Direct naar inhoud

Uit de mistlaag

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 22 april 2025

Tientallen jaren terug beklom ik met mijn voormalige partner en een gids de Moesala-piek in Bulgarije. Een ochtend vol dikke mist: wij zagen werkelijk geen hand voor ogen en klommen met onze jassen dichtgeritst in stilte naar de top. vlak voordat wij die bereikten brak er gedurende enkele seconden een gat in de dikke wolkenlaag en kregen wij heel even zicht op de kristallichte bergmeren en het glinsterende gebergte en werd plots duidelijk waarom zij de berg ‘dichtbij God’ hadden genoemd.

Zo zijn er avonden die je lang bijblijven. Avonden waarop het lijkt alsof de dikke mistlaag wordt opgetild om je zo de wereld te laten bekijken vanuit een ander perspectief. Voor mij kwam dat moment ergens in 2023 en het gebeurde in Almere Haven, of all places. Niet helemaal mijn definitie van ‘dichtbij God’, maar je kiest natuurlijk niet voor de plek noch het moment waarop Hij zijn inzichten met je komt delen.

Laetitia Ouillet is columnist voor Energeia. Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit.

Ik was gevraagd om mijn ervaringen met een wijkaanpak in de warmtetransitie toe te lichten. De opzet was aardig: het was eigenlijk een burgerinitiatief geleid door gemotiveerde individuen die aan de slag wilden gaan met warmtecafés. Er waren verschillende tafels neergezet zodat bewoners in gesprek konden over de opties om – op termijn – de wijk van het aardgas te halen. Zo ging een tafel over techniek, eentje over financiering, er was een tafel voor woningeigenaren en eentje voor huurders.

Ik had me niet verder verdiept in de situatie of plannen van de desbetreffende gemeente. Mij was wel vaag verteld dat er sprake zou zijn van een uitbreiding van het bestaande warmtenet als optie voor de verduurzaming in de transitievisie warmte. Mijn doel die avond was niet per se om een pleidooi te houden voor één specifieke optie. Ik wilde vooral stilstaan bij het belang van participatie voorbij de eeuwige discussies over techniek en rendementen.

Zo heb ik in de wijk waar ik werk gezien dat men, als het erop aankomt, vooral vragen heeft over de ruimtelijke impact (waar komt het verdeelstation en hoe hoog wordt ie?), de tijdelijke wegonderbrekingen en eventuele gevolgen voor de verkeersveiligheid rondom scholen en – als het zo ver komt – over de mogelijkheden om tijdelijk ondergebracht te kunnen worden in een wisselwoning tijdens de werkzaamheden. Ik hoor het me nog zeggen: “Zorg dat je oog houdt voor anderen in de wijk die deze transitie hard nodig hebben voor een leefbaardere woning en beheersbare energiekosten en staar je niet blind op de discussie over de temperatuur van de warmte of diameter van de pijpen”. Ik had de zin niet eens af of er prikten boze vingers door de lucht in mijn richting. “Let wel op wat je zegt!” De woorden temperatuur, warmte en pijpdiameter waren de trigger geweest waar ze op hadden zitten wachten.

De grote groep die zitting genomen had vooraan in de zaal stond abrupt op en begon te schreeuwen. De camera’s van de lokale omroep die ik bij binnenkomst geregistreerd had begonnen te draaien. Het werd een theatraal afscheid, waarin deze klaarblijkelijke tegenstanders van de warmteplannen luidruchtig de zaal verlieten, amper vijftien minuten na de start van de bijeenkomst. Daar sta je dan, met de microfoon in je hand, midden in de chaos, de bezoekers nastarend die tijdens je verhaal weglopen. Mezelf herpakken lukte niet echt, ik raffelde mijn verhaal af en ging beduusd zitten aan de leegste tafel die ik kon vinden. Ik had de organisatie beloofd mij te mengen in de gesprekken, dus naar huis gaan was nog geen optie: ik moest zeker nog anderhalf uur in Almere blijven.

Ik bleek aan de huurderstafel te zitten waar twee dames me argwanend opnamen. Wij begonnen met een voorstelrondje. Geen van beiden huurde van een grote woningcorporatie. Die was ook in de stad actief en al een tijdje aan de slag met het verduurzamen van woningen, maar dat gold dus niet voor hen. “Als ik mijn woningcorporatie wil spreken, moet ik eens per maand op woensdagochtend een lintje aan mijn voordeur hangen, dan weten ze dat ik ze graag een vraag wil stellen”, vertelde de mondigste van de twee.

