Ik zal het maar meteen bekennen: ik heb last van het burgerforumvermoeidheidssyndroom. Niet in zijn algemeenheid, maar specifiek waar het gaat om de energietransitie, om het realiseren van de doelstellingen die we met elkaar in Parijs en in het kader van het Klimaatakkoord hebben afgesproken. We wisten al dat we in Nederland 17 miljoen voetbalcoaches hadden, en sinds afgelopen jaar 17 miljoen virologen. Maar op energiegebied kunnen we er ook wat van.
Talloze voordelen worden gekoppeld aan burgerfora of burgerraden. Mag ik ook wijzen op de nadelen?
Vooropgesteld: ik ben, zoals de overgrote meerderheid van Nederland, niet tegen draagvlak. De energietransitie is een enorme opgave; het is belangrijk om dat tussen de oren te krijgen. Het is daarbij volstrekt begrijpelijk dat burgers die in wijken wonen die van het aardgas af moeten of geconfronteerd worden met een windpark in de nabijheid, meegenomen moeten worden in de ontwikkelingen. Zij moeten weten waar ze aan toe zijn qua kosten, en waar lasten gedragen moet ook worden meegeprofiteerd van de lusten. Ik heb zelf voor enkele windparken financiële participatiestructuren voor de omgeving mogen maken. Niet zaligmakend, maar het helpt.
Maar bij mij rijst de vraag wat er met draagvlak nu eigenlijk bedoeld wordt. Een lokale energiecoöperatie met vijftig leden als initiatiefnemer van een project, is dat draagvlak? Een voorhoede van gepensioneerde ingenieurs, of misschien nog erger: een burgerraad geselecteerd door loting, is dat draagvlak? Een project dat voor meer dan 50% eigendom is van een gemeente, staat niet automatisch garant voor kwaliteit en daarmee voor draagvlak. Voor 95% van de mensen in een potentieel aardgasvrije wijk gaat het vooral om betaalbaarheid, leveringszekerheid en zo weinig mogelijk gedoe. De grote meerderheid is het niet te doen om de inspreekavond of de nieuwsbrief.
Het gesprek opzoeken over projecten die nog jaren op zich laten wachten en er vervolgens heel anders uit gaan zien, zorgt dat voor draagvlak? Indien alle wensen voor inpassing van projecten lokaal worden afgekocht, gaat dat ten koste van de betaalbaarheid van hernieuwbare energie en daarmee van nationaal draagvlak. Soms moet je gewoon durven zeggen dat een windpark weliswaar overlast brengt, maar ook nodig is, en dat verplaatsen naar de buren geen oplossing is.
Heel saai misschien, maar we hebben in Nederland een wettelijk stelsel waar de nodige rechtsbescherming in zit voor belanghebbenden. Bijvoorbeeld de nieuwe Omgevingswet en daarbij behorende ruimtelijke instrumenten. Niet perfect misschien, maar maak je dat beter door in het kader van een burgerforum kaartjes in te kleuren over waar wel en niet hoeveel zon en wind mag komen? Losgezongen van aansluitkosten, losgezongen van andere ruimtelijke belangen zoals natuur en betaalbare woningen. Het integrale plaatje waar nu juist de Omgevingswet voor is bedoeld.
De teleurstelling ligt hier ook gevaarlijk op de loer. Er moet wel een initiatiefnemer worden gevonden die onder al die randvoorwaarden wil investeren. Moet er niet vervolgens alsnog een omgevingsplan en vergunning komen waar, via wederom ronden van inspraak, bezwaar en beroep, de kaarten anders komen te liggen? In mijn stad Utrecht is met hulp van “alle burgers” (welgeteld 165) een nieuw energieplan opgesteld in 2015. Ik durf nauwelijks te kijken wat daar nog van overeind staat. Het opstellen van een RES heeft in ieder geval een uitweg geboden om de inspraak en overlegcarrousel opnieuw op te starten. En ja, ik ben dus zeer bevreesd dat we met het lint aan plannenmakerij en beraad hierover niet op de snelheid komen die nodig is om doelstellingen te halen.
Een “Chinese” (bulldozer-) planning is niet passend in Nederland en ook niet nodig. Maar het lijkt er wel op dat we, als het gaat om een warmtenet, zon-PV of windmolens, heel andere toeren moeten uithalen om tot realisatie te komen. Vergelijk dat eens met de afzichtelijke distributiecentra die overal zijn verrezen. Of de vrijwel volledig op subsidies draaiende intensieve landbouw. Waarom hier niet 50% lokaal eigendom en draagvlak nastreven in plaats van uitzicht op een groene woestijn?
Toegegeven, voorbeelden van waar het ook niet goed gaat vormen geen sterk argument tegen een open gesprek over de energietransitie. Maar mijn stellige overtuiging is dat we zijn doorgeslagen in inspraak over plannenmakerij, terwijl diezelfde inspraak in al haar verschijningsvormen niet garant staat voor enig statistisch relevant draagvlak en al helemaal niet voor de realisatie van projecten. Laten we ook een keer aan het werk gaan in de praktijk. Moeder aarde heeft tijdens het burgerberaad aangegeven dat de tijd nogal dringt. En we hebben haar wat beloofd in Parijs.
Jan-Coen van Elburg, directeur Rebel Energy. Van Elburg schrijft deze columns op persoonlijke titel.