Nobian wil in 2040 CO₂-neutraal zijn. Goede maatwerkafspraken met de overheid zullen belangrijk zijn om dat doel te kunnen halen, zegt directeur duurzaamheid Marco Waas, die verkennende gesprekken voert met het ministerie. “De vergunningverlening duurt op dit moment gewoon te lang.”
Chemiebedrijf Nobian viert op 1 juli zijn eerste verjaardag. Afgelopen zomer ging de voormalige basischemicaliëntak van Nouryon, voorheen AkzoNobel, verder als zelfstandig bedrijf. Deze maandag besloot Nobian de wereld alvast te trakteren op een duurzaamheidsprogramma genaamd Grow Greener Together, waarin het onder meer zijn ambities op het vlak van de energietransitie presenteert.
Stoomketels en elektrolysers
Nobian is een grootverbruiker van energie en een van de twintig grootste uitstoters van Nederland, waarmee het kabinet maatwerkafspraken wil maken. Het verbruik van Nobian valt uiteen in twee belangrijke onderdelen.
De eerste hangt samen met het winnen en zuiveren van zout. Dit gebeurt van oudsher met stoom, maar het proces kan ook zonder stoom, op basis van elektriciteit. Dat is een relatief nieuwe techniek die nog niet op grote schaal is uitgerold.
Het gezuiverde zout is een grondstof voor een groot aantal industriële producten. Nobian maakt er zelf chloor en afgeleide producten van, via elektrolyse. Ook dat zijn bouwstenen voor verschillende industrieën, van de bouw via de biotech tot aan waterzuivering. Nobian heeft in Rotterdam een zoutwaterelektrolyser van 200MW.
Het belangrijkste doel: CO₂-neutraal in 2040 “zowel de eigen activiteiten als de waardeketen”. Tegen die tijd wil Nobian draaien op honderd procent hernieuwbare energie. Daarnaast wil het bedrijf op andere manieren bijdragen aan de energietransitie, onder andere door de productie van waterstof, door zoutcavernes geschikt te maken voor de waterstofopslag (zie tweede kader) en door lithium uit zout te winnen, voor de productie van batterijen.
Marco Waas is directeur onderzoek en ontwikkeling, techniek en duurzaamheid bij Nobian, en weet als geen ander wat er nodig is om de doelstellingen te halen. Hij is betrokken bij verkennende gesprekken met het ministerie over het maken van maatwerkafspraken.
Wat is er nodig om Nobian CO₂-neutraal te krijgen?
“Voor onze elektrolysers is het relatief eenvoudig. Die moeten gewoon op hernieuwbare elektriciteit gaan draaien. Voor onze winnings- en zuiveringsprocessen (zie eerste kader) zijn we begonnen met het vervangen van gasketels door restwarmte uit naburige fabrieken en e-boilers. Op de langere termijn kunnen we die processen elektrificeren, dus zonder eerst stoom te maken. Dat is efficiënter, maar dat zijn we nog aan het perfectioneren. Op dit moment is 15% van onze zoutwinning elektrisch.”
Is er in 2040 genoeg hernieuwbare elektriciteit beschikbaar om 100% van jullie vraag af te dekken?
“Daar gaan we niet op wachten. We sluiten steeds meer PPA’s (afnamecontracten) af om onze onze stroombehoefte af te dekken. Dat doen we zowel in Nederland, met windpark Krammer en windpark Bouwdokken, als in het buitenland, bijvoorbeeld in het Finse Mutkalampi. Daar gaan we mee door. We hebben bijvoorbeeld met een consortium van VEMW een bod uitgebracht op de tender voor offshore windpark Hollandse Kust (west). Op dit moment wordt overigens al ruim een derde van ons energieverbruik hernieuwbaar opgewekt.”
Wat zijn de speerpunten in jullie gesprekken met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat over de maatwerkafspraken?
“Voor ons zijn drie hoofdpunten van belang. Ondersteuning voor nieuwe technieken, meer algemeen financiële ondersteuning om de transitie versneld door te voeren, en het versnellen van de vergunningverlening.”
