Opinie | Gerard Brinkman, campaigner kernenergie bij Wise; Peer de Rijk, campaigner energie bij Milieudefensie.
In de kern draait het debat over kernenergie om de vraag of door mensen veroorzaakte straling een gevaar vormt voor de volksgezondheid. Immers, als dat niet zo is, vormt de berging van kernafval geen probleem meer. Dan is de veiligheid van kerncentrales geen punt en kunnen ze dus veel goedkoper gebouwd worden. En hoeven we ons veel minder zorgen te maken over radioactieve vervuiling in de productie-keten, zoals bij de uraniummijnen in Niger, Namibië, Kazachstan.
Maar straling vormt wel een gezondheidsrisico en dat legt zware druk op het beantwoorden van de vraag welke stralingsbelasting acceptabel is.
Trilemma
Kernenergie terug van weggeweestLars Roobol, nota bene hoofdverantwoordelijke bij het RIVM op het gebied van stralingsbescherming, gaat in zijn Trilemma-artikel van 4 april op volstrekt onverantwoorde wijze om met een legitiem debat. Het simplisme waarmee hij decennia van op wetenschappelijke inzichten gebaseerde bezwaren tegen kernenergie wegwuift, is naast verbijsterend ook verbazend.
Er is namelijk wetenschappelijke consensus dat elke extra hoeveelheid straling de kans op kanker en andere ziekten vergroot. Vanuit het voorzorgsprincipe zou je dus moeten sturen op een nulkans op blootstelling. Extra kerncentrales bouwen is dan geen optie meer.
Maar natuurlijk is er de praktijk waarin kerncentrales al in bedrijf zijn. En dus zijn de normen die we hebben afgesproken (“welke kans op extra stralingsbelasting vinden we acceptabel”) een weging van belangen: een politiek compromis tussen volksgezondheidsrisico’s en eventuele economische kansen.
Die normen leiden tot beleid en waar nodig tot ingrijpen. In Fukushima is volkomen terecht geëvacueerd. De kans was simpelweg te groot dat de tienduizenden omwonenden een te hoge hoeveelheid straling voor hun kiezen zouden krijgen. Vervolgens is die evacuatie rommelig verlopen en heeft ze tot slachtoffers geleid. Kernenergie is niet alleen techniek, het is vooral mensenwerk. Een keuze voor meer atoom leidt tot grote ethische dilemma’s bij problemen: een per definitie rommelige evacuatie of een oproep (dwang?) om te blijven en een stralingsdoses te ontvangen die de normen overschrijdt? Gaat Roobol (op “persoonlijke titel”) tien minuten na een explosie in Borssele op nationale tv de knoop doorhakken?
De stralingsnorm is al een compromis. Maar dat weerhoudt de mens er niet van om te blijven marchanderen. Zo heeft de Japanse regering, tegen internationaal wetenschappelijk advies in, de normen versoepeld om mensen eerder terug te laten keren naar hun huizen. En zelfs toen bleek het nog nodig de bovenlaag van het totale oppervlak van het getroffen gebied systematisch af te graven.
“Wat vaak vergeten wordt, is dat we met de ramp in Fukushima geluk hebben gehad.”
Het leidde tot waanzinnige taferelen: tienduizenden Japanners die met schoffels en graafmachines in bossen, bergen, dorpen en steden de aarde afschrapen om besmette aarde in zakken te stoppen en elders op te slaan als radioactief afval.
Wat vaak vergeten wordt, is dat we met de ramp in Fukushima geluk hebben gehad. Slechts tien procent van de in de reactor aanwezige hoeveelheid radioactieve stoffen kwam vrij en daarvan is tachtig procent in zee neergeslagen. En toch heeft de nucleaire ramp de Japanse belastingbetaler al meer dan €200 mrd gekost. Om het resterende deel van de voor eeuwig op te bergen nucleaire soep in de reactoren te bergen en te verpakken, zijn nog vele tientallen miljarden nodig. De ellende van de geëvacueerden is niet in geld uit te drukken.
De internationaal wetenschappelijke consensus over de norm wordt door Robool betwist en losgelaten. Hij bepleit feitelijk structurele versoepeling. Dat gesprek kan gevoerd worden, maar tot er een nieuwe norm is vastgesteld werken we met de bestaande. Dat Roobol simplistische uitspraken doet over bijvoorbeeld de hoeveelheid doden per stroom-opwek-methode is een wetenschapper onwaardig.
Twee grote kerncentrales
Onze huidige regering wil twee grote kerncentrales bouwen. Dat is een politieke keuze en wat ons betreft een slechte. Het debat over kernenergie kan zeker gevoerd worden, er zijn geen taboes. Maar het bagatelliseren van de problemen die ontegenzeggelijk verbonden zijn aan kernenergie, helpt de discussie niet. Pas als de voorstanders erkennen dat er wel degelijk problemen zijn op te lossen rond thema’s als veiligheid, kosten, kernafval, uraniumwinning, en proliferatie is een zinnig gesprek mogelijk; namelijk over de onderlinge afweging van nadelen die aan elke energietechniek verbonden zijn.
De komende tien jaar gaat er nog geen schop de grond in, zoveel is duidelijk. De besluitvorming en het vergunningtraject duurt lang. En dat is terecht, het is immers geen koekjesfabriek. Wel gaat er al 5 miljard euro uit publieke middelen naar ‘voorbereidingen’. Wij denken dat die 5 miljard beter besteed kunnen worden, bijvoorbeeld aan het verlichten van de energiearmoede en structurele besparingsmaatregelen.
Maar als het toch per se uitgegeven moet worden aan de atoomdroom, kan een deel wellicht gebruikt worden voor een open, grondig, wetenschappelijk debat over stralingsnormen. Zodat ook het RIVM daarvan kan profiteren.
Gerard Brinkman is campaigner kernenergie bij Wise; Peer de Rijk is campaigner energie bij Milieudefensie.