We hebben vandaag een gesprek met het ecologisch bureau dat voor de gemeente momenteel in de wijk een natuuronderzoek aan het uitvoeren is. Tot april volgend jaar staan ze regelmatig bij schemer met zogenaamde batdetectors de uitvliegende vleermuizen te tellen die in de spouw van veel appartementencomplexen schuilen en paren. De gemeente heeft zelf het heft in handen genomen door het onderzoek in één keer voor de hele wijk te laten uitvoeren, zodat er niet voor elke flat een aparte studie moet komen en één voor één ontheffing moet worden aangevraagd bij de omgevingsdienst.
Dat laatste zou namelijk voor niemand gunstig zijn; het liefst bekijk je het leefgebied van de beschermde diersoorten integraal en flat voor flat werken leidt ook tot extra kosten en vertragingen voor de bewoners. Om jullie een beeld te geven van hoeveel vertraging… houd je vast: tussen anderhalf à twee jaar.
Nu kan ik mij voorstellen dat jullie denken “wat boeien ons die vleermuizen nou precies?”. Culinair hebben wij (in Nederland) weliswaar maar een beperkte interesse in de vleermuis, maar een kolonie dwergvleermuizen eet in een gemiddelde wijk al snel 14,7 miljoen insecten, waaronder veel muggen! En waar hebben wij collectief een grote hekel aan? Precies. Ook eten vleermuizen veel insecten die schade aan landbouwgewassen toebrengen. Oftewel: wij hebben toch liever wijken waar de vleermuis niet uit verdwijnt. Hetzelfde geldt overigens voor de gierzwaluw: zo leerde ik in het afgelopen jaar dat een gierzwaluw maar liefst vijftienduizend insecten per dag naar binnen werkt. Dus drie werf hoera voor de Wet natuurbescherming!
Maar wat hebben de vleermuizen te maken met een klimaatneutraal Nederland? Als je een spouw isoleert of een dak renoveert (en ook als je een gebouw sloopt) heb je een vergunning nodig. De meeste mensen weten dat niet echt (of doen alsof ze het niet weten) en laten een busje voorrijden om de boel in een uur met polyol en isocyanaat (“pur” klinkt wel wat vriendelijker, hè?) te laten volspuiten zonder een seconde te hebben nagedacht over het wildlife dat onder de dakpannen of in de spouw over de jaren een heel leven heeft opgebouwd.
Waar je dit voor een huis vrij makkelijk onder de radar kan houden- afhankelijk van de relatie met je buren- is het voor een flatgebouw niet mogelijk. Ook vaak omdat de buitenkant van het pand gaat veranderen qua look and feel en er dan sowieso sprake is van een vergunning om aan de slag te mogen gaan met de renovatie. En de vergunning en ontheffing krijg je dus ook niet zomaar. Eerst een quickscan (is er überhaupt sprake van een pand waar vleermuizen of huismussen het naar de zin zouden kunnen hebben), dan een jaar natuuronderzoek (die je het liefst aaneensluitend moet doorlopen en dus echt in maart/april moet starten) waarin de vliegroutes, type vogels en vleermuizen in kaart worden gebracht maar ook hun leefgebieden worden omschreven: waar halen ze hun eten vandaan, welke strook groen of welke boom speelt echt een systeemfunctie.
Als alles is onderzocht moet er een plan worden gemaakt om de dieren tijdens de renovatie (en erna) te beschermen: dit heet het SMP (Soorten Management Plan). In een SMP stel je maatregelen voor om op de korte en lange termijn het gebied leefbaar te houden voor de beschermde diersoorten. De gemeente krijgt dan van de omgevingsdienst, als het SMP na zo’n anderhalf jaar goed wordt bevonden, de mogelijkheid om zelf ontheffingen aan bewoners te verlenen. Dit bespaart de bewoners geld, tijd, een eigen onderzoek en papierwerk. Om de ontheffing zelf te kunnen verlenen heeft een gemeente heel wat nodig: de kennis en expertise moet aanwezig zijn en er moet ook nauwlettend in de gaten worden gehouden of het beleid tot de gewenste resultaten leidt. Evaluatierapporten moeten worden overlegd met de omgevingsdienst en er moet sprake zijn van een goede monitoringssystematiek. Dit is toch weer een klusje erbij voor de gemeente bij de uitvoering van het Klimaatakkoord!