Waterstofproductie en -opslag
Afgelopen jaar richtte Nobian de joint venture HyCC op, samen met de Australische investeerder GIG, om waterstof te produceren. Zelf blijft Nobian ook waterstof produceren. Het verschil, zegt Waas, is dat waterstof voor HyCC het hoofdproduct is en voor Nobian een bijproduct van chloorproductie. HyCC werkt met zoet- en Nobian met zoutwaterelektrolysers.
De zoutcavernes die Nobian achterlaat kunnen geschikt zijn voor de opslag van waterstof. Dan moeten ze wel iets anders gevormd worden dan tot nu toe het geval was, namelijk ronder en kleiner.
Een proef van Gasunie in een zoutcaverne in Zuidwending moet meer kennis opleveren over hoe dit precies in zijn werk gaat.
Wat de rol van Nobian wordt bij de opslag, kan Waas nog niet zeggen: “In de eerste plaats zien wij onze rol in het maken van deze cavernes en het gebruiken van het zout. Als er meer bekend is over de opslag van waterstof, gaan we kijken wat daarna onze rol wordt.”
“We kunnen zoals gezegd ons winnings- en zuiveringsproces energiezuiniger maken door te elektrificeren. Die techniek bestaat al, maar als we de uitrol daarvan substantieel willen versnellen kost dat zoveel geld dat we dat als individueel bedrijf niet meer kunnen financieren. Op de korte termijn is dat namelijk minder rendabel dan de gebruikelijke techniek op basis van aardgas. Het zou fijn zijn als een regeling als de SDE++ open zou staan voor dit soort toepassingen, die indirect belangrijk zijn om de CO₂-uitstoot terug te brengen, en tegelijk het gasverbruik te verminderen.”
Wat bedoelt u met ‘algemene financiële ondersteuning’?
“Sommige fabrieken zouden we normaal gesproken pas over twintig jaar vervangen. Dat kan eerder, maar dat is bedrijfseconomisch niet rendabel, nog los van de vraag of er middelen zijn om dat te doen. Vergelijk het met een huishouden. Er zijn weinig mensen die het geld hebben om tegelijkertijd dubbel glas én muurisolatie én zonnepanelen én een warmtepomp aan te leggen. Daar moeten regelingen voor komen. Er is al steeds meer geld beschikbaar, maar tegelijkertijd komt er economische zwaar weer aan, dus het is afwachten hoe het kabinet daarop reageert.”
Hoe belangrijk is de vergunningverlening?
“Dat is misschien wel de belangrijkste van de drie. Het is steeds lastiger om een vergunning te krijgen in Nederland. Dat is op zich begrijpelijk. We leven in een klein land en burgers willen meer inspraak en een transparanter proces. Dat maakt vergunningverleners risicomijdend. Ze gaan vooraf meer vragen stellen, omdat ze niet nat willen gaan. Het is op zichzelf goed dat de industrie transparanter wordt over risico’s, maar op dit moment duurt het gewoon te lang.”
Waar ziet u de oplossing?
“Ik zou voorstander zijn van een soort ‘loods’ vanuit de overheid, die met een bedrijf kijkt welke vergunningen nodig zijn en hoe deze aan te vragen.”
Marco Waas, directeur duurzaamheid bij Nobian.
“Ik denk ten eerste dat de rollen van de verschillende partijen duidelijker moeten worden. Een van de problemen is dat je als bedrijf een afspraak met de minister kan maken, en dat het lokale gezag er dan alsnog een streep door zet.”
“Verder merk ik dat vergunningverleners en toezichthouders tegenwoordig een beetje tegenover de bedrijven staan en hen op een compliance-achtige manier beoordelen. Ik zou voorstander zijn van een soort ‘loods’ vanuit de overheid, die meer gezamenlijk met een bedrijf kijkt welke vergunningen nodig zijn, hoe deze aan te vragen en hoe het beste de bewoners en andere instellingen daarbij te betrekken.”
“Dat zou een directeur vergunningen kunnen zijn of een centrale instantie. Het zou ook iemand moeten zijn die het algemeen belang kan afwegen tegen het persoonlijke belang. Veiligheid staat voorop, en niemand wil een tweede ‘Groningen’. Tegelijkertijd is het voor een succesvolle energietransitie nodig dat de vergunningverlening versnelt.”