Direct naar inhoud

De voorzitter in de kofferbak

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 10 februari 2025

Afgelopen week is aan de leden van (energiecooperatie) De Windvogel bekendgemaakt dat ik mijn voorzittershamer tijdens de ALV van juni zal neerleggen. Een besluit dat lang zwaar op mijn geweten drukte. Hoe lang moet je iets hebben gedaan voordat je van jezelf (en de rest van de wereld) mag zeggen dat het genoeg is? Vijf jaar.

Ups and downs: een coöperatie met draaiende assets en een 30-jarig bestaan, die zijn op een hand te tellen. Ik werd gekozen op mijn verjaardag, via Zoom, in coronatijd. Een unaniem besluit van de leden, ik weet dat ik dit echt een hele eer vond. Er is toch altijd wel iemand die je een domme muts vindt of je stem niet uit kan staan? Misschien is het omdat ik vrouw was, misschien omdat er geen tegenkandidaten waren of misschien omdat de verkiezing vlak voor de lunch kwam en men gewoon graag door wilde met zijn/haar zaterdag. Maar er zullen ook veel stemmen zijn geweest van mensen die mij hun vertrouwen gewoon waard vonden.

Ik wilde dat ik kon zeggen dat het vijf zorgeloze jaren zijn geweest, voortbouwend op de successen van mijn voorganger die meeontwikkeld had aan twee grote projecten in Drenthe en Zeewolde. Zo mocht ik op mijn allereerste dag als voorzitter gelijk een handtekening zetten onder een samenwerkingsovereenkomst waar ik nog geen minuut voor had hoeven werken. Op dag 1 pluk je nog de vruchten van het harde werken van de voorzitter vóór je.

Maar helaas: het was geen voorbode van een rij aan successen. Niet vaak hebben bij mij de stoplichten op groen gestaan en ik had vaker wind tegen dan mee. Snel kwamen de tegenslagen: het project in Vlaardingen dat alsmaar langer moest wachten omdat de Raad van State door corona een achterstand aan het wegwerken was. De bouw- en aansluitkosten die te lijden hadden onder de vertraging. De invasie in Oekraïne waardoor ineens alles krankzinnig duur werd. Geen 10%, geen 20% en ineens ook geen 30% eigen vermogen waren meer voldoende. De minister die toondoof bleef: hij zag geen aanleiding om SDE-beschikkingen te herzien. Voor een LNG-terminal in tijden van nood sprong iedereen in de houding. Voor windenergie op land bleef het akelig stil.

Hoe vaak ik toen niet mijn hoofd heb geschud: overdag op het journaal van 12.00 uur geïnterviewd worden over de situatie op de energiemarkt en de gevolgen van hoge gas en elektriciteitsprijzen voor huishoudens en bedrijven en het belang van strategische autonomie. En in de avonden met het bestuur alsmaar verzuchten dat er geen animo was bij banken of energiebedrijven om ons project een toekomst te gunnen. Het is gelukt dankzij de sterke relatie met de lokale coöperatie. Maar wat was dat onnodig spannend. En onverklaarbaar. De ezel zal zich wat dat betreft blijven stoten. Bij “eigen energie eerst” zien wij vooral graag dat dat gebeurt bij de buren.

Ik ging ook aan de slag met de coöperaties uit Amsterdam, samen werken aan drie windmolens bij de Noorder IJplas. Op woensdagavond telkens naar Amsterdam-Noord afreizen om de nieuwe teleurstellingen en plottwists te bespreken. Ik zou een hele column kunnen wijden aan hoe sommige semioverheidsinstellingen openlijke strijd voeren tegen de komst van windmolens op land. Maar zij weten wie zij zijn en mijn mond viel open van verbazing bij het lezen van de interne communicatie via een ingediend WOO-verzoek.

Had ik dat eerder moeten doen? Ach, “de ziel heeft illusies, zoals de vogel vleugels heeft: dat is hetgeen haar steunt”, zoals (ex)landsgenoot Victor Hugo ooit schreef. Ik ben niet meer boos, wel teleurgesteld. Het is en blijft een energiethema dat last heeft van veel desinformatie. Ik denk dat de wal het schip gaat keren: in toenemende mate zien wij ondernemers ons bellen en vragen hoeveel “zo’n molentje kost”.

