Waar ik ooit mijn werk begon met het idee dat ik me vooral druk ging maken om de duurzaamheid van de warmte, temperatuur in de leidingen en afmetingen van afleversets, ben ik de afgelopen jaren vooral bezig geweest met het proberen te begrijpen hoe de bewoners van zogenaamde kwetsbare wijken tegen energie en vooral tegen verduurzaming aankijken.
“Wie geld heeft zal nooit begrijpen wat armoede echt betekent”, vertelde politicoloog Tim ’S Jongers in verschillende interviews vorig jaar. Omdat ik moeite heb met het woord ‘nooit’, heb voor ik mezelf tot missie gemaakt om zijn ongelijk te bewijzen en om naar het beleid dat ‘wij’ gemaakt hebben voor de verduurzaming van wijken en gebouwen te kijken vanuit het perspectief en de realiteit van mensen zonder geld.
Zo koester ik ook al een tijdje de (niet meer zo stiekeme) droom om Kamerlid te worden en kan ik jullie alvast waarschuwen dat (mocht ik ooit op een lijst weten te komen) een stem op mij eigenlijk betekent dat je, binnen deze/onze bubbel, ook vindt dat je je eigen warmtepomp prima zonder subsidie kan kopen.

Afgelopen jaar werd ik uitgenodigd bij een armoede-tentoonstelling. Met voorafgaand een theatervoorstelling. Zo kon je het verhaal volgen van een gescheiden vader die arbeidsongeschikt was geraakt en zag je met leden ogen aan hoe hij keer op keer besluiten nam die hem nog verder het moeras in brachten. Van het niet openen van enveloppen van energieleveranciers en het bestellen van witgoed op rekening tot aan op de pof kopen met betaaldienst Klarna.
Bij iedere stap kreeg je als toeschouwer de mogelijkheid om binnen drie minuten een advies te geven over wat hij met het resterende maandgeld aan moest; welke factuur betaal je niet en welke moet echt. De stress nam onder de deelnemers toe en we gingen daardoor ook fouten maken. Aan het einde van de rit had ik, samen met mijn ‘groepje’, met mijn adviezen zijn situatie nóg problematischer gemaakt, ongelofelijk maar vooral confronterend, we weten het allemaal toch zo goed?
Als onderdeel van mijn ‘studiereis’ luister ik ook naar relevante podcasts, vorige week nog De Schuldigen van KRO-NCRV. Daar hoorde ik voor het eerst over de theorie van ‘de koopman en de dominee’. Deze gaat als volgt: de Nederlandse cultuur hinkt op beide mentaliteiten. Aan de ene kant is er de dominee die gelooft in boetedoening en gedreven is door morele perfectie. En aan de andere kant de koopman die vooral met economisch verstand en een handelsgeest naar de zaken kijkt. Waar de dominee in onze samenleving spreekt, worden mensen met een problematische schuld tientallen jarenlang vooruit gesleept met een minimale bestaanszekerheid en weinig hoop op een betere toekomst. Maar waar de koopman de rekenmachine naar voren haalt, blijkt dat de maatschappelijke kosten van mensen met problematische schulden €8,5 mrd bedragen terwijl er ‘slechts’ €3 mrd schuld uitstaat.
En misschien nóg erger in een markt waar alle branches schreeuwen om arbeidskrachten: hier zijn maar liefst 121.000 fte mee bezig. Die in de tussentijd aan een ziekenhuisbed hadden kunnen werken, kabels in de grond hadden kunnen leggen of vergunningen verlenen voor nieuwe bouw- of energieprojecten.
Hoe herkenbaar! Ik word echt simpel van het huidige stelsel aan subsidies en financieringsinstrumenten voor de verduurzaming van woningen en/of het aanpakken van energiearmoede. Beleidmakers schatten de kosten van isolatie en verduurzaming consistent te laag in (en dan niet een beetje, maar in sommige gevallen zitten de rekenmeesters er een factor 5 à 8 naast).
Ik heb dit vaker in gesprekken laten vallen en wordt daarna altijd gebeld of gemaild met verwijzingen naar rapporten waarin deze kosten toch echt zijn onderbouwd. Ik lees de rapporten wel hoor, maar ik zou een keer duizend random Nederlanders willen uitnodigen om hun offerte voor dak/gevel-isolatie en alle inpandige kosten bij het overstappen op duurzame warmte naar RVO te sturen, gewoon voor de grap. Dan wil ik graag een uitleg van hoe VvE’s uit 1960 offertes ontvangen voor €110k-€120k voor het renoveren van label F naar label A (per appartement!) terwijl ze uit de voeten moeten kunnen met de maximale bedragen die in de verschillende subsidies zijn opgenomen.
