Direct naar inhoud

NAM anticipeert en navigeert door zwaar weer

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 30 maart 2020

De uitbraak van het coronavirus en vooral de maatregelen ter bestrijding hebben een groot effect op bedrijven. Hoe gaan zij daar in de dagelijkse praktijk mee om? En wat zijn de effecten op de langere termijn? Vandaag het eerste deel uit een serie over de gevolgen van de crisis voor de energiesector: de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).

Hoofdkantoor van de NAM in Assen. Zoals op alle kantoren in Nederland is het hier nu erg rustig; de meeste medewerkers werken vanuit huis. (Foto: Kick Smeets/Hollandse Hoogte)

Hoewel veel werkzaamheden zijn opgeschort, heeft Johan Atema nog steeds een volle agenda. De directeur van olie- en gasbedrijf NAM –aangewezen als bedrijf in een vitale sector- werkt deze dagen veel aan scenario’s voor de nabije en wat verder weg gelegen toekomst. Wanneer kunnen welke projecten weer worden opgestart? Wat betekent een langdurig lage gasprijs? Toch zal hij na het telefonische gesprek met Energeia eerst even de benen strekken voordat hij aan een volgende klus begint. Want thuiswerken, in een ergonomisch gezien niet ideale situatie, vraagt net iets meer aandacht voor lijf en leden dan normaal.

Eenvoudige rekensom

En van normaal is nu even geen sprake. De coronacrisis heeft natuurlijk ook impact op de dagelijkse praktijk van de NAM. Op de tientallen locaties, onshore en vooral offshore, zijn extra maatregelen getroffen om veilig te kunnen werken. Zogenoemde niet-kritische activiteiten worden voor onbepaalde tijd uitgesteld. En zoals overal gebruikelijk werken medewerkers zoveel mogelijk vanuit huis. Hoewel de nieuwe situatie van iedereen kleine en grote aanpassingen vergt, verloopt alles vooralsnog voorspoedig. Onvermijdelijk is echter dat het virus naast een medewerker (waarover hieronder meer) de bedrijfsresultaten zal besmetten.

“Natuurlijk zal dit impact hebben”, zegt Atema. “De gasprijs is nu echt heel laag, ik kan me niet herinneren dat ik het ooit zo laag heb meegemaakt. Aangezien wij gewoon blijven leveren, betekent dat minder omzet, minder inkomsten en dus ook minder winst; het is een eenvoudige rekensom. Olie idem dito. De macro-economische condities zijn zwaar, dit raakt onze financiële resultaten.” En daarom werkt de NAM met scenario’s. Die moeten inzicht geven in de gevolgen van bepaalde situaties. “Ons beleid is anticiperen en navigeren”, aldus de directeur.

Toolboxtalk

Op de ‘werkvloer’ gaan Roel Aretz (productie manager zuidelijke Noordzee) en Hugo Oskam (productie manager West-Nederland) zo goed als dat kan om met de nieuwe situatie. Weliswaar wordt er maximaal thuisgewerkt, maar voor sommige processen -de daadwerkelijke productie en ook essentieel onderhoud- is dat nu eenmaal niet mogelijk. “Uiteraard volgen we de richtlijnen van het kabinet en van het RIVM”, zegt Oskam hierover. “We besteden extra aandacht aan persoonlijke hygiëne en we maken ook de materialen waarmee we hebben gewerkt vaker schoon. Verder zien we extra om naar onze teams.”

Een ‘toolboxtalk’ in Rotterdam op 26 maart. (Foto: NAM)

Locatiemedewerkers van de NAM zijn gewend elke dag een zogenoemde toolboxtalk te houden; iedereen komt dan even bij elkaar om het werk van de dag door te nemen. Sinds de coronamaatregelen gebeurt dat in de open lucht, waar het net iets makkelijker is om afstand van elkaar te nemen. Daarbij scheelt het natuurlijk dat het weer deze dagen goed meewerkt. Volgens Oskam leidt een en ander tot een nieuwe dynamiek in het bedrijf. Toch betekent dat niet dat alles radicaal anders is. “We hebben veel locaties verspreid over het hele land. Dan ben je het gewend om op afstand van elkaar te werken.”

