Thuis wordt de spot gedreven met mijn vele extra-curriculaire activiteiten. Ik weet ook niet precies hoe het komt, maar ik ben het prototype persoon dat veel baat zou hebben bij een cursus ‘Hoe zeg ik succesvol nee?’.
Je kent het wel: de club/vereniging/school van je kinderen heeft dringend hulp nodig, de voorzitter kijkt wanhopig rond op zoek naar vrijwilligers. Iedereen zakt dieper in zijn/haar stoel of begint een in-depth studie van zijn/haar schoenpunten en je voelt je rechterhand die uit eigen beweging omhoog kruipt. “Ik doe het wel”, hoor je jezelf vervolgens zeggen. En voor je het weet kam je luizen, organiseer je een kamp, bak je een taart voor een sponsoractie, coördineer je een rijschema voor wedstrijden of neem je de ledenadministratie van de overspannen penningmeester over.

Een van deze zelfstandige acties van mijn rechterhand heeft ertoe geleid dat ik nu al acht jaar twee avonden in de week zwemtraining sta te geven. Met een heuse pauze van acht maanden, inclusief groots gevierd afscheid met cadeaus en speech van de voorzitter, waarna ik, als ware ik Heintje Davids, mijn herintrede deed in het zwembad zodra er weer een tekort aan trainers dreigde in het volgende seizoen. Voor deze ‘functie’ moesten ook cursussen gevolgd, diploma’s gehaald en volg ik ook twee keer per jaar bijscholing voor licentiepunten. Dat ik deze bijscholingen nu zelf help organiseren als secretaris van de desbetreffende commissie kwam overigens voor niemand als een verrassing.
Tijdens de laatste editie van de bijscholing kwam een spreker van buiten de zwembranche zijn licht doen schijnen over het begrip van mindset. Bart Heuvingh is ook topsportbegeleider bij een bekende voetbalclub en succesvol auteur van twee boeken over hoe je met talentontwikkeling om kunt gaan. Ik doe zijn uitstekende verhaal natuurlijk tekort door er hier slechts een alinea aan te wijden maar in het kort komt het erop neer dat je de wereld kan verdelen in twee typen mindsets. Een statische mindset waarin je door overtuigingen denkt dat je vaardigheden zijn aangeboren en dus ook vaststaan (of het nou gaat over succesvolle sporters of juist mensen die nog niet echt uitblinken) en een groeimindset aan de basis waarvan overtuigingen liggen dat je je continu kan blijven ontwikkelen.
En warempel: ik kan per zwemmer in mijn groep nu zo aanwijzen wie in welk bakje valt. Bij elke nieuwe opdracht of oefening zie je de vertwijfeling bij de één, overschatting bij de ander en een gezonde nieuwsgierigheid bij een derde of hij/zij het zou kunnen halen. Ook bij mijn kinderen observeer ik hoe dit werkt: hoe mijn zoon bijvoorbeeld nooit een voldoende heeft gehaald voor rekenvaardigheid maar wel een dikke voldoende staat voor natuurkunde. Allemaal geboren uit overtuigingen of meningen die je ooit van anderen over je kunnen hebt mogen horen.
Dat is dan weer het nadeel van een nieuwe theorie die je net geleerd hebt: je gaat hem dan op iedereen proberen toe te passen. En als er één sector is die ondergedompeld is in een statische mindset is het de energiesector wel. Gooi eens een kwartje in de discussie-jukebox op LinkedIn over, ik noem er maar een paar, kernenergie (goedkoop of duur), waterstof (nodig of afleidend) of thuisbatterijen (stimuleren of niet) en zie hoe alle grijsgedraaide platen weer op volle toeren gaan draaien. Als ik volgende maand de Staatsloterij win, overweeg ik twee maanden thuis compilaties te gaan maken van een paar top voices om ze ermee te confronteren dat ze in de afgelopen vijftien jaar geen millimeter zijn verschoven in hun opinies over de energiemarkt.
Als ik de theorie van Heuvingh moet geloven, heeft het met de basisovertuigingen te maken: “Ik ben elektrotechneut van huis uit en kan mij dus nooit meer op een energieonderwerp vergissen”. Over statisch gesproken (wat een leuke woordgrap).
Vorige week is bekend geworden dat ik bij de Windvogel ga stoppen. Sinds de ALV van juni 2020, waar ik op mijn verjaardag via Zoom gekozen mocht worden, is er veel water door de Seine gegaan. Ik heb het privilege gehad om heel veel nieuwe mensen te ontmoeten die stuk voor stuk gemotiveerd blijven om in zaaltjes over lokaal eigendom van duurzame opwek te prediken. Die ergens lid van worden om een project te steunen, ondanks de lange adem die je nodig blijft hebben voor het ontwikkelen van een paar windmolens. Die helpen flyeren op de markt of broodjes smeren bij een open dag om het model aan bezoekers uit te leggen: je ontwikkelt en investeert in je eigen opwek om vervolgens samen te kiezen wat je met de opbrengsten doet: verder investeren, in dividend uitkeren of een volgend deel van de energieketen eigen maken.
Ik heb wel gezien dat ook dit gedeelte van het energiesysteem niet is gevrijwaard van de statische mindset. De tegenstanders zijn tegen en schuwen geen middelen om andere meningen de kop in te drukken, de verschillende vergunningverleners en lokale politiek zoeken daar nog wat argumenten bij om vooral geen impopulaire keuzes te hoeven uitleggen en niemand luistert nog naar de feiten, waardoor de twijfelende menigte met vragen overblijft waar geen antwoorden op komen.
Van mijn vijf jaar windmolens bouwen zal ik vooral onthouden dat wij de auto altijd op nummer één blijven zetten en dat wij ons massaal blijven gedragen alsof de Zeeuwen in hun eentje het hele energieprobleem moeten gaan oplossen. Pleur daar alle LNG-terminals, aanlandstations voor kabels vanuit wind op zee, elektrolysers, zonneparken en een paar grote kerncentrales neer, maar val ons in de rest van Nederland vooral niet lastig. Dit is natuurlijk wat men ons met participatiewaarde-evaluaties en burgerfora probeert bij te brengen: dat de overtuiging dat ‘een ander’ het ‘ergens anders’ voor je moet oplossen aan de basis ligt van de mindset waarmee wij ferm alles steeds afwijzen.
Hoe het van statisch naar groei kan? Tja, ik heb maar één bijscholing gevolgd hè? Maar ik denk dat het begint met ons te realiseren dat als wij met weinig verstand van zaken en op basis van twee bij elkaar gegoogelde artikelen of een ‘back of the enveloppe’-berekening denken het beter te weten dan mensen die hier al tientallen jaren hun werk van hebben gemaakt, wij geen haar beter zijn dan de mensen die denken met een diploma uit de Facebook-academie en ooit natuurkunde in hun eindexamenpakket succesvolle harttransplantaties te kunnen uitvoeren of de distributieriem van je auto met een TikTok-filmpje zelf kunnen vervangen en afstellen. Herken en erken wat je niet weet, dan sta je open om nieuwe inzichten te leren. En dus te ontwikkelen en te groeien.
Ik weet niet naar welk volgende vrijwilligersklusje mijn ‘carrière’ mij zal leiden, maar ik hoop daar voor de afwisseling veel frisse nieuwsgierigheid te ontmoeten en verse platen vol nog nergens gehoorde deuntjes.
Over de auteur
-
Laetitia Ouillet
Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en is directeur van het Sustainable Industry Lab. Ouillet was tot juni 2025 voorzitter van de landelijke energiecoöperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco. Voor Energeia is Ouillet naast columnist het vaste gezicht van […]