Ook werd ik overmeesterd door cynisme toen ik vorig jaar de brief van woonminister Hugo de Jonge las over het TNO-rapport over de voortgang van het Warmtefonds in 2023. “Het Warmtefonds verstrekte in 2023 financiering aan bijna 19.000 individuele woningeigenaren en aan meer dan 110 VvE’s (met ruim 3.000 woningen); ook dit is een sterke stijging ten opzichte van 2022”. Het ligt vast aan mij, maar zegt dit iets over hoe succesvol het instrument is of over hoe nog-desastreuzer 2022 was. “Zonnepanelen zijn de populairste maatregel bij het Warmtefonds”, lees ik trouwens ook in dezelfde brief. Daar krijg je geen gezondere woning van.
De reden waarom VvE’s weinig gebruik maken van een financiering bij het Warmtefonds heeft alles met de voorwaarden te maken. Zo kunnen grote appartementencomplexen alleen voor dertig jaar geld lenen als ze ervoor kiezen een zeer energiezuinig pakket (ZEP) uit te voeren. Wie deze eis niet haalt moet aan de, wat ik noem, Klarna-lening van twintig jaar. Met een rentepercentage dat, ondanks een rentekorting die via een amendement van de ChristenUnie is afgedwongen, nog steeds betekent dat eigenaren meer dan de helft van het geleende bedrag aan rentelasten over de hele periode terug moet betalen.
Ook wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om een vangnet in het leven te roepen, waarbij er, per huishouden waarvan verwacht wordt dat de terugbetaling van de verduurzamingslening te zwaar gaat wegen, heel precies gekeken gaat worden naar hun draagkracht. De koopvrouw in mij heeft toch liever dat de energie/expertise/arbeidskracht elders in wordt gestoken dan in samen met mensen avondenlang om de tafel te gaan om te kijken of ze toch niet beter het abonnement op de Donald Duck kunnen schrappen om een tientje per maand meer te betalen aan de collectieve verduurzaming.
Ik begrijp eigenlijk niet waarom er niet voor elke gemeente een lijst wordt opgesteld van ‘problematische’ panden (combinatie van slecht label, achterstallig onderhoud, kwetsbare wijk en lagere inkomens) en zich voorneemt om elk jaar daar 5%-8% van energetisch op te lossen, op kosten van de BV Nederland, ongeacht de eigenaar. Dat het geld per ongeluk in één van de appartementen van deze woontorens terecht blijkt te komen bij een huisjesmelker die zijn huur per tikkie incasseert vanaf de Bahamas neem ik maar voor lief. Het leven is nu eenmaal niet eerlijk en overal zijn er zondagskinderen. Liever een huisjesmelker te rijk dan honderd huishoudens met energiegezeik, zou het adagium moeten zijn.
Maar hierin sta ik alleen. Overal waar ik kom klinken dezelfde argumenten: “Aardgas wordt ook steeds duurder dus mensen moeten zelf wel de langetermijnberekening maken: het gaat lonen!”, of: “Ja maar als je deze mensen nu gratis helpt, wat zeg je dan tegen mensen die al met eigen centen hebben verduurzaamd”, of nog erger: “Tja, als je jarenlang niets wil doen aan je woning dan is het wel je eigen schuld” – die altijd gepaard gaat met “Wij moeten slecht energiegedrag niet gaan belonen”.
Op de energiemarkt en als het om de gebouwde omgeving gaat is de dominee altijd aan het woord en houdt de koopman zich stil. Die zit zich ergens in een hoek op te vreten terwijl hij denkt aan de gezinnen die hij straks niet door het ijs gaat laten zakken en aan wie hij compensaties of toeslagen zal moeten uitkeren als alle Europese klimaatplannen de cv-ketel steeds onaangenamer gaan maken. Of over de gezondheidseffecten van een koude en tochtige woning die vanzelf naar een dure medisch specialist zullen leiden, maar ook impact hebben op schoolprestaties en ziekteverzuim.
De koopman schudt zijn hoofd als hij weer eens uitrekent dat de zorgkosten voor kinderen in een slecht geïsoleerde woning (label F en G) 11% hoger uitvallen dan de ziekenhuiskosten van kinderen in een goed geïsoleerde woning (label A en B). Hij reflecteert tenslotte over het afbrokkelende draagvlak voor verdergaand klimaatbeleid, waardoor hij waarschijnlijk binnenkort vergoedingen zal moeten gaan betalen om rammelende fossiele centrales voor de leveringszekerheid in de lucht te houden.
Voor mij staat het vast: het is tijd voor een uittreding van de geestelijken uit de energiemarkt.
Over de auteur
-
Laetitia Ouillet
Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en is directeur van het Sustainable Industry Lab. Ouillet was tot juni 2025 voorzitter van de landelijke energiecoöperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco. Voor Energeia is Ouillet naast columnist het vaste gezicht van […]