“Denk jij dat wij ooit weer als sprekers gevraagd worden na vanavond?”
Claudia stelt mij een goede vraag. Wij zijn op de terugweg van een avond over de versnelling van de verduurzaming van gemengde VvE’s. Zij heeft aangeboden mij naar huis te brengen, wat op dit tijdstip en gezien het weer echt heel fijn is. Zij stelt zichzelf en mij deze vraag omdat wij tijdens het event allebei nogal afstaken met een, in onze ogen, pijnlijk realistisch beeld van hoe de verduurzamingsopgave van grote appartementencomplexen er momenteel aan toe gaat. Torenhoge eisen aan besluitvorming, strakke omlijning van wat wel/niet gezamenlijk aangepakt en gefinancierd kan worden, andere financiële mogelijkheden dan wat voor huiseigenaren geldt, verstoorde verstandhouding tussen eigenaren bewoners en grooteigenaren (vastgoedbeleggers of woningcorporaties), niet passende subsidies van het Rijk en de altijd-vergeten-huurders in het pand.
Gedurende de avond kwamen andere sprekers vertellen dat het wel kan: kwestie van een lange adem, een goede projectbegeleider, een slim advies, het meenemen van bewoners en creëren van het broodnodige draagvlak.
Ik heb in het afgelopen jaar iedereen en zijn moeder geprobeerd te vertellen waarom het aardgasvrij maken van een Vereniging van Eigenaar zo lastig gaat, waarom het niet aan de bewoners en hun motivatie ligt en waarom de miljoenen subsidies die beetje bij beetje op isolatie worden losgelaten het verschil tussen villawijken en woontorens alleen maar zijn gaan vergroten. Aan mijn inzet zal het in ieder geval niet gelegen hebben, ik vermoed dat er niemand in mijn omgeving is die nu niet weet wat de problemen zijn. Ik heb het er over thuis aan tafel, in de auto als ik mijn zoon om 5:15 uur naar zwemmen moet rijden, tijdens het rennen (in ruil voor saaie dataverhalen bij hypotheektrajecten van hardloopvriendin Maartje), uiteraard op kantoor en iedere keer als ik random nieuwe mensen ontmoet en moet vertellen wat ik met mijn leven doe.
Wij naderen het einde van het jaar en ik ben eigenlijk somberder dan ooit over de energietransitie. Er zijn namelijk nog meer realistische verhalen te vertellen.
Er liggen voldoende waarschuwingen van de ombudsman en van de WRR: mensen zullen pas een vergaand klimaatbeleid steunen als zij niet meer het gevoel hebben dat zij de enigen zijn die eraan bijdragen. Waar de kranten (en de premier) ons maanden lang hebben gerustgesteld over dalende gasprijzen, zijn ze blijven hangen rond het niveau van de zomer van 2021 (nog altijd 2x zo hoog als de jaren daarvoor) en lopen ondertussen de energiespreekuren en de agenda’s van de energiefixers weer vol. Wie ons in Schiedam nu belt, is eind januari aan de beurt. Ondanks de inzet van, naast het reguliere team, veel vrijwilligers in de weekends.
Voordeuren waar je aan de zijkanten recht naar buiten kijkt, ramen die al meer dan tien jaar niet meer dicht kunnen, kozijnen die zo lek zijn dat ze in de slaapkamers van kinderen continu water laten druppelen, zwarte schimmel aan de muren en radiatoren die uit voorzorg zijn uitgedraaid. Een tochtstrip hier en daar, een paar lampen vervangen, het ventilatierooster schoonpoetsen balancerend op een voet in het kozijn, een brievenbusborstel erin schroeven, radiatorfolie plakken en een warm gesprek; dat is wat wij op de korte termijn te bieden hebben. Bij aanvang van onze tweede winter van hoge energieprijzen. In een ontwikkeld land waar alles in principe af is. En dan duwen de bewoners en huurders op het moment dat wij afscheid nemen nog een tientje in de hand van de klussers, die hier steevast voor bedanken. “Het is gratis”, zeggen wij dan. “Cadeautje van het ministerie!”
Met het gure winterse weer voel ik steeds als ik weer buitenkom een steek. Want ik zie met het bestaande beleid geen verbetering op komst. Mensen die bang zijn om hun particuliere huurbaas aan te klagen. Die gaan straks écht geen tochtkorting afdwingen via de gemeente, zoals zoveel politieke partijen in hun programma’s op hebben laten nemen. Huurders in de genoemde VvE’s die afhankelijk zijn van een besluitvormingsproces waar zij geen onderdeel van zijn. Appartementeigenaren die te maken hebben met disproportioneel hogere rentes dan wanneer ze met hetzelfde inkomen een ‘huisje met een tuintje’ hadden gehad.
Als ik de tochtende voordeur achter mij dicht trek denk ik aan de 101 juridische belemmeringen die nog in de weg staan, aan de notarissen die hier goed aan verdienen, aan de subsidies die beschikbaar zijn maar iedere keer net niet passen, of co-financiering eisen van huishoudens met een lege portemonnee. Ik denk aan het feit dat ons beleid is vormgegeven op de elasticiteit van de energievraag van bewoners van de stijgende gasprijzen. Dat de rekenbureau’s aan tipping points denken voor een investeringsbesluit. Dat men op Twitter zegt dat de schimmel aan de muur aan de huurder ligt, die vast niet goed heeft nagedacht over CO₂-balansventilatie.
De enige nuttige inbreng over energiearmoede van het afgelopen jaar is wat mij betreft afkomstig van Olof van de Graag van de NVDE bij het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer op 14 september over de verduurzaming van de woningvoorraad. Hij heeft laten uitrekenen dat je met €11 mrd 1,1 miljoen mensen kan helpen aan een volledig verduurzaamde woning, zonder aardgas, mét structurele verlaging van de energierekening van €100 per jaar.
Je zou kunnen beargumenteren dat €11 mrd heel veel geld is. Ik verwacht echter niet dat het bedrag de grootste drempel vormt voor het uitvoeren van de aanpak die Van der Gaag voorstelt. Zijn idee van volledige ontzorging heeft heel wat implicaties die weerstand oproepen: dat wij collectief uit onze terugverdiendroom worden wakker geschud, bijvoorbeeld. Dat wij stoppen te vertellen dat mensen uit zichzelf moeten investeren omdat je anders “slecht spaar/onderhoudgedrag” beloont. Dat wij uit de kramp schieten over staatssteun aan huisjesmelkers en stoppen met wapperen met de Participatiewet als reden om mensen niet te helpen, om maar een voorbeeld te noemen. Zolang wij dit niet rechtvaardig hebben geregeld zal het draagvlak voor alle andere duurzame doelen verder afbrokkelen. Alle verontwaardiging over verkiezingsuitslagen ten spijt.
“Ik ben geschokt door het gebrek aan ondergrens van de kwaliteit van woningen in Nederland”, appte een van de vrijwilligers van de klusdag van eind november mij. Ik ben helaas niet meer geschokt. Schoon water is in Nederland een recht. Een gezonde droge slaapkamer zou dat wat mij betreft ook moeten worden.
Er zijn genoeg sprekers te vinden voor inspirerende verhalen van bewoners die lang en gelukkig leefden naast hun warmtepomp. Ik ben er niet meer voor beschikbaar. Ik wil het beleid beter maken, niet in stand houden.