De overheid heeft in het kader van het plafond op energieprijzen het afgelopen jaar vooralsnog €4,7 mrd uitgekeerd. Hiervan ging €4 mrd naar energieleveranciers voor het plafond op de prijzen van elektriciteit en gas voor huishoudens en €704 mln naar gebruikers van blokaansluitingen voor verwarming. Dit meldt minister Jetten in de vierde en laatste voortgangsrapportage energieplafond.
Het is de laatste voortgangsrapportage omdat de regeling stopt per 31 december van dit jaar. Ook al heeft de Europese Raad vorige week besloten de noodmaatregel nog een jaar toe te staan, het demissionaire kabinet heeft eerder al aangegeven dat het niet nogmaals dezelfde route wil volgen. Zo is de maatregel lastig uit te voeren en daarmee belastend voor uitvoeringsinstanties. Mocht de nood aan de man komen door prijzen die plots de pan uitrijzen, dan is een generieke uitkering met een vast bedrag de makkelijkst door te voeren maatregel, aldus demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) in oktober, precies zoals het kabinet eind 2022 deed. Huishoudens met een laag inkomen kunnen in de tussentijd terecht bij het Tijdelijk Noodfonds Energie, waarvoor demissionair minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, CU) eerder deze maand de criteria verruimde.
Minister Jetten ziet voorlopig echter geen nieuwe noodtoestand in beeld komen. De gemiddelde gasprijs van de afgelopen twee maanden ligt op de groothandelsmarkt (TTF) 65% lager dan in dezelfde periode in 2022, aldus Jetten in zijn voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer afgelopen vrijdag. Eerder deze maand maakte de Autoriteit Consument & Markt (ACM) al bekend dat het percentage huishoudens met een contract met tarieven onder het prijsplafond per november is gestegen naar 92,9%.
Uitgaven
Voor uitvoering van het prijsplafond hadden energiebedrijven per 4 december van dit jaar in totaal €3.859 mln aan voorschot aangevraagd. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) had als uitvoerder van de regeling €3.682 mln toegekend. Het voorschot dat elke leverancier in 2023 ontvangt, baseert de RVO op een inschatting van de hoeveelheid elektriciteit en gas die hij levert voor een bedrag hoger dan het prijsplafond. Uiterlijk medio 2025 komt er een berekening van de definitieve bedragen op basis van eindafrekeningen. Van genoemde totaalbedragen kwamen aanvragen door warmteleveranciers in totaal uit op €376 mln, dat de RVO vrijwel geheel heeft uitbetaald.
Eén leverancier blijft in gebreke
Bij één energieleverancier blijkt de situatie rommelig te blijven en zijn voorschotbetalingen wederom opgeschort. Jetten schreef hierover al in zijn tweede voortgangsreportage, waarin hij constateerde dat de cijfers van dat niet nader genoemde bedrijf “significant” afweken van het dalende patroon in de markt. In zijn derde rapportage van afgelopen september meldde de minister dat de situatie was verbeterd en opschorting ongedaan was gemaakt.
De RVO is nu wederom tot de conclusie gekomen dat het bedrijf in gebreke blijft. Bij het gemiddelde energiebedrijf zijn consumententarieven gedaald omdat ook groothandelsprijzen daalden. Bij dit bedrijf blijkt dit anders te zijn dan de trend. Voor de overheid wordt het problematisch als een energiebedrijf zonder goede redenen prijzen blijft rekenen die boven het prijsplafond liggen en die dus in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van de staat. Dat zou uiteindelijk neer kunnen komen op oneigenlijke subsidiëring van het bedrijf door de belastingbetaler.
Hoe het ook zij, de aanvullende informatie die de RVO van het bewuste bedrijf kreeg, waren voor de organisatie voldoende om tot de conclusie te komen “dat een voortzetting van de subsidieverlening aan de betreffende leverancier zou leiden tot het uitbetalen van een te hoog subsidievoorschot”, aldus Jetten. “Bij het vormgeven van het prijsplafond is als harde eis opgenomen dat de subsidie volledig ten goede komt aan het verminderen van de energierekening van Nederlandse huishoudens”, schrijft de minister. “Ik vind het daarom van groot belang om met de nu beschikbare kennis te handelen om te voorkomen dat er later alsnog geld moet worden teruggevorderd.” Het resultaat is dus dat het bedrijf in kwestie geen voorschot meer krijgt uitbetaald over de maanden oktober, november en december. In totaal gaat dit om een bedrag van circa €5,7 mln. In de tussentijd mag deze leverancier bij zijn klanten geen hogere tarieven in rekening brengen dan de prijsplafondtarieven. De leverancier heeft tot dusver geen bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Blokaansluitingen
De tweede regeling waar Jetten verslag van doet is de Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen, die in april van start ging om ook huishoudens zonder eigen meterkast tegemoet te komen. In de periode van 25 april tot 1 november zijn er in totaal 34.769 aanvragen bij de Belastingdienst (de uitvoerder van deze regeling) binnengekomen, aldus Jetten. De aanvragen hadden betrekking op 648.000 wooneenheden die afhankelijk zijn van een groepsverwarming. Dit aantal komt naar inschatting van de overheid overeen met 93% tot 97% van de doelgroep van ergens tussen de 667.00 en 700.000 huishoudens. Deze schattingen zijn echter gedaan op basis van onvolledige informatie, aldus Jetten. “Het feitelijke bereik van de regeling kan daardoor hoger, maar ook lager zijn.”
De geschatte uitgaven die deze regeling met zich meebrengt komen nu uit op €704 mln, waar de overheid eerder nog rekening hield met €862 mln.