmtebedrijven in de gaten. Als de warmteleveranciers teveel winst maken, kan de toezichthouder de tarieven aanpassen, ook als deze tarieven onder de maximumtarieven uit het tariefbesluit zaten.
Uit een vergelijking die Energeia heeft gemaakt blijkt dat de warmtebedrijven ervoor hebben gekozen de tarieven wel te verhogen -en ook flink, in vergelijking met een jaar eerder- maar desondanks 20% tot 30% onder het maximale leveringstarief per GJ te blijven. Er zit meer variatie in hoe ver de vaste kosten onder het maximumtarief van de ACM blijven, hoewel ook daar alle leveranciers onder het maximum blijven. Stadsverwarming Purmerend komt het dichtste in de buurt van het maximumtarief. Overigens heeft Stadsverwarming Purmerend wel het laagste variabele leveringstarief van de bedrijven in deze vergelijking.
Warmtetarieven en de gasprijzen
Warmtebedrijven ontlopen pijn hoge gasprijs nietDe warmtebedrijven voelen net als andere energieleveranciers de pijn van de hoge gasprijzen. Dat komt doordat een deel van de warmteproductie gasgestookt gebeurd, of afkomstig is van elektriciteitscentrales die gasgestookt zijn. Ook zijn veel warmtecontracten gekoppeld aan de gasprijs, net als subsidiebedragen voor hernieuwbare projecten. Dat betekent dat ook de subsidie terugloopt voor die projecten, waardoor de kostprijs voor bedrijven stijgt. Kortom; de gasprijs werkt door in de warmteprijs, en dat is terug te zien in de tarieven (zie tabellen). Overigens kiezen de meeste warmtebedrijven ervoor om één tarief te hanteren voor alle aansluitingen, ongeacht net of bron, enkele uitzonderingen daargelaten.
(Het artikel gaat verder onder de tabellen.)
De overheid heeft ingegrepen om de pijn van de energiefactuur voor Nederlandse huishoudens te verminderen. Zo is de teruggaaf van de energiebelasting (officieel de vermindering van de energiebelasting) verhoogd. Dat komt alle huishoudens ten goede, zowel gas- als warmteklanten. Om zeker te stellen dat het alle huishoudens bereikt is ervoor gekozen die korting via de stroomrekening te verrekenen. Dat kan het imago van warmtebedrijven parten spelen: lang niet alle warmteklanten hebben hun stroomrekening bij hetzelfde bedrijf. Dan zien zij dus de volle mep van de warmtefactuur, zonder zich te realiseren dat een deel van die energiekosten worden verminderd door de teruggaaf op de stroomfactuur.
In de nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening wordt de koppeling met de aardgasprijs losgelaten, en kunnen warmtebedrijven hun tarieven koppelen aan gemaakt kosten. Daar wordt halsreikend naar uitgekeken.
Correcties & Aanvullingen
Dit artikel is gewijzigd op 8 januari 2022. Per abuis was bij Eneco de kosten voor het vastrecht, en niet de totale vaste kosten vermeld, die naast het vastrecht ook het meettarief en de afleverset omvatten. Daarnaast is in het bijschrift bij de tabel toegevoegd dat Stadsverwarming Purmerend €33 korting geeft op het variabele verbruik, om zo de rekensom beter navolgbaar te maken.