Energieleveranciers die zogeheten dynamische prijzen hanteren voor hun klanten, zijn tevreden over het prijsplafond voor kleinverbruikers dat de overheid dinsdag heeft ingesteld. “Het voordeel van dynamische prijzen komt extra tot zijn recht in de huidige omstandigheden”, zegt Auke Ferwerda, voorzitter van de branchevereniging VVDE.
Leveranciers van energie tegen dynamische prijzen bieden elektriciteit en gas aan op basis van de prijs van de zogeheten day-aheadmarkt, die elke middag voor de daaropvolgende dag worden gepubliceerd. Op de site van de recent door vijf bedrijven opgerichte Vereniging van Dynamische Energieleveranciers (VVDE) is deze grafiek dagelijks te zien. De klant moet er wel rekening mee houden dat prijzen in grote mate kunnen fluctueren (twee voorbeelden hieronder).
Bij deze kale marktprijs moeten voor levering aan de klant nog diverse kostenposten worden opgeteld, namelijk voor de bijbehorende garanties van oorsprong (GVO’s) als het gaat om hernieuwbare elektriciteit, energiebelasting, Opslag Duurzame Energie en natuurlijk de eigen onkosten van de leverancier. Deze laatste post kan elk bedrijf op eigen manier invullen, bijvoorbeeld via een vast maandelijks bedrag.
Auke Ferwerda van de VVDE is zelf oprichter van een van de vijf bedrijven in de vereniging: Energy Zero. Voor zijn eigen bedrijf rekent hij ruwweg voor dat de bijkomende kosten neerkomen op ongeveer een kwart van de uurprijs voor stroom. Met andere woorden: als de uurprijs €0,32 bedraagt komt daar ongeveer €0,08 bij voor een uiteindelijke klantenprijs van €0,40.
Met het nieuw ingestelde prijsplafond voor kleinverbruikers weten afnemers dat ze nooit meer zullen betalen dan, in het geval van stroom, €0,40 per kilowattuur omdat de overheid elk bedrag daarboven vergoedt. Het prijsplafond betekent dus dat de dynamische energieleverancier elke cent boven het maximum van €0,40 dat de klant betaalt, volgend jaar declareert aan de overheid, bevestigt Ferwerda desgevraagd.
Maar op de day-aheadmarkt zijn er uren met weinig vraag en bijvoorbeeld veel wind- en zonnestroom waarop de prijs richting nul zakt of zelfs eronder. In het boven gegeven rekenvoorbeeld waarbij een klant €0,40 betaalt als de elektriciteitsprijs €0,32 bedraagt, heeft de klant dus een voordeel zodra de day-aheadmarkt onder die prijs zakt. Als deze klant de mogelijkheid heeft flexibel te zijn in zijn of haar verbruik, kan hij of zij op die uren de wasmachine tegen lage kosten of vrijwel gratis laten draaien – ook een negatieve prijs wordt doorberekend, zegt Ferwerda, al moet ook over die geleverde energie wel gewoon energiebelasting worden betaald. “We blijven het dynamische prijzenvoordeel bieden aan de klant, die profiteert van elk uur dat de prijs onder de veertig cent zit”, zegt Ferwerda.
“Met ons product kan de klant blijven profiteren”, meent Ferwerda, “want er blijft een besparingsprikkel voor de klant die verbruik kan verminderen in dure uren of juist verleggen naar goedkope uren.” In die goedkope uren kan een klant profiteren van een prijs die lager kan uitvallen dan de plafondprijs van veertig cent, terwijl de klant die nu een contract bij een reguliere leverancier probeert af te sluiten al gauw €0,70 à €0,80 per kilowattuur betaalt voor een tarief dat de leverancier maandelijks kan aanpassen. “Het voordeel van dynamische prijzen komt extra tot zijn recht in huidige omstandigheden”, meent Ferwerda.