Direct naar inhoud

Het Grote Duurzame Sprookjesbos

Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 1 december 2017

Hoewel Nederland nog lang aardgas nodig heeft, neemt de roep van bestuurders en politici toe om de winning ervan te stoppen. Want we gaan over op duurzaam. Want fossiel is niet meer nodig. Zouden ze de transitie écht een warm hart toedragen, dan zouden ze het eerlijke verhaal vertellen en hun verantwoordelijkheid nemen.

Energeia schreef er vorige week over: de provincie Noord-Brabant wil niet dat Vermilion Energy méér aardgas bij Waalwijk gaat winnen. Weliswaar wordt er al meer dan twintig jaar gewonnen, maar uitbreiding is uit den boze: “Dit vanwege de te verwachten (indirecte) negatieve effecten op natuur en milieu.” Wat die effecten zijn, werd niet duidelijk.

Buurgemeenten Tilburg en Loon op Zand gingen een stap verder. Die willen dat er überhaupt geen gas meer wordt gewonnen, zo verklaarden de verantwoordelijke wethouders in het Brabants Dagblad: “Stop ermee, we zien de noodzaak niet.” Er moet vooral “stevig worden ingezet op de energietransitie”. Wat dat precies betekent, werd niet duidelijk.

Het past in de trend van toenemend verzet van politiek en bestuur tegen aardgas. Tegen nieuwe, maar ook tegen bestaande winning. Waar het gas dan wél vandaan moet komen, vroeg ik aan de Brabantse gedeputeerde Van den Hout. Hij gaf het antwoord dat bestuurders vrijwel altijd op die vraag geven: we moeten over op duurzaam. Oftewel: hij gaf geen antwoord.

Ook in de Kamer is er verzet, zo bleek bij een debat over gaswinning bij Schiermonnikoog. Onnodig, vinden PVDA, GroenLinks en SP. Bovendien rijdt het de transitie in de wielen. Minister Wiebes zag het verband niet: “De vraag is niet of we sneller duurzaam kunnen worden, maar of we zelf willen winnen of gaan importeren.” That’s inderdaad the question.

Nederland wint steeds minder gas. Zo haalden we vorig jaar 35% minder op dan gemiddeld per jaar in de periode 2000-2009; het gebruik nam maar met 14% af. Het verschil tussen winning en gebruik wordt steeds kleiner waardoor ons land naar verwachting rond 2030 netto-importeur wordt, mogelijk eerder. Een ding is in ieder geval zeker: ‘van gas los’ zijn we dan nog lang niet.

Alle huizen in 2030 gasloos betekent vanaf nu dertien jaar lang iedere week meer dan 10.000 woningen op een andere bron aansluiten. En dan nog zijn we maar 25% van ons gebruik kwijt. 75% gaat naar bedrijven, industrie en gascentrales. Die laatste zullen eerder harder dan zachter gaan draaien als onze kolencentrales dichtgaan, zoals óók de bedoeling is.

Wat ‘stop met gaswinning’-bestuurders eigenlijk zeggen is: haal het maar uit Rusland. Dat zorgt voor een flink hogere broeikasgasuitstoot – ordegrootte 30% – maar, nou, jammer dan. Of klop bij de Noren aan. Kost een paar centen, heb je ook wat. Of haal vloeibaar schaliegas uit de VS. Alles best, als het maar niet uit mijn gemeente, mijn provincie, mijn land komt.

Dit afscheid van bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid – want dat is het – is het gevolg van de hetze tegen alles wat zelfs maar fossiel lijkt. Die maakt dat politici en bestuurders liever meehuilen met de wolven in het Grote Duurzame Sprookjesbos dan een reëel beeld van de transitie geven waarin fossiel nog lang nodig is – of we dat nu leuk vinden of niet.

Politici en bestuurders die de transitie écht een warm hart toedragen zijn ambitieus en zetten vol in op meer schone energie. Maar die draaien burgers geen rad voor ogen. Die vertellen het echte, eerlijke verhaal over een gestage, maar ook lastige, tijdrovende en kostbare overgang naar een duurzame energievoorziening. Die nemen, kortom, hun verantwoordelijkheid.