Salderen was top. Maar met de huidige energiemarkt is salderen overstimuleren. De verborgen kosten van salderen zijn fors en gaan ten koste van achterblijvers. Als we salderen opnieuw zouden uitvinden zodat vraag- (en aanbod-)sturing interessant wordt, dan is het neveneffect dat netten beter benut zullen worden en dat draagt bij aan lagere maatschappelijke kosten en een vlotter verlopende energietransitie.
Salderen heeft zich bewezen als een fantastisch instrument om Nederlandse huishoudens aan de zonnepanelen te krijgen. Ruim één op de drie woningen heeft zonnepanelen, en door de energiecrisis zijn de zonnepanelen niet aan te slepen en zullen we ongetwijfeld een recordjaar tegemoet gaan aan nieuwe zonne-installaties bij kleinverbruikers.
De kracht van salderen is de simpliciteit. De methode is simpel toe te passen voor leveranciers en niemand hoeft subsidie aan te vragen bij het rijk. Vooral dat laatste scheelt een hoop gedoe. Maar er zijn ook nadelen. De energiecrisis heeft de kaarten opnieuw geschud. Met hoge energieprijzen ligt overstimulering op de loer.
Salderen kost de staat en daarmee de maatschappij geld. Salderen wordt namelijk bekostigd door de niet-saldeerders. Wat veel mensen niet of onvoldoende weten is dat ook leveranciers snel stijgende kosten hebben die terugverdiend moeten worden bij klanten die niet (kunnen) salderen. Bovendien worden netbeheerders helemaal gek van alle spanningsklachten, terwijl ze bijna alle netten moeten verzwaren om alle aansluitingen te bouwen en de spanningsproblemen op te lossen. Maar misschien is alle moeite die we doen het waard. Laten we daar eens in duiken, zodat we het publieke debat wat inhoudelijker kunnen maken. Eerst willen we getallen zien en dan gaan we uitleggen hoe ze zijn opgebouwd.
De kosten en opbrengsten van salderen
Eerst willen we de cijfers zien, dan de nuance. Er zijn naar schatting ruim drie miljoen saldeerders* en vijf miljoen niet-saldeerders. Laten we voor het gemak even aannemen dat de salderende huishoudens gemiddeld een elektriciteitsverbruik kennen van 2.500 kWh, maar dit salderen tot nul op de meter. Op dit moment (oktober 2022) betaalt een huishouden zonder zonnepanelen dan ongeveer €705 per jaar ‘aan’ een salderend huishouden. Dit is inclusief 21% btw die vanaf 2023 weer van toepassing is. Een gemiddelde saldeerder krijgt namelijk zo’n €1.175 per jaar aan subsidies via de staat en leverancier (kom ik zo op terug). Als de niet-saldeerders de hele rekening moeten betalen, waar het onder deze aanname wel op neer komt, dan betalen ze dus €1.175 * 3 / 5 = €705 per jaar per huishouden.
Saldeerders besparen het leveringstarief rond de 87 cent (momenteel de goedkoopste prijs op een bekende prijsvergelijker bijgesteld van 9% naar 21% btw). Die 87 cent is als volgt opgebouwd: 40 cent uit de futureprijs (vermeden inkoopkosten, zeg maar); 5 cent uit de profielkosten; 1 cent onbalanskosten; 19 cent marges en marketing leveranciers; 6,7 cent energiebelastingen anno 2022 (deze kosten stijgen volgend jaar significant); en 15 cent btw à 21% over alle posten.
Dus van de 87 cent die je bespaart, krijgen saldeerders per kWh 40 cent uit de futureprijs en 47 cent aan subsidie. Deels via de staat en deels via de leveranciers. Dat is best veel subsidie toch? Bij een verondersteld verbruik van 2.500 kWh per jaar krijgt een saldeerder 2.500 * 0,47 = €1.175 aan subsidies. Voor een modern zonnestroomsysteem à €1.250 per kWp betekent dit een terugverdientijd van slechts 1,7 jaar.
Wauw! Nu snap je ook waarom iedereen en zijn hond zonnepanelen op zijn dak wil.
De voordelen zijn dus evident. Maar er zijn ook terechte vraagtekens te plaatsen bij deze voordelen. Het net is op dit moment een gratis batterij. Wat kost dat? En wie betaalt dat? Saldeerders betalen geen energiebelastingen. Wat kost dat? En wie betaalt dat? En er zijn voorlopig geen prikkels om stroom lokaal te gebruiken, alleen hobbyisten hebben het er leuk mee. Netbeheerders hebben het daardoor extra druk om de netten te verzwaren. Wat kost dat eigenlijk? Kan het ook slimmer?
