De nieuwe coalitiepartijen VVD, PVV, NSC en BBB willen dat energieleveranciers geen terugleverkosten meer in rekening brengen bij kleinverbruikers, maar pas zodra salderen is afgeschaft. Dat bleek donderdag bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel voor de Energiewet. Eerder die dag leek NSC-Kamerlid Wytske Postma die stap nu al te willen zetten, maar haar amendement is veel minder vergaand dan wat zij in de media suggereerde.
Bij een groot aantal Kamerfracties overheerste donderdag tijdens de plenaire behandeling van de Energiewet verwarring en verontwaardiging over de plannen van de nieuwe coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB met betrekking tot de salderingsregeling en terugleverkosten. Verontwaardiging was er over het voornemen om salderen in één klap rücksichtslos af te schaffen in 2027, zonder geleidelijk afbouwpad, nadat drie van de vier partijen in de Eerste Kamer een geleidelijke afbouw juist hadden geblokkeerd. En verwarring was er over een voorstel om een einde te maken aan negatieve terugleververgoedingen, dat aanvankelijk werd gepresenteerd als een verbod op terugleverkosten.
Amendement-Postma
De verwarring had betrekking op een amendement van NSC-Kamerlid Wytske Postma, mede-ondertekend door de nieuwe coalitiepartners VVD, PVV en BBB. Met het amendement wil Postma in de Energiewet vastleggen dat “de redelijke vergoeding voor hernieuwbare elektriciteit niet [kan] worden vastgesteld op een negatief bedrag”, zo luidt de letterlijke tekst van de voorgestelde wetsbepaling.
In berichtgeving in diverse media werd donderdag, al dan niet bewust, door Postma gesuggereerd dat hiermee een einde zou komen aan de extra kosten die energieleveranciers de laatste tijd in rekening zijn gaan brengen bij zonnepaneeleigenaren. De leveranciers doen dit om kosten die veroorzaakt worden door klanten met zonnepanelen ook aan die groep klanten door te berekenen, in plaats van over alle klanten te verdelen. De extra heffing kan een verhoging van het maandelijkse vastrecht zijn of een tarief per teruggeleverde kWh.
Terugleververgoeding vs terugleverheffing
Het amendement-Postma gaat echter helemaal niet over die terugleverkosten of -heffingen, werd tijdens het debat duidelijk, maar over de redelijke terugleververgoeding die leveranciers moeten betalen aan zonnepaneeleigenaren voor het surplus aan teruggeleverde stroom. Dat is een vergoeding per kWh, die uitbetaald wordt over teruggeleverde stroom ná saldering. Dus alleen kleinverbruikers die op jaarbasis meer terugleveren dan ze verbruiken, hebben hiermee te maken.
Voor de meeste klanten is dit bovendien een vaste vergoeding, alleen voor klanten met een dynamisch contract kan dit tarief op momenten dat sprake is van negatieve prijzen, betekenen dat ze moeten bijbetalen. Na afschaffing van salderen wordt de terugleververgoeding wel van groter belang voor alle zonnepaneelbezitters. Dan krijgen kleinverbruikers voor alle teruggeleverde zonnestroom alleen nog een vergoeding, in plaats van dat ze deze stroom kunnen wegstrepen tegen van het net afgenomen elektriciteit.
“Er lopen termen door elkaar in de pers”, erkende mede-ondertekenaar Silvio Erkens (VVD). “Er zijn terugleverheffingen, die betalen huishoudens met zonnepanelen om kosten die samenhangen met salderen niet af te wentelen op niet-zonnepaneelbezitters. En er zijn terugleververgoedingen, de prijs per kWh die een energieleverancier betaalt voor teruggeleverde elektriciteit. Het amendement ziet erop dat die laatste niet negatief wordt.” Een vergelijkbaar amendement nam de Tweede Kamer overigens eerder al aan bij het wetsvoorstel voor geleidelijke afbouw van de salderingsregeling, maar dat werd in de Eerste Kamer tegengehouden.
