Toegegeven, ik hoopte gisterenavond lang deze column vanuit het perspectief van een ware winnaar te mogen schrijven. De Franse hanen hebben weliswaar lang gevochten: het mocht niet baten. Toch, mede gezien het feit dat de wereldbeker toch vaker naar Parijs mee is gereisd dan naar Amsterdam, voel ik dat ik deze column met enige autoriteit mag dichten.
Nederland heeft een vurige wens om wereldkampioen te worden. Als het met voetballen niet lukt, wordt er uitgeweken naar andere gebieden. Nederland wereldkampioen innovatie. Nederland wereldkampioen geïnstalleerd vermogen zonnepanelen per inwoner. Nederland wereldkampioen zonneauto. En sinds kort natuurlijk: Nederland wereldkampioen groene waterstof (in Powerpoint).
Maar er is een andere beker die ik na dit jaar zou willen uitreiken en dat is die voor wereldkampioen “dweilen met de kraan open!”. Het is natuurlijk altijd een spannende strijd met de zuiderburen, maar toch denk ik dat wij met zekerheid kunnen vaststellen dat de titel terecht is. Zo stond ik iets meer dan een week geleden achterin de zaal (ik kom weleens te laat…) toen de voorzitter van de uitvoeringstafel gebouwde omgeving een presentatie gaf over de opgave “op weg naar meer collectieve warmte” en over de wensenlijst van de tafel om hier een succes van te maken. “Kernpunten voor oplossing” las ik: comfort marktsector/gemeenten, duidelijkheid Wet collectieve warmtevoorziening, versnelling opstellen WUP’en (warmte-uitvoeringsplan), hulp bij inrichting publieke modellen, toereikende subsidies voor de bronnen, versneld innovaties naar de markt.
Ik geloof dat ik nog nooit zoveel verontwaardiging heb gevoeld. En tegelijkertijd daalde eindelijk het besef in dat ik de verontwaardiging al veel langer voel. Dàt was de reden waarom de hele discussie over het marktmodel voor warmtenetten mij koud liet. Dàt was de reden waarom ik niet eens de moeite heb genomen om de consultatie wetsvoorstel gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie te lezen. Het interesseert mij niet, omdat het doel volledig voorbij geschoten wordt. De weg naar meer collectieve warmte gaat via de afnemer. There. I said it.
Het doel van het beleid moet niet zijn: x kilometer aan warmtenetten aangelegd of x nieuwe bronnen aangeboord. Of x nieuwe steden aangesloten. Het moet zijn: wereldkampioen wegens x miljoen huishoudens met betaalbare warme comfortabele woningen zonder schimmel. Maak dat maar je beleid. En draai de boel om. Begin onderaan met de piramide, net zoals de Egyptenaren. Zorg voor een beleid waarbij iedereen zonder comfortabel warm schimmelloos huis toegang kan krijgen tot een oplossing. Luister naar wijken en gemeenten die hier keihard aan werken en hun ervaringen willen delen. Maak aansluitovereenkomsten bij collectieve netten simpel (geen bijlage van 94 bladzijden). Regel meer ruimte voor woningbouwcorporaties om mee te investeren in gemengde verenigingen van eigenaren (VVE’s). Of organiseer grootschalige wijkinkoopacties zodat de aannemer die met een renovatietreintje in de wijk met huurwoningen bezig is een paar wagonnetjes aan particuliere flats erachteraan kan haken.
Vergroot de werkruimte van dezelfde VVE’s waardoor ze niet moeten wachten tot iedereen en zijn moeder bij de ALV is geweest om een besluit te mogen nemen over dubbelglas of nieuwe kozijnen. Versimpel de vergunningprocedures om een gevel te mogen isoleren of een dak te vervangen. Herken dat de Wet natuurbeheer een grote drempel is voor grootschalige renovatie in plaats van de minister bij Op1 te laten vertellen dat hij dit in de nieuwe Omgevingswet helemaal heeft opgelost (is niet zo). Maak een paraplu van wetgeving waardoor alle VVE’s de wettelijke taak krijgen om niet alleen voor een likje verf in de trappenhal te zorgen, maar ook de 125.000 appartementencomplexen toekomstklaar te maken. Maak korte metten met angstverhalen over monopolies die hun zakken gaan vullen door keihard de prikkel te verleggen: hup, nu een nieuwe tarifering in plaats van een jaar te gaan bekvechten over wie waarover mag gaan straks. Richt een hulppunt in voor appartementeneigenaren in concessiegebieden die exorbitante prijzen moeten betalen als ze twintig jaar na dato ineens toch beslissen om naast ruimteverwarming nu warm water uit een collectief systeem te willen halen.
Hoe kan het dat wij al tientallen jaren met onze handen in het haar huilen om vollooprisico’s en alles eraan doen om de drempel aan de voorkant te verlagen en de afnemer letterlijk in de kou laten? Hoe kan het dat wij ons zorgen maken over of er voldoende subsidie is aan de voorkant en niet in willen zien dat die subsidie voor een groot deel niet nodig zou zijn als iedereen een passend aanbod zou krijgen en met enthousiasme zou overstappen op een collectief systeem? En hoe lachwekkend is het dat de mensen die het Deense warmtemodel aanprijzen zelf niet in één adem erbij vertellen dat het daar op gas (25%), kolen (15%) en biomassa en afval (60%) draait? Wij hebben in Nederland geen moeite met het hergebruiken van restwarmte die anders de Maas in zou verdwijnen. Wij hebben moeite met wetgeving die de afnemer nog steeds niet centraal stelt.
Ga daar wat aan doen. Anders ga je in 2023 zonder kwalificatiewedstrijd en mét golden buzzer gelijk door naar de finale voor de gouden dweil.