De verkiezingsprogramma’s van 2025 laten zien dat veel partijen – niet alle – erkennen dat de energietransitie niet langs één route verloopt. De belangrijkste boodschap is helder: kernenergie en hernieuwbaar zijn geen concurrenten, maar partners in een CO₂-vrij energiesysteem, stellen Floriske Deutman en Marien Boonman vast in onderstaande opinie.
Nederland staat voor een enorme opgave: in 2050 moet ons energiesysteem nagenoeg CO₂-vrij zijn. De vraag is niet of we de transitie maken, maar hoe. Over het doel bestaat redelijk breed gedragen overeenstemming, maar over de middelen lopen de standpunten scherp uiteen.
In Nederland is er eigenlijk over geen enkele energiebron brede consensus. Zelfs zon en wind, vaak gezien als vanzelfsprekende pijlers van de transitie, liggen onder vuur. Sommige partijen benadrukken in hun verkiezingsprogramma hernieuwbaar als dé route, andere zetten juist kernenergie centraal. Zo ontstaat gemakkelijk het beeld van een ideologische tegenstelling, terwijl de werkelijke uitdaging technisch en systemisch van aard is: hoe combineren we verschillende CO₂-vrije bronnen tot één betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam geheel?
Een brede, technologie-open koers
Een groeiend aantal partijen, waaronder D66, CDA, VVD, Volt en ChristenUnie, kiest voor een technologie-open benadering. Zij erkennen dat Nederland kernenergie én hernieuwbare bronnen nodig heeft om de transitie betaalbaar, betrouwbaar en uitvoerbaar te maken. Hun accenten verschillen, maar de gezamenlijke lijn is duidelijk: meerdere oplossingen zijn noodzakelijk.

Andere partijen leggen de nadruk sterker op één kant van het spectrum en sluiten daarmee in de praktijk een deel van de oplossingen uit.
Zo kiest GroenLinks-PvdA ervoor om kernenergie voorlopig geen rol te geven, niet vanuit ideologische afwijzing, maar omdat zij de technologie op dit moment als te kostbaar en te traag beschouwen om bij te dragen aan de doelstellingen voor 2035. Dat is een praktische, niet principiële keuze, die de deur in de toekomst niet volledig sluit. SP en Partij voor de Dieren gaan verder en wijzen kernenergie als energiebron af.

Aan de andere kant van het politieke spectrum doen sommige partijen juist het omgekeerde: JA21 en in mindere mate PVV en FvD benadrukken kernenergie als kernoplossing, maar geven hernieuwbare bronnen vooralsnog nauwelijks of geen rol.
Zo ontstaan aan beide zijden feitelijke uitsluitingen, terwijl de uitdaging van de energietransitie juist vraagt om het benutten van alle CO₂-vrije technologieën.
Kernenergie en hernieuwbaar: geen of-of, maar en-en
De echte vraag is niet of Nederland moet kiezen tussen kernenergie óf wind en zon, maar: hoe bouwen we een CO₂-vrij energiesysteem dat betaalbaar, betrouwbaar en ruimtelijk inpasbaar is?
Zon en wind leveren goedkope, schaalbare productie, maar zijn variabel. Kernenergie daarentegen biedt stabiel, continu vermogen, de basis waarop het systeem kan rusten. In een slim ontworpen energiesysteem vullen deze bronnen elkaar aan:
- Kernenergie levert een stabiele basislast en kan, zeker met nieuwe modulaire reactoren, regelbaar vermogen leveren. Frankrijk is een goed voorbeeld van een energiesysteem waarin kernencentrales gebruikt worden om te regelen.
- Hernieuwbare bronnen zorgen voor de bulk van de goedkope productie wanneer zon en wind beschikbaar zijn.
- Opslag, gascentrales met CCS en mogelijk waterstofcentrales vangen de resterende schommelingen op.
Zo ontstaat een systeem dat betrouwbaar is, minder afhankelijk van weersomstandigheden, en waarin de totale kosten lager liggen dan in een systeem dat volledig op één technologie leunt.
Finland: Groenen kiezen voor kernenergie
Het contrast met Finland is illustratief. In 2022 besloot de Finse Groene Partij kernenergie voortaan te steunen. In hun programma noemen zij kernenergie zelfs “duurzame energie” en pleiten zij voor versoepeling van wetgeving om kleine modulaire reactoren mogelijk te maken.
De context is belangrijk. Finland heeft eigen kerncentrales, waaronder de nieuwe Olkiluoto 3. Het land ervoer de gevolgen van energieafhankelijkheid van Rusland en had daarmee een directe prikkel om energiezekerheid te waarborgen en de energieafhankelijkheid te spreiden, uranium is immers een commodity en kun je van over de hele wereld vandaan halen. Publieke opinie verschoof, en de Groenen kozen pragmatisch voor een klimaatgerichte koers.
In Nederland is die ervaring minder direct. Hier overheerst ideologie: ‘links’ associeert duurzaamheid met hernieuwbaar en decentrale projecten, ‘rechts’ plaatst kernenergie tegenover wind en zon. Het gevolg: een verengd debat waarin de complementariteit van technologieën uit beeld raakt.
Wat Finland leert, is dat kernenergie ook door groene partijen kan worden omarmd zodra klimaat en leveringszekerheid centraal komen te staan. Dat perspectief ontbreekt in Nederland nog te vaak.
De realiteit is dat zon, wind en kernenergie complementair zijn aan elkaar. Wind en zon zijn goedkoop en schaalbaar, kernenergie levert stabiele basislast. Samen passen zij in een systeem met beheersbare systeemkosten, een acceptabele druk op de ruimte en een diverse en daarmee weerbare energievoorziening.
Conclusie
De verkiezingsprogramma’s van 2025 laten zien dat de meeste partijen inmiddels erkennen dat de energietransitie niet langs één route verloopt. Er bestaan nog accentverschillen, maar de belangrijkste boodschap is helder: kernenergie en hernieuwbaar zijn geen concurrenten, maar partners in een CO₂-vrij energiesysteem.
Onze oproep is daarom: laat de tegenstelling los. Kijk niet naar of-of, maar naar en-en. Alleen door álle CO₂-vrije bronnen verstandig te combineren bouwen we een energievoorziening die betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam is en daarmee toekomstbestendig.
Over de auteurs
-
Floriske Deutman
Floriske Deutman is voorzitter van de Stichting Energietransitie en Kernenergie (SEK) en zet zich al jaren in om kernenergie op een rationele manier op de politieke agenda te krijgen.
-
Marien Boonman
Marien Boonman werkt als zelfstandige in de Nederlandse energiesector met zijn bedrijf Energy Fact. In die hoedanigheid houdt hij zich onder meer bezig met het ondersteunen van bedrijven die te maken krijgen met transportschaarste. Groepscontracten voor aangeslotenen zijn hierbij een van de bouwstenen. Eerder werkte hij voor NEDU en Energie-Nederland. Boonman is onderdeel van de […]