Geconfronteerd met de ontstane verwarring, leek hoofdindiener Wytske Postma (NSC) zich van geen kwaad bewust. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Suzanne Kröger noemde het “heel kwalijk” dat Postma in de media had gesuggereerd dat zij met haar amendement een einde zou maken aan terugleverboetes. “Dat blijkt feitelijk niet waar te zijn”, constateerde Kröger. “Dan draai je mensen een rad voor ogen.” Ook CDA’er Henri Bontenbal verweet Postma verwarring te zaaien. “Er staat groot in de krant dat de Kamer voor de terugleverkosten gaat liggen. Maar dat is niet wat er gebeurt, niet wat NSC in dit amendement regelt. De terugleverkosten blijven gewoon staan en daar heeft u geen voorstel voor.”
Om de verwarring nog iets groter te maken, kwam SP-Kamerlid Sandra Beckerman vervolgens wél met een amendement waarin zij precies dat wil regelen wat het NSC-amendement niet bleek te regelen: het verbieden van heffingen op basis van teruglevering. In haar amendement verwoordt Beckerman dat als volgt: “Prijzen en voorwaarden mogen geen onderscheid inhouden tussen huishoudelijk eindafnemers op grond van het al dan niet invoeden van hernieuwbare elektriciteit op het systeem.” Met andere woorden, een leverancier zou dan geen kosten in rekening mogen brengen bij zonnepaneeleigenaren als die niet ook in rekening gebracht worden bij andere klanten. Geen van de fracties van de nieuwe coalitiepartijen wilde toezeggen dit amendement te steunen.
Toch willen de partijen die onlangs het hoofdlijnenakkoord presenteerden wel degelijk dat ook terugleverkosten uiteindelijk verdwijnen, maar zij koppelen dit aan de afschaffing van de salderingsregeling. “Dat gaat wat mij betreft wel samen”, aldus Erkens, die hiervoor een motie indiende. In die motie vraagt hij de regering om “zodra de salderingsregeling is afgebouwd ervoor te zorgen dat er dan ook per direct wordt gestopt met het in rekening
brengen van de terugleverkosten en andere heffingen voor zonnepanelen”. Deze oproep kon wel op brede steun rekenen: naast de nieuwe coalitiefracties hebben ook CDA, SGP en ChristenUnie de motie ondertekend.
Jetten ontraadt voorstel Postma en Beckerman
Het amendement om de terugleververgoeding niet negatief te laten worden, heeft door de mede-ondertekenaars ook al een meerderheid in de Kamer, maar werd wel ontraden door demissionair minister Jetten. Hij wees erop dat een verbod op een negatieve terugleververgoeding de prikkel wegneemt om stroom zo veel mogelijk zelf te verbruiken, en juist een prikkel geeft om te blijven produceren op het moment dat er al een overschot aan groene stroom is. Daarnaast wees Jetten erop dat leveranciers vrij zijn in het doorberekenen van kosten aan eindverbruikers, zolang dat maar transparant en navolgbaar is.
Ook het amendement van Beckerman, om energieleveranciers te verbieden terugleverkosten via een extra heffing door te berekenen aan zonnepaneeleigenaren, zag Jetten niet zitten: “Leveranciers zijn vrij om kosten door te berekenen, en volgens de ACM zijn de kosten die nu in rekening worden gebracht ook redelijk. Ik begrijp het amendement wel in het licht van de hier gevoerde discussie, maar moet het toch ontraden.”
Jetten vond bovendien dat discussie over de verhouding tussen het afschaffen van salderen enerzijds en de verschillende vergoedingen en heffingen anderzijds beter op een later moment uitgebreider gevoerd kan worden, dan nu snel in de Energiewet iets te regelen. “Klanten met zonnepanelen brengen kosten met zich mee, deels door salderen maar deels ook door onbalanskosten en dergelijke. Het is logischer om deze discussie te hervatten als duidelijk is onder welke voorwaarden een nieuw kabinet de salderingsregeling gaat afschaffen”, aldus Jetten. “Het lijkt mij verstandig als het volgende kabinet dit snel ter hand neemt, zodat consumenten kunnen uitrekenen wat hun terugverdientijd wordt.”