Wij begonnen een gesprek over wat de warmtetransitie inhield: niet gelijk beginnen over warmtebronnen en temperatuurregimes maar over betere beglazing en kozijnen, het isoleren van het dak of van de gevel. Aanpakken van koudebruggen. Had zij nergens last van? “Zeer zeker, het tocht enorm in huis, en in de zomer is het niet te harden onder het platte dak.”

Zij had overigens geen verwachting dat zij enige warmtetransitie van haar woning nog ging meemaken. Niet omdat ze zo oud was maar vooral omdat ze sinds acht jaar aan het knokken was voor mat glas in het raam van de wc beneden. Door een barst in het oude raam moest de woningcorporatie jaren terug het glas vervangen en had destijds tijdelijk doorzichtig glas geplaatst. Tijdelijk werd permanent en zij had zich na alle pogingen tot aandringen erbij neergelegd en haar privacy-issue opgelost door er kranten op te plakken. “Dat is toch geen gezicht?”, vroeg zij mij verontwaardigd? “Laat hen dat eerst aanpakken, zien wij daarna wel of ik een warmtenet wil”, concludeerde ze spottend.

De andere vrouw had tot dusver enkel instemmend geknikt, maar hield zich voor de rest stil en beet op haar nagels, zichtbaar nerveus. Ik vroeg haar of ze in een appartement woonde, of een huis. Een appartement, antwoordde ze. Al meer dan 35 jaar. Of ze tevreden was met de woning? Dat was ze niet, wel was ze dankbaar een dak boven haar hoofd te hebben. Maar ze droomde van langer douchen dan wat met de kleine boiler mogelijk was. Van een woonkamer waar je aangenaam zit aan het einde van je werkdag in de winter. Een keuken met betere ventilatie en de eeuwige lekkage in het plafond van de gang eindelijk opgelost. “Wanneer heb je voor het laatst iets aan de woning zien gebeuren?”, vroeg ik haar. Niet.

Zij had wel interesse in een warmtenet. Ze wilde alleen weten of er dan een grote pijp door haar al piepkleine keuken getrokken zou moeten worden, want het was er al zo krap. En ze vroeg zich af hoe ze straks moest koken? Als het gas eruit ging, kreeg je dan ook een inductiekookplaat, of moest je die zelf aanschaffen, en klopte het dat huurders van andere coöperaties daar pannen gratis bij kregen?

Nu het gesprek goed op gang kwam, schreven wij op het vel papier op tafel alle drie wat vragen en aandachtspunten vanuit huurdersperspectief, want dat was immers de opdracht. Vragen voor de gemeente, voor de woningcorporatie en voor een eventueel warmtebedrijf. Wij keken tussendoor ook foto’s van de kinderen en kleinkinderen en schonken elkaar nog een drankje.

Toen wij bijna klaar waren en op het punt stonden plenair onze bevindingen terug te koppelen, kwam een raadslid nog langs. “Wat is dit?”, vroeg ze mij verwijtend, terwijl ze wees op de lijst met punten. “Deze dames hebben in kaart gebracht welke vragen ze hebben bij een eventuele overstap op een nieuwe warmtebron en of bij het isoleren van hun woningen.” Ze lachte mij cynisch uit en draaide zich naar de vrouw die er zo lang over gedaan had om uit haar schulp te komen. “Wat heb jij liever? Een dikke pijp door je keuken voor de warmte, of een paar zonnepanelen op je dak, waar je elke maand geld aan verdient?” De vrouw keek mij geschokt aan. “U zei toch dat er geen dikke pijp zou komen? En mag ik dan kiezen voor zonnepanelen?”

Compleet gedeprimeerd liep ik terug naar de parkeergarage. Almere eenmaal uit belde ik een van mijn vrienden die nog wakker was. “De energietransitie en het debat eromheen gebeuren over de rug van de kwetsbaren: hier wil ik niet meer aan meewerken.” Ik was al lid van de coöperatieve kerk, fervent adept van bewonerscollectieven en op de barricade in mijn eigen wijk als het ging om aanpassingen aan de openbare ruimte, maar nu glinsterde uit de mistlaag de onrechtvaardigheid van het beleid en gebrek aan representatie van de doelgroepen die zich niet uitspreken.

Dit kan anders. En daarin hebben wij allemaal een aandeel en rol.

Deze column werd uitgesproken tijdens de Avond vol Energie: Terugblik op de Avond Vol Energie, 15 april 2025.

Over de auteur

  • Laetitia Ouillet

    Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en is directeur van het Sustainable Industry Lab. Ouillet was tot juni 2025 voorzitter van de landelijke energiecoöperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco. Voor Energeia is Ouillet naast columnist het vaste gezicht van […]

Delen op sociale media