“Ik hoor mezelf beginnen over de “klantreis” van de VVE. Gruwel.”
Terug naar het gesprek. Collega Piet¹ en ik krijgen nu uitgelegd hoe de procedure straks in zijn werk zal gaan, als de gemeente eenmaal de finish heeft gehaald en zelf ontheffingen mag verlenen. Ik hoor mezelf beginnen over de “klantreis” van de VVE. Gruwel. Je kan het meisje uit het energiebedrijf halen, maar na zeven jaar blijkt het energiebedrijf toch nog niet uit het meisje te zijn.
Anyway, wat moet straks Kees, de bestuurder van VVE De Klaproos, doen als hij na 7.363 ALV’s, aanpassing van zijn splitstingsakte, rondje langs alle hypotheekhouders en de verpachter eindelijk toe is aan het isoleren van het dak en de gevel van het appartementecomplex? “Nou”, antwoordt de ecoloog, “dan hangt het af of er sprake is van een eenvoudige of van een complexe procedure”. Ik zie de bui al hangen… En ik maar denken dat wij als gemeente alle barrières voor de VVE hadden weggehaald met ons goede gedrag!
Lang verhaal kort, gebiedsontheffing of geen ontheffing: als een pand een massa- of een kraamverblijf voor vleermuizen blijkt te zijn dan moet er alsnog door de VVE een specifiek formulier worden ingevuld waarin alle mitigerende maatregelen voor dat pand zijn opgesomd. “Wat zijn de opties dan?”, vragen Piet en ik tegelijk. “Nou, bijvoorbeeld dat je het pand niet isoleert en de mensen compenseert voor het feit dat ze hiermee een vleermuisverblijf intact helpen houden.” Ik begrijp uiteraard heel goed waarom hij dat zegt, maar het is simpelweg niet het antwoord waar ik, maar vooral de VVE-bestuurders op zitten wachten, met hun label G-woningen, schimmel als de verwarming uitstaat en een stijgende betaalproblematiek wat betreft de energierekening. Dit zijn de dagen dat ik bijna weer zou gaan drinken. Ik voel me echt Asterix die het formulier A38 moet invullen.
Ondertussen, in het parallel universum dat LinkedIn heet, word ik door een onbekende gewezen op de eisen van Extinction Rebellion. Over eentje vooral breek ik mijn hoofd: “2. Doe wat nodig is om het verlies van biodiversiteit te stoppen en verminder de uitstoot van broeikasgassen naar netto nul in 2025. Zorg dat dit op een rechtvaardige manier gebeurt.”
De kortetermijndoelen van mijn carrière zijn momenteel: haal twee (en hopelijk vijf) VVE’s van het aardgas in 2025, op een rechtvaardige manier en met behoud van diversiteit. Dus: met compensatieverblijven voor vleermuizen en flinke aanpassingen aan het groen en maaibeleid in het gebied. Qua rechtvaardigheid is er dan jaren gestreden voor aanpassingen in de regels, voorwaarden en rentes voor deze doelgroep zodat de transitie enigszins betaalbaar blijft. Inclusief hoofdbrekens rondom zaken zoals erfpacht, aanpassingen van splitstingsaktes, kwalitatieve bedingen en andere dingen waar je je dagelijks echt niet mee bezig wil houden.
Nee mensen, er gaat geen dag voorbij waarop ik niet vurig hoop dat ik rechts of links ingehaald word door strijdende wereldverbeteraars die het systeem en onze tienduizenden regels vóór die tijd op hun kop hebben weten te krijgen.
¹ Niet zijn echte naam.