In het ziekenhuis

Op zee zijn er nog wel wat meer specifieke uitdagingen. Want offshore is er per definitie minder ruimte, waardoor social distancing moeilijker is. “We hebben verschillende maatregelen genomen om de werkzaamheden toch veilig te kunnen uitvoeren”, vertelt Aretz. “Medewerkers worden voor vertrek vanuit Den Helder eerst door een verpleegkundige gecontroleerd.” Eenmaal op zee wordt er gepoogd meer afstand van elkaar te houden dan normaal. Zo beschikt personeel nu over een eigen slaapvertrek en wordt er in ploegen gegeten, zodat er in de kantine meer ruimte is om verspreid te gaan zitten. Mocht een medewerker ziek worden, dan is er een –met andere bedrijven gedeelde- helikopter beschikbaar. “We willen voorkomen dat mensen vast komen te zitten.”

Vooralsnog heeft NAM geen gebruik hoeven maken van de helikopter, maar er is wel sprake geweest van een coronabesmetting bij een offshore-medewerker. Hij is vorige week thuis ziek geworden, waarna hij enige tijd in het ziekenhuis heeft gelegen –niet op de intensive care. Inmiddels maakt hij het naar omstandigheden goed. Zijn directe collega’s vertonen een week later (nog) geen verschijnselen. Zij zijn overigens niet gevraagd om een bepaalde periode thuis te blijven; gasproductie is bestempeld als vitaal proces met als gevolg dat iedereen die zich goed voelt, gewoon aan het werk kan. Wel is ook hier is afstand houden het devies.

Opdrogen

Terug naar Atema. Eén van de scenario’s waar hij en zijn medewerkers aan werken, gaat uit van een langdurige crisis met een aanhoudend lage gasprijs. Een dergelijke situatie kan in het ergste geval volgens de directeur leiden tot een vervroegde insluiting van velden op de Noordzee die dan niet langer winstgevend kunnen draaien. Een bepaalde periode kan de NAM wel hebben, zegt hij, ook al is dat niet ideaal. Maar als de crisis langer duurt, zal het beeld gaan kantelen. Overigens ontkent Atema dat de sector in gesprek is met het kabinet over een steunpakket, zoals eerder deze week door Milieudefensie gesuggereerd. “Daar is geen sprake van.” Wel pleit hij, net als collega’s van andere olie- en gasbedrijven, voor een snelle invoering van de beloofde verhoging van investeringsaftrek voor offshore exploratie en productie.

Dat laatste is nog eens extra van belang als de gasleveringen vanuit het buitenland gaan opdrogen. “Ook in Azië, de Verenigde Staten en Rusland zullen er verstoringen kunnen optreden in logistieke stromen, de aanvoer van materialen en onderhoud”, zegt Atema. “Amerikaanse schaliebedrijven zullen het heel moeilijk gaan krijgen, en misschien zelfs omvallen.” De topman van de NAM benadrukt dat niemand met zekerheid de gevolgen kan voorspellen, het is en blijft speculeren, maar dat het verstandig is hiermee rekening te houden. “Wel met zekerheid te voorspellen is dat de vraag naar aardgas in Nederland nog decennialang aanzienlijk zal zijn.”

Opnieuw inplannen

In een optimistischer scenario worden de beperkende maatregelen in de zomer opgeheven en herstellen de markten zich. Volgens Atema kan de NAM dan redelijk snel weer zijn gewone gang van zaken hervatten. “Activiteiten met grote aantallen medewerkers zoals niet-kritisch onderhoud en modificaties stellen we uit tot in juni. Dit hebben we bijvoorbeeld gedaan op onze locatie in Anjum. Voor de periode daarna houden we het nog even open. Zodra het weer mogelijk is, kunnen we die werkzaamheden snel opnieuw inplannen. Dat betekent niet dat we dan alles onmiddellijk kunnen uitvoeren, maar de business kan dan snel weer normaal geraken.”