‘Nederland heeft veel laadinfra, maar het is bijna allemaal traag’ — artikel bevat een betaalmuur

Het Franse snellaadbedrijf ELECTRA heeft de ambitie om in 2030 een Europees netwerk van meer dan 15.000 snelladers gerealiseerd te hebben. Sinds kort is het bedrijf ook actief in Nederland. “Onze concurrent is niet Fastned of Shell, maar de verbrandingsmotor”, zegt Louis-Charles Mosseray, general manager Benelux bij ELECTRA.

Het van origine Franse snellaadbedrijf ELECTRA opende in november zijn eerste snellader in Sliedrecht, wat het begin zou moeten zijn van een netwerk van zo’n 600 snellaadpunten die het bedrijf in 2030 operationeel hoopt te hebben in Nederland. ELECTRA heeft de ambitie om in Europa een “top-3-speler” op het gebied van snelladen te zijn, zegt Louis-Charles Mosseray, general manager Benelux, in gesprek met Energeia.

In tegenstelling tot Neerlands bekendste snellaadbedrijf Fastned zet ELECTRA bewust niet in op het verwerven van laadlocaties langs snelwegen. “Het is vanaf de oprichting al de strategie om juist in stedelijke gebieden actief te zijn”, zegt Mosseray. “In Nederland is daar nu ook het minste aanbod van snelladers, dus daar ligt onze focus, met name in de Randstad.”

Een ander belangrijk onderdeel van de ELECTRA-strategie is het sluiten van partnerschappen met bedrijven op wier terrein ELECTRA zijn laadstations kan plaatsen. Bij voorkeur zijn dat plekken waar mensen net lang genoeg verblijven voor een snellaadsessie, zoals supermarkten of (fastfood)restaurants. Onlangs sloot ELECTRA een partnerschap in Nederland met fastfoodketen KFC, waarbij vijf laadstations geplaatst kunnen worden, in Utrecht, Delft, Lelystad, Vlaardingen en Hoogeveen. Het eerste station dat inmiddels in Sliedrecht is gerealiseerd, staat bij een vestiging van Délifrance. In België heeft ELECTRA onder meer contracten met supermarktketens Delhaize en met fastfoodrestaurant Burger King.

De ambities van ELECTRA doen denken aan die van Fastned: beide partijen geloven dat snelladen de toekomst heeft en willen een Europees dekkend netwerk van laadstations bouwen. Maar echte concurrenten zijn ze niet, vindt Mosseray. “Natuurlijk verkopen we allebei kilowatturen aan EV-rijders, maar we hebben een heel andere strategie. Ik zie de verbrandingsmotor als onze echte concurrentie. Voor onze winstgevendheid is het belangrijker dat het aandeel elektrische auto’s blijft groeien dan dat we met andere laadpaalexploitanten gaan concurreren om de bestaande EV-rijders.”

Daarbij heeft ELECTRA uiteraard liever dat de groei van het percentage elektrische auto’s sneller gaat dan langzamer, maar als de verkoop enigszins lijkt te vertragen, is dat niet meteen een groot probleem, stelt Mosseray. “Hoe snel de adaptatie gaat, heeft natuurlijk impact op ons verdienmodel. Maar we zijn overtuigd van de uiteindelijke richting. Ooit zullen alle auto’s in de EU elektrisch zijn, en of het er in 2030 in Nederland nou twee of drie miljoen zijn, is niet het belangrijkste.”

Gebruiksgemak en laadervaring

In Nederland, wereldwijd een van de koplopers als het gaat om EV-laadinfrastructuur, is ELECTRA een relatieve laatkomer. Maar een nadeel is dat niet, vindt Mosseray. “Er is volgens mij niet echt een first mover advantage. Er zijn nog altijd heel goede locaties beschikbaar, en bovendien is locatie wel belangrijk, maar niet het enige.”

Want behalve door strategische locaties in stedelijk gebied wil ELECTRA zich vooral ook onderscheiden door zijn dienstverlening, zegt Mosseray. “Er zijn in Nederland wel heel veel laadpalen, maar het grootste deel is traag en zelfs als ze snel zijn, is er nog heel veel ruimte voor verbetering. Ook de prijs speelt mee, het gebruiksgemak, de laadervaring in het algemeen.”

En juist op dat gebied is volgens Mosseray nog veel winst te behalen. Volgens Mosseray mislukt 17% van alle laadsessies, terwijl de laders van ELECTRA volgens Mosseray 99% van de tijd werken. “Laadsessies gaan voornamelijk mis door softwarefouten. Daar zijn wij juist heel goed in, onze software wordt bijna geheel in-house ontwikkeld.”

Netcongestie

Dat het elektriciteitsnet in grote delen van Nederland ‘vol’ zit en er dus op veel plekken een wachtrij bestaat voor nieuwe aansluitingen, hoeft de ambities van ELECTRA volgens Mosseray niet in de weg te staan. “Wij zien laadinfrastructuur eerder als oplossing dan als probleem voor het net. We proberen telkens een batterij tussen het net en onze laadpaal te plaatsen, zodat we ook ons steentje bij kunnen dragen aan netcongestie.” Door een batterij in te zetten als ‘congestieverzachter’ kan ELECTRA op basis van het prioriteringskader van de ACM voorrang krijgen bij het aanvragen van een aansluiting.

Overigens heeft ELECTRA bij de eerste Nederlandse snellader in Sliedrecht geen batterij geplaatst, omdat het daar volgens Mosseray niet nodig was. “Maar in Frankrijk hebben we wel al batterijen bij snelladers geplaatst, terwijl daar geen sprake is van netcongestie. Op de lange termijn zien we dat als de standaard.”

Investering door PGGM

Het bouwen van een Europees snellaadnetwerk vergt hoge investeringen. ELECTRA wist de afgelopen drie jaar ruim €600 mln aan kapitaal op te halen. Onder de investeerders is ook de Nederlandse pensioenbelegger PGGM, die begin dit jaar namens Pensioenfonds Zorg en Welzijn en enkele andere pensioenfondsen aandeelhouder in ELECTRA is geworden.

Op dit moment is ELECTRA actief in negen landen: Frankrijk, België, Luxemburg, Nederland, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Italië en Spanje. Voor toekomstige expansie ligt Noord-Europa meer voor de hand dan bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk of Oost-Europa, zegt Mosseray. “We kunnen meerdere richtingen uit, maar we kijken naar waar veel elektrische auto’s zijn, dus dan denk ik eerder aan uitbreiding richting het noorden.”