En de gewetensvragen mogen ook niet ontbreken: de (arme) huishoudens zonder zonnepanelen betalen de energierekening van de (rijke) huishoudens met zonnepanelen. Als er steeds meer saldeerders komen wordt het exponentieel duurder voor de achterblijvers. Is dat wel de bedoeling? Er zijn op dit moment naar schatting ruim drie miljoen saldeerders en vijf miljoen niet-saldeerders. Als de niet-saldeerders de hele rekening moeten betalen, waar het wel op neer komt, dan betalen ze dus 1.175 * 3 / 5 = €705 per jaar per huishouden.
Verborgen kosten
Daar blijft het niet bij. Mogelijk geven we subsidie aan een technologie die al rendabel is. Is salderen van zonnestroom wel de meest effectieve manier om de energietransitie te versnellen? Door salderen kunnen nieuwe technieken zoals batterijen niet of nauwelijks ingezet worden om maatschappelijke problemen zoals congestie vanuit woningen te verhelpen. Technisch kan het wel maar er is bijna geen verdienmodel. Zo blijft opslag een hobby voor idealisten en mensen zonder zonnepanelen. Daarmee zal opslag ook enkel centraal worden ontwikkeld. Hoe zien we dat in de toekomst voor ons?
Er zijn meer verborgen kosten die ik niet zomaar kan kwantificeren. De netbeheerkosten worden gesocialiseerd per aansluiting en het maakt niet uit of je alleen een koelkast, paar lampen en een tv hebt, of de aansluiting tot de laatste watt uitknijpt. Er zijn huizen waar een flinke zonnestroomcentrale, batterij, warmtepomp en elektrische auto aangesloten zijn die evenveel betalen als je oma in haar flatje. Om die nieuwe klanten te bedienen moeten netten worden verzwaard en daar betaalt iedereen (ook je oma) aan mee.
In de praktijk komt het erop neer dat als je saldeert op een vast of variabel tarief, je wanneer je maar wil mag invoeden en afnemen zonder consequenties. De netbeheerders hebben het er maar zwaar mee om te voldoen aan de netcode en het koperenplaatprincipe. Je mag in theorie 24/7 de capaciteit van je aansluiting volledig benutten en het is de taak van de netbeheerder om te zorgen dat dit kan binnen de spanningsnormen en te zorgen voor continuïteit.
Salderen wordt steeds duurder voor niet-saldeerders en dat betekent automatisch dat het steeds aantrekkelijker wordt voor de achterblijvers om dan ook maar te gaan salderen. Salderen wordt immers exponentieel duurder voor de achterblijvers, dus zij worden steeds sterker financieel geprikkeld om ook te gaan salderen –een zichzelf versterkend effect. Dat is vooral vervelend voor wie niet KAN salderen, door gebrek aan een geschikt dak en/of kapitaal.
Afschaffen dan maar?
Salderen is echt een knaller van een stimulatietool geweest in tijden van lage energieprijzen. Maar het ziet er naar uit dat we voorlopig niet (of nooit?) meer teruggaan naar de lage prijzen van vroeger. Met structureel hoge prijzen is salderen zoals we dat nu doen op de langere termijn onhoudbaar en het afbouwpad te langzaam met maatschappelijke problemen tot gevolg.
Dus waarom nog salderen? Een terugverdientijd van zeven jaar wordt vaak genoemd als prima, de rekenmachine toont dat je er met 21 cent per kWh al bent. Zelfs met alleen een terugleververgoeding en het salderen van (een deel van) de belastingen ben je dan de komende jaren ruimschoots op schema. Dus kunnen we de leveranciersafhankelijke componenten van salderen vandaag nog afschaffen zodat er heel veel nieuwe kansen ontstaan. Als we alleen de saldering van de energiebelasting intact laten blijft er nog steeds een fantastisch verdienmodel over zonder op flexprikkels in te boeten.
Want, als we dan toch aan salderen gaan sleutelen, kunnen we ook de prikkels herintroduceren die nodig zijn om netten slimmer te gebruiken en flexibiliteit zoals batterijopslag een kans te geven. De profielkosten bij terugleveraars neerleggen á 10 cent per kWh exclusief btw is bijvoorbeeld één van de prima kansen waarmee je de investering een thuisbatterij kan verantwoorden. Ik zeg doen!
* Na publicatie van dit artikel is de auteur er op gewezen dat de schatting dat 3 miljoen huishoudens zonnepanelen hebben, een optimistische is. Werkelijke actuele cijfers zijn echter niet beschikbaar.
Melvin van Melzen is onafhankelijk adviseur vanuit zijn eigen bedrijf OpslagVersneller en de oprichter en CEO van All in power (platform-energieleverancier).