Direct naar inhoud

‘Als netbeheerders het onderling niet eens zijn, moet ik eenheid creëren’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 18 september 2020

De energienetbeheerders -landelijk en regionaal, groot en klein- moeten meer met één stem gaan spreken. Dat is de expliciete opdracht waarmee de nieuwe directeur van Netbeheer Nederland, Dick Weiffenbach, op pad is gestuurd.

Toen Dick Weiffenbach nog sectorhoofd Energie bij consultancybedrijf EY was, organiseerde hij regelmatig energiedebatten. “Daar zat de hele sector dan bij elkaar”, vertelt hij in gesprek met Energeia, “en dan viel me wel op dat netbeheerders vaak een heel afwachtende, bescheiden rol innamen. En Netbeheer Nederland als organisatie vond ik erg onzichtbaar.”

Het lijken opmerkelijke woorden van de man die sinds 1 juli zelf directeur is van de genoemde organisatie. Maar de netbeheerders deelden zijn mening, zo bleek toen Weiffenbach via een headhunter -“zo gaan die dingen”- uitgenodigd werd om te solliciteren bij de branchevereniging. Nadat zijn voorganger André Jurjus eind vorig jaar zijn vertrek had aangekondigd, hadden de leden een strategisch profiel voor een nieuwe directeur opgesteld. Ze wilden, kort gezegd, iemand die de netbeheerders meer smoel kon geven.

Dick Weiffenbach is sinds 1 juli directeur van Netbeheer Nederland. (Foto: Henriette Guest/Netbeheer Nederland)

“We vinden dat we nu vaak achter de feiten aanlopen”, zegt Weiffenbach vanuit zijn nieuwe rol. “Netbeheerders zijn nu een beetje het brandalarm van de energietransitie: als iets niet kan, komen wij plotseling in beeld. Op zichzelf is dat begrijpelijk vanuit de rol die je als netbeheerder hebt. Het is een dienstverlenende rol. Maar door de energietransitie gebeurt er natuurlijk wel iets. Plotseling moet het hele systeem veranderen, en dan kom je met die dienstverlenende rol niet meer helemaal uit de voeten.”

De netbeheerders wilden dus graag dat Netbeheer Nederland zichtbaarder zou worden als spreekbuis van de sector, en dat de vereniging zich meer zou profileren in het publieke debat. Weiffenbach kreeg daarom, zo zegt hij zelf, de opdracht om “de neuzen dezelfde kant op te krijgen”, zodat de netbeheerders voortaan meer met één stem zouden spreken.

Gezamenlijke visie

De opdracht van Weiffenbach moet, liefst voor het einde van dit jaar, resulteren in een gedeelde visie waar alle netbeheerders zich achter kunnen scharen. Daarbij hebben kleine regionale netbeheerders, zoals Rendo en Westland Infra, evenveel te zeggen als de landelijke netbeheerders Tennet en Gasunie. “Het zijn de facto maar negen partijen, dus ik vind het wel mijn taak om iedereen mee te nemen in een gedeelde visie. En dat doen we niet met gewogen stemmen ofzo, ik ga voor unanimiteit.”

Wat de gezamenlijke visie precies moet behelzen, en over welke vraagstukken een gedeelde opvatting geformuleerd gaat worden, is op dit moment nog niet helemaal duidelijk, zegt Weiffenbach. Hij is naar eigen zeggen nu vooral heel veel aan het praten, op zoek naar de gemene deler. Maar dat die gemene deler er moet komen, dat is voor hem zonneklaar. “Je kan als netbeheerder niet meer stand alone opereren, daarvoor zijn de uitdagingen te groot.”

Afgelopen juli, in de maand dat Weiffenbach begon als directeur van Netbeheer Nederland, publiceerde Stedin een “discussiepaper” over de warmtetransitie in de gebouwde omgeving. Dat netbeheerders op eigen houtje met zulke visies komen, is dus eigenlijk iets dat Weiffenbach in de toekomst liever niet meer zou zien. “Het zou mooi zijn als je dat in de toekomst samen doet, dat er een netbeheerdersvisie op zo’n onderwerp komt, in plaats van een Stedin-visie.”

“Als wij duidelijker met één stem willen spreken, zullen er wel minder verschillende stemmen moeten zijn.”

Of dat ook betekent dat een individuele netbeheerder geen afwijkende kijk op een vraagstuk mag hebben, wil Weiffenbach niet met zoveel woorden zeggen. “Maar het is wel nadrukkelijk mijn opdracht om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Als netbeheerders het onderling niet eens zijn, dan is het mijn taak om die eenheid te creëren. Want als wij duidelijker met één stem willen spreken, zullen er wel minder verschillende stemmen moeten zijn.”

Regie

Een punt waarop Netbeheer Nederland zich sinds de komst van Weiffenbach al over heeft uitgesproken, is de roep om regie in de energietransitie. Vorige week vrijdag, op de dag dat Energeia met Weiffenbach sprak, diende D66-Kamerlid Matthijs Sienot een initiatiefnota in waarin hij een groot aantal voorstellen doet om de energietransitie soepeler en sneller te laten verlopen.

Een groot deel van de voorstellen van Sienot heeft betrekking op de capaciteitsproblemen in het elektriciteitsnetwerk, en daarnaast pleit hij voor de aanstelling van een “onafhankelijke en a-politieke” rijksarchitect. Deze architect moet uit de plannen van lokale en regionale overheden een integraal overzicht destilleren van de benodigde investeringen en ervoor zorgen dat “de keuzes die in de plannen worden gemaakt ook echt gerealiseerd kunnen worden door een goed werkend elektriciteitsnet”.

Volgens Netbeheer Nederland stelt Sienot terecht dat hier meer regie voor nodig is. Als voorbeeld geeft Weiffenbach de ruimtelijke planning van energieprojecten: “Je ziet nu dat dat vaak individuele trajecten zijn, maar op een gegeven moment moet het bij elkaar komen: wat komt waar en wanneer? Iemand moet daarover de regie houden.” Volgens Weiffenbach moet die regie-rol in ieder geval ergens bij het rijk liggen. “Hoe je het precies vormgeeft, interdepartementaal of anders, met een rijkscommissaris of een rijksarchitect: I don’t care. Maar zonder regie gaat de energietransitie niet lukken.”

De netbeheerders zelf hebben in dat proces wat Weiffenbach betreft een gidsfunctie. “Netbeheer Nederland hoeft niet de regie te hebben, maar moet er wel heel dichtbij zitten. We zijn wel een fundamentele speler, en er moet wel iets of iemand zijn waartegen wij kunnen zeggen: als je in die regio dat gaat doen, dan moeten we ergens anders dat doen.”

Weiffenbach kan zich daarom eveneens vinden in een advies dat recent werd uitgebracht door de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen, voorgezeten door topambtenaar Bernard ter Haar. Die studiegroep pleit voor de instelling van een “interbestuurlijk programmateam, dat de systeemintegratie van de verschillende klimaattafels bewaakt en actief met netbeheerders toewerkt naar investeringsbeslissingen”.