Direct naar inhoud

Alsof er brand is

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 10 maart 2025

Ik werd in de nacht van zaterdag op zondag wakker van sirenes in de verte. Zo te horen niet één maar meerdere voertuigen. Een grote brand, dacht ik geschrokken. Dat lijkt me echt een van de engste dingen die je kan meemaken: je huis tot de funderingen af zien branden.

Alle spullen weg. De praktische dingen natuurlijk: je kleren en laptop. Wat trek je de volgende dag aan en hoe ga je werken? Maar ook de emotionele zaken waar je al die jaren geen afstand van kon doen: bij mij de eerste schoentjes van mijn beide kinderen, het kostuum van de musical van groep 8, het rokje dat mijn dochter op naailes voor zichzelf gemaakt had, in wisselende mate geslaagde tekeningen en knutseltjes die ik over al die jaren uit rugzakjes heb gevist. Maar ook mijn eigen schoolschriftjes uit de jaren ‘80. Mijn 10 voor een opstel over de Koude Oorlog in Terminale (VWO 6 in Frankrijk), als eerste van de hele schoolgeschiedenis. Mijn dagboek, waarvan mijn broer het slotje ooit kapot had gemaakt om het te kunnen lezen. Als het allemaal op leven en dood aankomt, red je je kinderen en je hond en ren je zonder al deze bagage het huis uit.

Laetitia Ouillet is columnist voor Energeia. Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit.

De afgelopen weken voelt het voor mij alsof ik rook zag: duizelingwekkende ontwikkelingen op het wereldtoneel. Wereldleiders die elkaar uitschelden voor de ogen van de pers. Het terugdraaien van ontwikkelingen op allerlei gebieden die wij tot nu toe als vooruitgang beschouwden. Vrouwenrechten die niet meer vanzelfsprekend lijken te zijn, of in ieder geval zo op de tocht staan dat wij er in Nederland weer voor gaan demonstreren.

Ik ben opgegroeid met de gedachte dat Amerika het beter voor elkaar had: meer energie, meer wapens, meer geld, meer te vertellen dan wie dan ook. Noem mij naïef, want dat was ik ook bleek nu, maar onder de vleugels van de Verenigde Staten waande ik mij in ieder geval veilig. Ik keek jaloers naar hoe daar de industrie en kennisinstellingen werden gestut met publiek geld in de tijd dat wij in de marge rommelden met ons klimaatakkoord en schamele bijbehorende kennisagenda.

Maar goed, de grote zus zal de komende tijd niet voor ons zorgen. Wij zijn als Europa op onszelf aangewezen en moeten dus roeien met de riemen die wij hebben. In mijn hoofd betekent het vooral dat er geen ruimte meer is voor tutten. Het staatssteunkorset eindelijk afdoen. Wij hebben er als lidstaten wisselende interpretaties van gehad, is mij vaker opgevallen. Bij staatssteun denk je al gauw aan miljarden richting de industrie, maar afgelopen jaar heb ik ook geleerd dat er sprake kan zijn van staatssteun bij het aanpakken van energiearmoede bij verenigingen van eigenaren. Echt: draag mij maar weg.

Het betekent ook dat wij geen tijd meer hebben om te wachten op proeftuinen en experimenten. En helemaal niet op herhaling van proeftuinen en experimenten. Zo luisterde ik laatst naar een webinar van netbeheerders over energyhubs en balanswijken. De netbeheerders lijken niet alleen de spelregels te willen bepalen, maar ook het gedrag van de spelers. Terwijl hele volksstammen op een woning zitten wachten en ondernemers langzamerhand verzwikken onder hun energielasten.

Als wij echt menen dat er sprake is van een crisis, dan snap ik niet waarom wij daar het geduld voor zouden moeten opbrengen. Houd het simpel: bied de benodigde producten versneld aan (de groepstransportovereenkomst bijvoorbeeld) en laat de aangeslotenen bepalen welk risico ze zelf bereid zijn om te nemen. En als wij hiermee niet snel genoeg oplossingen kunnen creëren dan zullen wij gemeentes weer moeten laten bepalen waar ze tijdelijke generatoren of batterijen willen plaatsen. De vraag of wij op de markt willen wachten of niet, lijkt me dan niet meer aan de orde.

Wij draaien en dralen met energiebesparing. Het is nog niet gelukt om kantoren echt aan te pakken, terrasverwarmers en warmtegordijnen in winkels te verbieden. gemeenten blijven wachten op de behandeling van hun aanvragen bij de verschillende omgevingsdiensten voor ontheffingen om in wijken gevels en daken massaal te kunnen isoleren.

Wij zijn zo bezig met het verhogen van de einddoelen, dan wij lang geen oog meer hebben voor de problemen bij de uitvoering van het bestaand beleid. Lafontaine schreef daar een mooie fabel over: De Reiger en de Vis. “Heel de dag staat de reiger op de oever op wacht, elke vis die passeert is te min. Of te klein of te zout, of de schubben verdacht of te gratig en te grauwig de vin”. In het Nederlands samen te vatten met jullie uitdrukking ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd’.

Ook had ik in het licht van de wens om zelfvoorzienend te worden qua energieopwekking verwacht dat alle barrières voor duurzame energie als sneeuw voor de zon zouden verdwijnen. Maar zover is het nog niet. Je bent nog steeds acht à tien jaar bezig met één windmolen op het land. De problemen verdwijnen niet, de stapel wordt zelfs alleen maar groter.

Maar de rook is er net en we zien wellicht nog geen brand. Ik blijf ervan uitgaan dat zodra de sirenes gaan loeien wij de overbodige regels en bezwaren aan de kant gaan schuiven, hoe emotioneel verknocht wij er ook aan mogen zijn. Net als de kindertekeningen en vergeelde dagboeken zullen wij ze achter moeten laten om te bouwen aan een veilige toekomst. 

Over de auteur

  • Laetitia Ouillet

    Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en is directeur van het Sustainable Industry Lab. Ouillet was tot juni 2025 voorzitter van de landelijke energiecoöperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco. Voor Energeia is Ouillet naast columnist het vaste gezicht van […]

Delen op sociale media