In de tweede ronde van de verkiezingen op 7 mei 1995 werd Jacques Chirac met 52,62% van de stemmen gekozen tot president van Frankrijk. Ruim veertien maanden vóórdat ik officieel mocht stemmen.
Ik weet het als de dag van gisteren, hoe ik de dag ervoor in de RER zat, onderweg naar een open dag van een universiteit bij Cergy Pontoise om te kijken bij de studie “Recht en Duits” die het later niet ging worden. Ik ontmoette die dag ook nog eens mijn eerste vriendje, die in dezelfde trein zat op de terugweg. Ik was dus wel oud genoeg om een toekomst te kiezen, verliefd te worden en alleen door Parijs te reizen, maar ik moest nog een heel jaar wachten om een stem uit te brengen.

Ik weet nog hoe gepassioneerd ik over politiek dacht en sprak, hoe ik later voor mijn bachelorscriptie alle Kamerstukken en stemrondes bij het nationaal archief afspeurde op zoek naar bewijs dat de invoering van de vierdaagse vergaderweek bij “L’assemblée nationale” daadwerkelijk had bijgedragen aan meer snelheid en kwaliteit van besluitvorming.
Urenlang kon ik met mijn ouders aan tafel ruzie zoeken en maken over de verkiezingen; over de privileges van hun generatie en hoe hopeloos ouderwets ons pensioenstelsel in mijn ogen was. Ze zijn allebei gestopt met werken op hun vijftigste, stel je dat nu maar eens voor… Ik was ook BOOS op de misstanden rond het besmette bloedschandaal van de jaren ‘90 of over de valse facturen in de MNEF-affaire waarbij tienduizenden studenten aan het kortste einde trokken. Voor dat laatste heb ik ook de universiteit mede bestormd en ben er op de grond blijven slapen.
Afstand van de materie
En ondanks alle passie heb ik slechts één keer (2022) in een Frans stemhok gestaan. Bij de verkiezingsronde die daarop volgde woonde ik namelijk al in Nederland, had ik afstand genomen van de materie en nam ik ook niet de moeite om naar het consulaat af te reizen: teveel gedoe, geen zin in. Het systeem van twee rondes betekent ook twee keer een zondagmiddag opofferen om naar Amsterdam af te reizen.
Hiernaast voelde ik me niet meer betrokken; ik betaalde hier belasting, wilde hier mijn kinderen groot laten worden en raakte langzaam maar zeker steeds dieper verzeild in het Nederlandse energie- en klimaatbeleid. Op een afkeer van pepernoten na is er van mijn Franse opvoeding weinig over. In de afgelopen 23 jaar zijn er in Nederland al acht stemrondes geweest die ik heb moeten missen. Ik heb het inmiddels wel geschopt tot vicevoorzitter van een stembureau en heb daar jullie stemmen leren tellen. Maar mijn eigen stem heeft tot nu toe nooit geteld.
Tweede kans
Maar nu ik vernederlandst ben krijg ik een tweede kans. Ik ben opnieuw meerderjarig, en ga, evenals mijn zoon van 19, op 29 oktober voor het eerst naar de stembus. “Welke stemwijzer heb je al gedaan Mutti?” “Wat was je uitslag van de stemchecker?” “Heb jij ooit van het Kieskompas gehoord?” De discussies in de familieapp laaien op en ik merk dat hij en ik er op onze eigen manier erg druk mee zijn. We snappen allebei niet helemaal wat “strategisch stemmen” precies inhoudt en voelen ons emotioneel niet betrokken bij het schijnbaar “oud zeer” van “acht jaar paars”.
Luister de podcast Voetnoten
Energie en klimaat: keuzes en coalitiesHij heeft zich ingelezen in de pro’s en cons van de hypotheekaftrek en ik heb alle programma’s uitgeplozen op hun aanpak van energiearmoede, realisme qua klimaatdoelen en visie op de toekomst van de industrie. Maar de programma’s zijn natuurlijk niet alles. Ik ben natuurlijk ook nog eens belast door het jarenlang Kamerdebatten kijken. Ik denk dan gelijk ook terug aan de vaak semi-relevante Kamervragen, wisselende scherpte van de inbrengen en heb de neiging om het stemgedrag bij amendementen er weer eens bij te pakken.
Qua eigen overtuigingen binnen mijn werkgebied, heb ik een viertal leidende principes: ik geloof niet in “isolatieoffensieven” met een herschikking van bestaand beleid omdat wij in mijn ogen (en ervaring) altijd zullen overblijven met een miljoen huishoudens die geen kant op kunnen met hun stijgende energiekosten. Ik geloof in een economie waarin kinderen ook kunnen kiezen voor een baan bij een bedrijf dat iets maakt en niet alleen een carrière als barista, consultant of coach tegemoet gaan. En ik ben geen volgeling van de ayatollahs van de marktwerking.
Terwijl mijn zoon naar verdiepende podcasts luistert en mij vraagt of ik ooit gehoord had van een tweestatusstelsel probeer ik voor mezelf uit te maken of ik mijn energiehoofd van mijn hart moet scheiden. We draaien, dralen en zweven. Hebben wij net allebei eindelijk een keuze gemaakt, gooit mijn man weer een kwartje in de twijfelmachine door ons uit te dagen om dieper na te denken over geopolitiek of de partijvisies op de rijksbegroting.
Hard werken hoor, la majorité!
Over de auteur
-
Laetitia Ouillet
Laetitia Ouillet is senior associate bij eRiskgroup en is directeur van het Sustainable Industry Lab. Ouillet was tot juni 2025 voorzitter van de landelijke energiecoöperatie de Windvogel. Eerder was ze directeur strategic area energy bij de TU/e en werkte ze als directeur strategie bij Eneco. Voor Energeia is Ouillet naast columnist het vaste gezicht van […]