Om Nederland van het slot te halen wil de ChristenUnie extra geld uit het Klimaatfonds inzetten voor netverzwaring en de warmtetransitie. Ook moet de overheid actief sturen op nieuw flexibel CO₂-vrij productievermogen, bijvoorbeeld door het opzetten van een capaciteitsmarkt. Dat staat in het concept-verkiezingsprogramma van de partij.

“Het kabinet dat na de verkiezingen aantreedt, moet Nederland van het slot halen”, stelt de ChristenUnie (CU) in zijn donderdag gepresenteerde verkiezingsprogramma. Om de afgesproken klimaatdoelen te halen, is het volgens de partij noodzakelijk dat Nederland eerst “de randvoorwaarden voor vergroening van de economie” op orde krijgt. “Anders komen burgers en bedrijven in de knel, omdat er geen reëel handelingsperspectief is.”
Dat gaat, onder andere, over de stikstofcrisis en de netcongestieproblematiek. Netverzwaring is een kwestie van nationaal belang, stelt de CU, en daarom wil de partij extra geld uit het Klimaatfonds aanwenden voor netverzwaring en de warmtetransitie. Voor demping van de nettarieven wil de partij €10 mrd beschikbaar stellen aan de netbeheerders via een kapitaalstorting.
Voor de aanpak van netcongestie wil de CU daarnaast inzetten op groepscontracten, flexibilisering van de energievraag en energieopslag. De overheid moet op dat laatste de regie voeren, en voor waterstofproductie en batterijen zou een lager nettarief moeten gaan gelden. Ook wil de CU netbeheerders de ruimte geven om zelf energieopslag in te zetten en financieel te participeren in energieopslagprojecten.
Capaciteitsmarkt
De plannen van de ChristenUnie op het gebied van klimaat en energie zijn opgenomen in een hoofdstuk met de titel ‘Zorg voor de schepping’ en zijn gebaseerd op het Akkoord van Parijs, de Europese doelstellingen en de Nederlandse Klimaatwet. Wel wil de partij voor 2030 inzetten op een hoger CO₂-reductiedoel dan het in de Klimaatwet vastgelegde doel van 55%, “zodat tegenvallers er niet direct toe leiden dat we het minimale doel niet halen”.
Het toekomstige energiesysteem bestaat volgens de CU in de basis uit een mix van wind- en zonne-energie, met wind op zee als grootste energiebron, aangevuld met “twee nieuwe kerncentrales”. Gascentrales moeten worden omgebouwd naar “CO₂-vrije centrales op waterstof of een andere regelbare brandstof”. Om dat laatste mogelijk te maken, is “actieve interventie” van de overheid nodig, “bijvoorbeeld in de vorm van het opzetten van een capaciteitsmarkt”.
Op de middellange termijn ziet de CU ook nog een rol voor aardgas en biomassa, en “onder strikte voorwaarden” kan voorlopig nog gas gewonnen worden op de Noordzee, maar niet onder de Waddenzee. Aardwarmte wil de partij stimuleren als “duurzaam en lokaal alternatief voor aardgas, om huizen,
gebouwen en kassen mee te verwarmen”.
Europese bril
Ook beziet de partij klimaat- en energiebeleid door een Europese bril: uitstootreductie in Nederland mag niet leiden tot een hogere uitstoot elders, en Europese regelgeving voor verduurzaming moet niet als bedreiging maar als kans beschouwd worden, vindt de CU. “Het is zaak om dergelijke regelingen pro-actief en verstandig te implementeren, om niet de boot te missen, en te voorkomen dat het bedrijfsleven wordt overladen met onnodige regeldruk en onduidelijkheid.”
Voor de verduurzaming van de industrie is het Europese emissiehandelssysteem ETS leidend, maar wil de CU ook de nationale CO₂-heffing handhaven als instrument. Wel wil de partij deze nationale heffing op nul zetten “voor bedrijven waar de overheid in gebreke blijft”.
Circulaire economie
De CU hecht tot slot veel waarde aan circulariteit. De partij wil dat producten duurzaam en repareerbaar zijn en zet zich al langer af tegen de wegwerpmaatschappij. “We moeten terug naar de situatie dat spullen (levens)lang meegaan. Niet-repareerbare gebruiksproducten worden geweerd en fabrikanten moeten tot tien jaar verplicht reserveonderdelen aanhouden en hierbij service bieden”, zo valt in het programma te lezen.
Om circulariteit te stimuleren, denkt de CU in de eerste plaats aan normering van de vraag op Europees niveau, “zodat er ook Europese markten zijn voor de duurzaam (en circulair) geproduceerde producten”. Daarnaast kan het maken van ketenafspraken helpen, maar als deze niet voldoende resultaat opleveren zijn dwingender maatregelen nodig: “Producenten worden waar mogelijk verantwoordelijk voor identificeerbare stromen, zoals luiers of plastics.”
Alle verkiezingsprogramma’s
VVD: Energiebeleid is veiligheidsbeleid
SP: ‘Supersociale’ SP hamert op publieke zeggenschap
BBB: BBB wil Deltaplan voor energie en kleine kerncentrales
NSC: Buitenlandse gebruikers Nederlandse stroom moeten betalen voor transport
GroenLinks-PvdA: Geef vergunningen stroomnet sneller af
Partij voor de Dieren: Nationaal CO₂-budget en 5% bbp naar klimaat en natuur
JA21: JA21 wil Nederland ‘volledig op kernenergie’ laten draaien
ChristenUnie: Randvoorwaarden voor vergroening op orde krijgen
PVV: Ministerie van Betaalbare Energie en turbines afbreken
CDA: CDA kiest voor ‘Europees ambitieus klimaatbeleid’
Volt: Volt wil voorop lopen op gelijk Europees speelveld
FvD: Ruim baan voor fossiele energie, Groningen weer open
SGP: Verstandig verduurzamen zonder concreet klimaatdoel
D66: D66 wil wind op zee ook via de vraagkant stimuleren
Denk: Denk wil klimaatdoelen halen én lagere accijns op benzine