Afgelopen zomer zat ik op een terras in een klein dorpje aan zee in Spanje. Sinds Corona kom ik hier een paar keer per jaar. Het terras ligt ongeveer anderhalve meter boven het strand. Nou ja, dat lag het eigenlijk.
(Ernst Japikse sprak deze column uit op de Energeia Energy Day op 11 november in Utrecht.)
Want het viel me op dat het strand daar niet meer te zien was en de zee tegen het gebouw aan klotste. Met handen en voeten communiceerde ik met de eigenaar van het barretje hierover. Ik begreep dat dit klotsen inmiddels vrijwel permanent gebeurt. De eigenaar is oud, dus het zou zijn tijd wel duren. Als het gebouw het begeeft dan stopt hij ermee. Ineens voel ik het effect van de klimaatverandering wel heel dichtbij komen.
Enigszins in shock vertel ik dit later aan mijn 23-jarige dochter Quirine. De eerste vraag die ze stelt is hoe dat dan met onze droom moet in dat dorp. Nu moet u weten dat we daar wel oud willen worden. Ik wil haar geruststellen en zeg: “Onze favoriete plek ligt op een heuvel, dat komt wel goed. Ik ga in ieder geval niet meemaken dat de zee daar komt.” Die laatste zin valt helemaal niet goed.
Met haar prachtige felblauwe ogen kijkt ze me doordringend aan en zegt: “Maar pap, en mijn kinderen later dan?” Deze opmerking komt hard binnen. Al jaren vertel ik namelijk bij kennismakingen dat ik mijn baan vanuit een purpose doe, dat ik een betere wereld voor uw en mijn kinderen en kleinkinderen wil achterlaten. En nu doe ik het stijgen van de waterspiegel zo af.
Ons gesprek gaat verder. Samengevat komt het er op neer dat ik haar vertel dat ik best hard werk en welke activiteiten zoal bij mijn werk horen. Ze stelt de vraag niet rechtstreeks, maar ik vertaal het voor mijzelf: hoeveel impact maak je eigenlijk? Nu wordt het echt ongemakkelijk; een stevig potje zelfreflectie komt los. Ik ben namelijk mijn baan gaan doen om serieus een verschil te maken voor de energietransitie.
Ik begin terug te kijken op vijf jaar Ennatuurlijk. Drie stevige crises – corona, de gascrisis en de aanstaande warmtewet – hebben veel van mijn aandacht gevraagd. Ik besteed veel tijd aan stakeholders, netwerk, aandeelhouder, commissarissen, et cetera. Maar hoeveel CO₂ heb ik nu eigenlijk daadwerkelijk al bespaard? Ik kan natuurlijk zeggen: ik zit op de weg naar die besparingen, het kost tijd en nog meer van dat soort dingen. En dat is natuurlijk ook waar. Mijn omgeving vindt over het algemeen dat ik naar behoren functioneer en zegt ‘goed gedaan’.
En toch knaagt het! Het valt me van mezelf tegen dat ik onderdeel van het systeem ben geworden. Het systeem dat zich hier vandaag voor een deel verzameld heeft op de Energeia Energy Day en de lezers van mijn column. Het systeem dat de echte doorbraak nog niet heeft kunnen forceren. Ik kan van alles de schuld geven, de politiek werkt meer tegen dan mee, de eerder genoemden crises. Anderen – u dus – komen ook niet veel verder. Het is allemaal waar, maar van mij en ook van u mag het leiderschap verwacht worden om dit te doorbreken. Als wij het niet doen, wie doet het dan wel? We zitten hier toch niet met een inspanningsverplichting maar met een resultaatverplichting?
Tijd voor een kritische blik in de agenda, wat dragen de verschillende activiteiten nu echt bij aan het doorbreken van wat we altijd hebben gedaan? En dus niet oplevert wat we echt moeten leveren. We zitten hier op de Energeia Energy Day met driehonderd mensen een dag te praten over de grote verbouwing. Net als vorig jaar. Maar zijn we dan echt verder dan een jaar geleden? Zou dit congres niet eigenlijk ‘De grote doorbraak’ moeten gaan heten?
Ik daag u uit om straks bij de borrel al de eerste stap te zetten en het er eens over te hebben wat uzelf anders zou kunnen doen. En dat dan ook door te trekken de komende tijd. Zodat, als we volgend jaar opnieuw de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) krijgen, we niet weer naar de krokodillentranen uit Den Haag hoeven te luisteren waarom het allemaal niet gelukt is. En vooral niet de rituele dansen hoeven te aanschouwen waarbij iedereen elkaar weer de schuld geeft.
Hier zitten genoeg mensen die het moeten kunnen doorbreken. Laten we zorgen dat u niet met uw mond vol tanden staat als uw zoon, dochter, neefje, nichtje, buurkinderen u de vraag stelt: “En mijn kinderen later dan?”
Over de auteur
-
Ernst Japikse
Ernst Japikse is al jaren actief in de energietransitie afwisselend vanaf de publieke kant en de private kant. Sinds 2020 is hij algemeen directeur van Ennatuurlijk en daarnaast sinds 2021 voorzitter van Stichting Warmtenetwerk. Hij schrijft deze columns op persoonlijke titel.