Afgelopen dinsdagavond was ik te gast in Emmeloord, een eindje van huis. Ik was uitgenodigd bij een symposium van lokale ondernemers die afgelopen maanden een traject hebben gevolgd om beter in kaart te brengen wat zij al doen, maar vooral wat zij nog meer zouden moeten doen aan verduurzaming. Of ik een lezing wilde geven over de trends in de energietransitie. In pak ‘m beet een half uur, mét ruimte voor vragen.
Omdat ze mij lang van tevoren belden, heb ik ook lang de tijd gehad om na te denken over mijn slides. Te lang misschien. Tja, de trends. Weet-ik-veel! Mag je tijdens een lezing over de energietransitie beginnen met een slide over de situatie op de aardgasmarkt vandaag? Of is dat not done? Moet ik ook iets zeggen over (groene) waterstof? In de “provincies” landen kritiek en kanttekeningen bij waterstofambities vaak niet erg goed. Iets noemen over kernenergie? Tja, wat dan? Het zijn ondernemers, zij willen geen verhaal over 2035 en beyond, zij zoeken natuurlijk naar handvatten voor hun investeringen van de komende vijf à acht jaar.
Elk weekend heb ik weer een paar uur om aan mijn verhaal te werken, ik pluis door studies die wij voor verschillende klanten en markten hebben gedaan en geef de collega’s opdracht om de data te updaten. No way dat ik met bejaarde data uit eind 2021 daar ga staan. In 2010 kon je daar wel mee wegkomen maar met de huidige groei van meer dan 3 GW per jaar in je opgestelde zon-capaciteit kan dat niet meer, om maar een voorbeeld te noemen. Ik maak me vooral veel zorgen over het feit dat je in het publieke debat over de energietransitie gauw struikelt met een onvergeeflijke fout in eenheden of een rekenvraag die je niet uit je hoofd kan beantwoorden. Wie veel indrukwekkende grafieken en een zee aan data met zich meebrengt, overleeft dit soort avonden wel.
Ondanks de 900 kilometer file die ik op Teletekst had gezien, ben ik in een uurtje bij het theater. Dat is dan weer het voordeel van een lezing in de Noordoostpolder. Snel na de opening van het symposium word ik op het podium geroepen. Daar gaan wij dan. Eerst over aardgas; scenario’s voor als de oorlog voorbij is. Met het plaatje van Marien B waarop te zien is dat wij allang de gashub van Europa zijn met enorme stromen aardgas die vanuit vele bronnen Nederland inkomen en er weer uitgaan naar de omringende landen. Met steeds meer LNG-capaciteit en grote gasopslagen. Wat betekent dit voor aardgasprijzen? Wordt LNG prijszettend?
Dan gaan wij door naar duurzame energie. Want hoe makkelijk is het in tijden van crisis en onzekerheid rondom fossiel te roepen dat het allemaal harder zou moeten gaan met wind en zon. Ik laat ze zien waarom ik denk dat de groeidoelstellingen van Nederland (en eigenlijk Europa) vooral qua wind op zee echt niet hoger kunnen. In de KEV 2022 rekent PBL met een aandeel van duurzame elektriciteit van 85% in 2030. In 2021 was dat nog maar 74% en dat vonden wij allemaal al veel.
Ik snap wel erg goed dat je anders gaat denken als je net als ik op een vrije avonden met je hoofd tegen de muur bonkt over een lokaal windproject waarvan het erg de vraag is of je er ooit een vergunning of een positieve businesscase voor gaat krijgen. Ik laat de zaal zien hoe wij kampioen zijn in geïnstalleerde capaciteit zonnestroom. Nederland staat op nummer één in Europa (PV per inwoner). Toch best knap. Uiteraard komt dit met kanttekeningen, bijvoorbeeld over China dat nog steeds hoofdleverancier is, ondanks een wat afgenomen groei. En over de netbeheerders die puffen, kreunen en steunen.
Ik presenteer met trots ons nieuwe ‘merit order’-plaatje met coole animatie-effecten waarop iedereen “oh” en “aaah” roept. Of het marktmodel gefaald heeft. Nee, de marktmodel-ayatollah’s kunnen rustig doorademen: het heeft niet gefaald. Het levert alleen niet meer wat wij ervan moeten verwachten met 85% duurzame elektriciteit in de mix. Door naar de nieuwe samenwerkingsvormen: hoe windparken die graag inkomstenstabiliteit willen klanten met dezelfde wens tegemoet kunnen komen. Ik zie een paar ondernemers druk mee schrijven.
Dan door naar de nieuwe technologieën: wat te verwachten van batterijen, EV, warmtepompen. Met een analyse van de businesscase van hybride warmtepompen met prijzen van vóór de invasie en van rond de €1,89 per kubieke meter. Over terugverdientijden. Hup, warmteopslag er nog bijgepakt. Ik kijk rechts naar de dagvoorzitter en zie dat de tijd er bijna op zit.
Dan maar in vijf minuten de explosieve groei van batterijen met een nog rustige Nederlandse markt. De ruimte voor blauwe waterstof te midden van het beleid voor groen. De zoektocht tussen current density en druk voor nieuwe elektrolysers. Mijn favoriete plaatje met hoeveel huizen je kan verwarmen met 10 MW wind direct en via waterstof. De rol van H₂ in staal, methanol en hogetemperatuurprocessen. De ongelimiteerde vraag naar H₂ voor brandstoffen in lucht- en scheepsvaart.
En dan de impact van de hele transitie op de vraag naar (zeldzame) materialen. Nog tijd voor kernenergie? Dan een uitleg over de rol van financieringslasten in de eindprijs om het verhaal van subsidie even te debuggen. Ik kijk op van mijn blaadje na het applaus en beantwoord nog een handvol vragen. De voorzitter bedankt mij met een vegan hutspotmix met rodekoolsteak van een lokale boerderij (no shit, zo heten ze). Hoe veel leuker is dat dan de obligate bos bloemen!
Aan het einde van de symposium staan er wel zes mensen in de rij om mij een hand te geven. Allemaal vrouwen! Aan het einde van de rij staat een oudere dame met haar telefoon in de hand. Ze heeft aantekeningen lopen typen. “Ik ben geen expert”, zegt ze. “Maar waarom loopt de verdientijd van warmtepompen terug als aardgasprijzen hoog blijven en wij steeds meer duurzame energie krijgen, dat snapte ik niet.” Het duurt even voor dat bij mij het kwartje valt. De terugverdientijd! Die had ik niet goed uitgelegd. “Nu klopt ie weer, dank je.”
Met een kistje vol aardappelen en een rode kool loop ik vermoeid naar de garderobe om mijn jas te halen. Het is iets over half elf en ik ben sinds 5.00 uur op. Ik voel dat iemand aan mijn trui trekt en draai me om. Een chique vrouw met een glas wijn in een hand en mijn mouw in de andere roept “Daar ben je! Ik zoek al een half uur naar je”. De kist is zwaar en ik hoop dat er nu geen lange vragen gaan volgen, ik wil naar huis. “Had u een vraag?” “Nee meid, al die grafieken en data, het duizelde ons een beetje. Je hebt al die grafieken niet nodig hè, het ziet er natuurlijk indrukwekkend uit maar wat mij vooral bij zal blijven is je verhaal. Dit was glashelder. Één-nig”.
Ik weet nog niet of ik vegan stamppot met rodekoolsteak lust, maar ik vond het een geslaagde avond. Ik neem vooral mee dat ik vaker uit mijn eenheid-maffia bubbel moet stappen. De mensen erbuiten zijn niet geboeid of het een procentje meer of minder is. Zij willen snappen hoe het zit.