Energeia richt zich traditioneel op de Nederlandse energiesector. De energietransitie raakt steeds meer vervlochten met de grondstoffentransitie. Een versterking van de redactie geeft ons de mogelijkheid om deze uitbreiding van ons aandachtsveld vorm te geven. Deze zomerserie geldt als een eerste verkenning. Vandaag: wat is eigenlijk de grondstoffentransitie?

In het najaar van 2024 deed Energeia een lezersonderzoek. Meer dan 60% van de respondenten stelde het “belangrijk” tot “heel belangrijk” te vinden dat Energeia meer aandacht geeft aan de grondstoffentransitie. Een duidelijk signaal, dat aansloot bij de gedachten die de Energeia-redactie daar zelf over vormde.
Uiteraard komt de grondstoffentransitie in de berichtgeving van Energeia al vaak voor, en dat ook al vele jaren. We schreven beschouwende verhalen, zie bijvoorbeeld het artikel ‘Onbegrijpelijk dat we klimaatbeleid en materialenschaarste niet aan elkaar koppelen’ uit augustus 2021, met daarin een noodkreet van twee TNO-onderzoekers over het gebrek aan aandacht voor circulariteit. Of het verhaal over de Kennisagenda strategische autonomie, waarin de stelling wordt geponeerd dat de grondstoffentransitie net zo belangrijk is als energietransitie. En we schreven ook tal van nieuwsberichten over waterstofgebruik, biomassatoepassingen en (gebrek aan) schaarse metalen, om maar wat te noemen.
In het lezersonderzoek zochten we naar bevestiging van ons vermoeden dat we meer van dit soort artikelen moeten maken. Het positieve antwoord leidde tot actie: een nieuwe redacteur trad toe tot het redactieteam, om zo de ruimte te vinden om het nieuwe onderwerp in kaart te brengen. Liever dan dat één redacteur zich op de grondstoffentransitie stort, kozen we ervoor om in de huidige portefeuilles op zoek te gaan naar de relevante raakvlakken met die grondstoffentransitie, om ons aandachtsgebied op die manier uit te breiden.
Als startpunt stelden we ons de essentiële vraag: wat ís dan die grondstoffentransitie? Want ondanks dat iedereen zich er wel een bepaald beeld van kan vormen, is het voor de afbakening handig om met werkbare definities te komen. Welke onderwerpen trekken we ons aandachtsgebied binnen, en welke blijven daarbuiten – wetende dat de komst van één extra redacteur (niet voltijds) dwingt tot scherpe keuzes. Met daarbij de filosofie dat als je iets doet, je het ook goed moet doen.
Literatuur
Op zoek naar duidelijke antwoorden, dus, bijvoorbeeld in de literatuur. In september 2022 boog de Sociaal-Economische Raad (SER) zich over de samenhang tussen de energietransitie en die voor grondstoffen in het rapport ‘Evenwichtig sturen op de grondstoffentransitie en de energietransitie voor brede welvaart’.
De SER verwoordde het aldus: “De energietransitie richt zich primair op het beperken van de opwarming van de aarde. De grondstoffentransitie richt zich op een circulaire economie waarin we radicaal efficiënter omgaan met grondstoffen, materialen en producten om het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en de milieudruk die ontstaat tijdens productie, gebruik en in de afvalfase te beperken.” De grondstoffentransitie draagt bij aan verduurzaming, én helpt Nederland en Europa om onafhankelijker te worden van “instabiele landen, zoals China en Rusland” door circulair grondstoffen- en materialengebruik, aldus de SER.
Een behulpzame definitie, waarin vooral het begrip circulariteit opvalt. De uitfasering van fossiele brandstoffen maakte altijd al onderdeel uit van de berichtgeving van Energeia. Het uitfaseren van fossiele grondstoffen ten faveure van hernieuwbare varianten met daarbij een focus op de circulariteit deed dat tot nog toe niet.
De vraag die voorligt, is of we dat tweede deel nu in zijn geheel aan het aandachtsgebied van Energeia gaan toevoegen. Het antwoord is nee. Om dat op een goede manier te kunnen doen, vraagt een veel grotere uitbreiding van de redactie dan die ene redacteur. Ons uitgangspunt blijft de Nederlandse energieprofessional, en we proberen ons aandachtsveld vorm te geven naar zijn of haar behoefte. Het circulaire reilen en zeilen van de gehele Nederlandse maakindustrie dwaalt te ver van die behoefte af.
