Direct naar inhoud

Een geopolitieke doorrekening van het Klimaatakkoord

Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 15 juni 2018

Het is genoegzaam bekend sinds ‘9/11’. Zowel ‘Groningen’ als de ‘MH17’ hebben op eigen wijze de punaise nog eens aangeduwd. Maar eigenlijk is het besef er al sinds de oliecrisis uit de vorige eeuw. Nederland is voor haar energiebehoefte zeer afhankelijk van het buitenland.

Dat hoeft niet erg te zijn. We gaan steeds meer energie uitwisselen met andere Europese partners zodat iedereen kan doen waar hij/zij goed in is. Gebruik makend van zon, wind, water en bodem. Netwerken koppelen, productie en distributiekosten omlaag brengen, een gezamenlijk stopcontact op de Noordzee. Europese samenwerking met meerwaarde voor overheden, burgers en bedrijven. Via transnationale infrastructuur en netwerken waarover duurzame energie wordt getransporteerd. Voorkomen dat de Duitse kolencentrales aangaan zodra de wind gaat liggen. We zijn er nog lang niet maar hier kun je aan werken. In redelijkheid over praten met Parijs als Leitmotiv. Slimme samenwerking met Europese partners op energiegebied mag hopelijk een voorbeeld worden van wat er in EU verband samen kan worden bereikt.

Maar waarom het businessmodel in stand blijven houden van landen die terrorisme en radicalisering sponsoren (olie uit het Midden Oosten)? Waarom de staatsinkomsten op peil houden van een land wat er niet voor terugdeinst Nederlandse burgers uit de lucht te schieten en daar staalhard over te liegen (gas uit Rusland)? Waarom onderhandelen over LNG met een land wiens regering handelsakkoorden en het klimaat aan zijn laars lapt (schaliegas uit de USA)? Daarbij, olie en gasafhankelijkheid halen niet het beste naar boven in de exporterende landen. Kijk daarvoor niet alleen naar Rusland en Saudi Arabië maar ook naar landen als Libië, Algerije, Qatar, Nigeria, Azerbeidzjan of Venezuela. Waarom slaan de mensen daar op de vlucht, willen ze naar Europa? Geen welvaart maar despotisme. Geen democratie maar corruptie. Niet in de laatste plaats in stand gehouden door (tussenpersonen van) westerse multinationals.

We zijn veel te afhankelijk in Nederland, in Europa, van olie- en gasimport om kritisch te kijken naar het systeem wat we zelf in belangrijke mate orkestreren. Rusland aansprakelijk stellen en tegelijk gascontracten afsluiten of deals maken over nieuwe pijperij? Een spagaat die zelfs onze MP te machtig kan worden. Een debat over ongewenste buitenlandse financiering van moskeeën? Dweilen met de kraan open zolang Rotterdam de draaischijf vormt voor olie. Onze eigen multinationals de maat nemen, wetend dat er concullega’s zijn die de contracten graag overnemen. Wat win je er echt mee?

Dit is geen naïef pleidooi om Nederland in een paar jaar tijd vol te leggen met zonnepanelen, de Noordzee ‘even’ vol te zetten met windmolens in de verwachting dat we het dan wel redden. Maar wel om de juiste keuzen te maken bij de miljarden die gaan worden ingezet- door bedrijven en overheden – om de Energietransitie vorm te geven. Systeemkeuzen die onze afhankelijkheid verminderen. Ook als ze wat duurder lijken.

Waarom dit pleidooi nu? De wetenschap dat energie behalve over CO2 ook over democratie en veiligheid gaat is niet of nauwelijks geland in de gesprekken over het nieuw af te sluiten Klimaatakkoord. De talloze tafels praten primair over duurzame technieken en ingeschatte terugverdientijden. De verdeling van lusten en lasten tussen publiek en privaat. Ed Nijpels trekt op een bewonderingswaardige manier de kar in dit poldermodel pur sang. We gaan afspraken maken over ambities en willen deze realiseren. Dus gaat het over miljarden investeringen in Wind op Zee, CCS, Elektrificatie van de industrie, “van het gas af”, waterstofinfrastructuur, een miljoen elektrische auto’s op de weg. Wat daar is gebeurd anno 2018 valt in het niet bij de opgave die nog tot stand moet worden gebracht. Laten we dan alsjeblieft niet volstaan met een doorrekening van kosten vs baten in polderperspectief.

Zet de investeringsagenda, en met name de keuzen die hierin gemaakt worden, tegelijk in het perspectief van de internationale politiek. Internationale veiligheid, het tegengaan van terreur, leveringszekerheid. Welke keuzen helpen ons om te zorgen dat het transitiepad Nederland en Europa ook onafhankelijker maakt van de oliedollars met de negatieve bijeffecten van dien? Welke keuzen helpen ons om in onze energiebehoefte te voorzien zonder economisch chantabel te zijn of gebonden aan deals met abjecte regimes? Moeten niet innovaties en uitrol van technieken die zowel CO2 uitstoot besparen als de afhankelijkheden anno 2030 verminderen, een streepje voor hebben?

Het zou goed zijn als denktanks zoals Instituut Clingendael of het Institute of Security and Global Affairs een geopolitieke doorrekening maken van het concept Klimaatakkoord deze zomer. Energie gaat over kosten en duurzaamheid, maar ook over industriepolitiek en veiligheid. Dat is nooit anders geweest, maar dit dreigt nu vreemd genoeg te worden vergeten. Dus grijp de Energietransitie aan om de juiste keuzen te maken voor een duurzamere en veiligere toekomst.

Jan-Coen van Elburg is werkzaam bij Rebel en schrijft deze column op persoonlijke titel.