Zo kwam ik in 2022 op bezoek bij een bedrijf midden in het land. De man had connecties, hij had met de wethouder gesproken. Ook had hij een fors stuk land waar hij, naar eigen schatting, zeker vier molens kon plaatsen. Wij gingen op zijn uitnodiging een kijkje nemen. Maar na het inruimen van een hectare voor de hoogspanningsmasten en hun veiligheidszones, nog een paar hectares voor aanstaande woningbouw, een windturbinevrije strook langs rijweg en nog een bij een waterkering, bleef hooguit ruimte over voor een kleine molen – en dat was dan eigenlijk nog twijfelachtig. En hij moest denken aan vijf tot acht jaar tot realisatie. Hij keek ons alsof wij gek waren: was er een energiecrisis en netcongestie, of wat?

Er zijn ook veel projecten en samenwerkingen geweest om trots op te zijn: onze eigenste batterij aan de voet van de Amstelvogel, waaraan nu wordt gebouwd. Hulp voor een zonnepark bij Delfzijl om de lokale coöperaties alsnog de mogelijkheid te geven om eigendom te verwerven. En vele nieuwe partnerschappen waarvan wij hopen dat ze zullen leiden naar meer duurzame energie in de handen van burgers.

De Windvogel is voor mij meer dan de afzonderlijke projecten geweest: het is ook een club vol tradities, waarvan niemand meer precies weet waaruit zij stammen. Ongeschreven regels en een ritmisch bestaan. “C’est lundi, c’est ravioli”, is de gevleugelde uitspraak uit een van mijn favoriete Franse films. Bij ons was het ‘maandag bestuursvergaderingsdag’: van 20.00 uur tot dat iemand naar bed wilde. Meestal was het streven een uur of tien maar wij hebben de deadline weleens ruim overschreden. Zeven koppige bestuursleden die gelijk willen krijgen. Zaken bespreken tot in de details. Kjell met zijn drie punten nog voor de rondvraag”.

Een geweldig club mensen die ik stuk voor stuk ga missen. Elkaar scherp houden, de dubbeltjes een paar keer omdraaien; het gaat immers om het spaargeld van onze leden. De Windvogel was ook de samenwerking met de lokale clubs: van routiniers die al tien jaar strijden voor de ene plek tot aan vers opgerichte coöperaties die elke stap vanaf de inschrijving bij de KvK nog uitbundig vieren. Wennen aan de culturele verschillen: de een gewend aan subsidies en hulp van de gemeente, de ander zuinig en wantrouwend in het eerste contact.

Dankzij de afgelopen vijf jaar ben ik op de meest wonderlijke plekken geweest in Nederland en is mijn kennis van de topografie met sprongen vooruit gegaan. Er was overigens één gemeenschappelijke denominator: overal vieze koffie en nooit een glutenvrij koekje. Ik ben er in ieder geval mooi niet van aangekomen!

Afgelopen zaterdag werd ik opgehaald door collega Erik om naar onze ‘tussen-ALV’ in Den Bosch te rijden. Daar aangekomen troffen wij een zaal vol leden die bereid waren hun zaterdag grotendeels op te offeren om met ons te praten over bestuursmodellen en de toekomstige governance. Droomthema’s natuurlijk waar je meestal niemand gemotiveerd voor kunt krijgen. Maar die wel op de agenda horen als je ondertussen €8 mln ledenkapitaal en een mooi portfolio beheert. Het werd een levendige discussie vol respectvolle scherpte en een rondje applaus. Opnieuw schonken de leden het bestuur hun vertrouwen.

Tijdens de lunch gingen de gesprekken vlot door, liep er een ongelijnde teckel tussen de benen van de leden, op zoek naar kruimels, en werden er taxideals gesloten tussen de aanwezigen die zich zo de wandeltocht terug naar het station in de bijtende koud konden besparen. Erik ging hier ruimhartig te werk en bood vier leden en de teckel een lift terug. Ik vouwde mezelf klein en kroop op de zesde zitplaats die hij open had geklapt in de kofferbak. Snel een selfie, iedereen in een deuk. “Wij hebben de bijna ex-voorzitter in ieder geval haar plek gewezen”, hoorde ik hem gniffelen. Toen ik weer naast hem neerplofte nadat wij iedereen netjes bij de trein hadden afgeleverd keek ik hem aan en zuchtte: “Dit zijn dagen waarop ik toch weer ga twijfelen hoor”.

Ik weet niet of De Windvogel na vijf jaar blij terugkijkt op mijn jaren als voorzitter, maar het zal voor mij emotioneel zijn om de hamer voorgoed neer te leggen.

Over de auteur

  • Laetitia Ouillet

    Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en is directeur van het Sustainable Industry Lab. Ouillet was tot juni 2025 voorzitter van de landelijke energiecoöperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco. Voor Energeia is Ouillet naast columnist het vaste gezicht van […]

Delen op sociale media