Evengoed zullen we niet alle schaarse materialen – of kritieke grondstoffen – met evenveel aandacht belichten. De groeiende nationale en Europese aandacht voor kritieke grondstoffen – en het gebrek daaraan op ons continent, een probleem dat definitief op de kaart werd gezet door Mario Draghi in zijn gezaghebbende rapport van een jaar geleden – zullen we wel meer nauwgezet gaan volgen, en daarbij in kaart brengen welke grondstoffen voor de energietransitie essentieel zijn en hoe groot het gebrek daaraan is.
Voor nationale en internationale overheden is dit onderwerp relatief nieuw – en misschien voor u als lezer ook wel. De eerste nationale
grondstoffenstrategie stamt uit december 2022. Vorige maand presenteerde het demissionaire kabinet het eerste Nationaal Exploratie Programma voor kritieke grondstoffen, dat de mogelijkheden in kaart brengt om binnen de grenzen van Europa zelf strategische grondstoffen te winnen. De laatste keer dat het kritieke-grondstoffenpotentieel in Nederland in kaart werd gebracht, was in 1946. De Europese Commissie brengt sinds 2011 een lijst uit met kritieke grondstoffen.
Portefeuille-aanpak
Energeia kiest ervoor om de grondstoffentransitie een plek te geven binnen onze op de energiesector gerichte portefeuilles. Dat betekent dat de portefeuille elektriciteitsproductie zich naast biomassagebruik extra gaat richten op circulariteit van zonnepanelen en windturbines. Ook de schaarse materialen die voor deze technieken nodig zijn, trekken we binnen ons aandachtsveld. Die schaarse metalen zijn ook nodig in batterijen, transformatoren, elektrische auto’s en allerlei andere apparatuur, een thema dat voor een belangrijk deel zijn thuis vindt in de portefeuille elektriciteitsinfrastructuur en -opslag.
De portefeuille moleculen zal (nog) meer oog hebben voor biomassa als grondstof voor biobrandstoffen. Transportbrandstoffen komen daardoor ook binnen onze scope. Dat verrijkt vervolgens onze industrieportefeuille, een gebied waar sowieso al weinig onderscheid werd gemaakt tussen brandstoffen en grondstoffen omdat voor de industrie de output leidend is – in die zin is alles een grondstof. In de verhalen over CCS zal steeds vaker de letter ‘U’ opduiken in de afkorting: carbon capture, utilisation and storage (CCUS).
De lastigste portefeuille is misschien de gebouwde omgeving. De aandacht voor gebouwen en kantoren is ingegeven door de energievraag, waarbij de verhalen dus vooral gaan over verduurzaming en energiebesparing hiervan. Het duurzaamheidsgehalte van koelmiddelen in warmtepompen lijkt een logische verrijking. Maar of u als lezer interesse hebt in de vraag of isolatiemateriaal in een woningbouwproject van biogene oorsprong is of niet, is voor ons vooralsnog een vraagteken. Het antwoord op diezelfde vraag maar dan voor niet-isolerende gevelbekleding is wat de Energeia-redactie betreft een duidelijk “nee”.
Een bredere leest
We blijven dus bij onze leest, maar die leest is vanaf nu wel een stukje breder en dieper dan eerst. In deze zomerserie doen we een eerste verkenning van deze nieuwe leest. Met verhalen over schaarse grondstoffen in elektrolysers, over de inzet van direct air capture bij de productie van circulaire grondstoffen, over recycling van zonnepanelen, over de invloed van materiaalgebruik op de gebouwprestatie-eisen en over het materialen(her)gebruik bij de aanleg van stroomnetten.
Hoewel we als redactie vrij en onafhankelijk onze journalistieke keuzes blijven maken, staan we open voor feedback op deze keuzes. Als we in uw visie een verkeerde weg inslaan, of sommige paden niet ver genoeg volgen, dan horen we dat graag. Mijn e-mailadres vindt u op deze auteurspagina.
Vriendelijke groet,
Wouter Hylkema (hoofdredacteur Energeia Energienieuws)