Er is een storm op komst in de offshore windsector: kunnen we nog steeds subsidievrije windparken najagen, of moeten we onze koers wijzigen? De vraag rijst of de overheid moet ingrijpen door subsidies weer mogelijk te maken in aankomende tenders om zo de uitrol van offshore wind te verzekeren.
Dat de offshore windsector in zwaar weer verkeert, werd duidelijk door de mislukte Engelse tender van september 2023, met welgeteld nul biedingen. De voornaamste redenen zijn de gestegen kosten van materiaal en van kapitaal, en het achterblijven van de elektriciteitsvraag op het aanbod. Naar verwachting zal de elektriciteitsvraag wel weer toegroeien naar het aanbod, maar vertraagd. Dat verlaagt de inkomsten van nieuwe windparken vooral in de eerste operationele jaren die juist bij hoge kapitaalkosten het belangrijkst zijn voor een positieve businesscase.
Hoe deze ontwikkelingen zich doorzetten is onzeker en ze liggen buiten de invloedssfeer van de parkontwikkelaar. De Nederlandse overheid kan echter wel invloed uitoefenen op de vraag naar elektriciteit door de juiste condities te creëren om elektrificatie mogelijk te maken, en is hier ook al mee bezig. Denk daarbij aan investeringen in het net, het (deels) dekken van aansluitkosten, of beleid dat bijdraagt aan investeringsbesluiten voor elektrolysers.
Een succesvolle tender is cruciaal om de Nederlandse energietransitie te laten slagen: voor het behalen van de 2030 klimaatdoelen is de bijdrage van circa 20 GW elektriciteit uit wind onmisbaar. Om de daarvoor benodigde verviervoudiging van het opgesteld vermogen te kunnen realiseren moet de business case positief zijn. De overheid kan dat garanderen door de optie op subsidie in tenders terug te brengen: er kan dan op de hoogte van de subsidie geboden worden in de tender, met nog steeds de mogelijkheid om helemaal geen subsidie aan te vragen of zelfs een financiële bijdrage (negatieve subsidie) te bieden.
Het tijdig terugbrengen van de mogelijkheid van subsidies vormt daarmee een garantie voor het slagen van tenders, die mogelijk onaangeraakt blijft. Gegeven het ambitieuze groeipad voor wind op zee kunnen we ons geen tijdverlies door een mislukte tenderronde permitteren. Ook de Engelse overheid heeft de subsidievoorwaarden voor volgende tenders inmiddels aangepast, om een debacle zoals in de vorige ronde te vermijden.
Contract for Difference
Voor subsidiëring van nieuwe CO₂-vrije elektriciteitsproductie suggereert de recent overeengekomen EU Electricity Market Reform een tweezijdig Contract for Difference (CfD): de overheid past bij als de marktprijs onder een bepaalde prijsdrempel komt, en de ontwikkelaar staat inkomsten af als de marktprijs boven dat niveau komt. Op de hoogte van die prijsdrempel kan dan geboden worden. Het staat nog ter discussie of Nederland de tweezijdige CfD zal implementeren als subsidieregeling, of dat men bij de huidige SDE++ blijft.
Zaak is voornamelijk dat het subsidie-instrument zo gauw mogelijk kan worden ingezet, en dat het effectief is: het moet parkontwikkelaars zekerheid bieden voor investeringen, zorgen dat eigenaren van windparken ook optimaal opereren bij lage prijzen, en de hoogte van de subsidie moet afhankelijk zijn van de prijsontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt.
Dat laatste heeft als bijkomstig positief effect dat de staat een financiële prikkel krijgt om gedurende de levensduur van het windpark de optimale condities voor offshore wind te creëren, omdat zij dan minder subsidie hoeft uit te keren – of mogelijk zelfs meeprofiteert. Dat signaal verlaagt de onzekerheid in de business case op de ontwikkelingen rondom de elektriciteitsvraag, wat weer zorgt dat er betere biedingen gedaan kunnen worden.
Voorzorgsmaatregel
De wens om subsidievrije windparken te blijven realiseren is begrijpelijk. Het terugbrengen van de mogelijkheid van subsidies is echter geen stap terug, maar een stap vooruit: een extra commitment van de overheid dat zij er alles aan zal doen om de energietransitie in goede banen te leiden tegen de laagste kosten.
28 maart sluiten de tenders voor IJmuiden Ver Alpha en Beta. Een cruciaal moment om te peilen hoe het offshore wind-klimaat in Nederland er voor staat, en of we nog op subsidievrije offshore windparken kunnen rekenen in 2024. Ook als daar succesvolle biedingen uitkomen, zal de komende vijf jaar nog ruim 12 GW aan nieuwe offshore windparken getenderd worden. Het terugbrengen van een subsidie zou niet pas moeten gebeuren na een mislukte tender, maar als voorzorgsmaatregel. Met de mogelijkheid om aanspraak te maken op een subsidie garandeert de overheid dat biedingen (blijven) komen.
Kees van der Leun is algemeen directeur van Common Futures, een adviesbureau dat zich tot doel stelt de energietransitie te versnellen. Jelle Hofstra is consultant energiesysteem bij hetzelfde bedrijf.