CDA-Kamerlid Bontenbal – pleitbezorger van een motiequotum in de Tweede Kamer – was het daarmee eens en vond het onderwerp belangrijk genoeg om zijn tweede motie van 2024 in te dienen. In die motie roept hij de (nieuwe) regering op om een nieuw wetsvoorstel over de afschaffing van salderen uiterlijk bij het Belastingplan 2025 naar de Kamer te sturen. Dat belastingplan voor het komende jaar wordt op Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, gepubliceerd. “Er is sinds 2013 al gedoe over salderen. Je kunt consumenten en de installatiesector niet zo lang in onzekerheid laten”, zo lichtte Bontenbal zijn oproep toe.
Afschaffing salderen
Het debat over de Energiewet werd door een aantal fracties dan ook aangegrepen om de nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB het vuur na aan de schenen te leggen over hun voornemen uit het hoofdlijnenakkoord om de salderingsregeling per 2027 in een keer af te schaffen. Een dergelijke abrupte stop stond in geen van de verkiezingsprogramma’s van de vier partijen, zei D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk, en drie van de vier partijen hadden in de Eerste Kamer juist tegen het voorstel gestemd om de salderingsregeling af te bouwen. Dus wat was er in hemelsnaam gebeurd aan de onderhandelingstafel dat dit in het akkoord was beland, wilde Rooderkerk weten.
Opvallend was dat elk van de nieuwe coalitiepartijen een ander antwoord op deze vraag had. Voor VVD’er Erkens is het in één keer afschaffen van de salderingsregeling vooral een keuze voor duidelijkheid. “Wij waren voor geleidelijke afbouw, maar de Eerste Kamer niet. Sindsdien hebben leveranciers allemaal terugleverheffingen geïntroduceerd, en is het voor huishoudens totaal onduidelijk geworden waar ze aan toe zijn. Met een afbouwpad en die heffingen wordt het alleen maar onduidelijker, dus wij willen nu helderheid over wanneer salderen wordt afgeschaft, en helderheid over het regime daarna.”
Namens NSC kon Postma helemaal niet zeggen waarom haar partij het een goed idee vond om salderen in één klap af te schaffen, en niet met een afbouwpad. “Daar kan ik in alle eerlijkheid geen antwoord op geven, ik was niet bij die besprekingen”, zo verklaarde ze. PVV-Kamerlid Kops liet dan weer doorschemeren dat de afschaffing van salderen voor zijn partij niet gehoeven had: “Je haalt wat binnen, je verliest wat. Er staan ook fantastische dingen in het akkoord.”
En volgens BBB-energiewoordvoerder Vermeer was het snel afschaffen van salderen dan weer een onwenselijke, maar noodzakelijke bezuinigingsmaatregel: “Het is eigenlijk heel simpel, we moesten bij allerlei voorstellen op zoek naar dekking. We hebben gekozen voor deze maatregel, ook omdat na het besluit in de Eerste Kamer energieleveranciers boetes gingen rekenen voor zonnepaneelbezitters. Het is een pijnlijke bezuiniging, ik kan het niet anders noemen”, aldus Vermeer.
De verklaringen konden op weinig sympathie rekenen bij de nieuwe oppositie. Pieter Grinwis (ChristenUnie) sprak van een “platte bezuiniging” en Kröger (GroenLinks-PvdA) wees erop dat het ineens stoppen van salderen als bezuiniging inderdaad veel oplevert, juist omdat “het in één keer mensen heel erg raakt”. Via een motie hoopt Rooderkerk (D66) alsnog een Kamermeerderheid te vinden voor “een zorgvuldig en meerjarig afbouwpad” van de salderingsregeling.
De Tweede Kamer stemt, vanwege de grote hoeveelheid ingediende amendementen en moties, niet aanstaande dinsdag over het wetsvoorstel voor de Energiewet, maar een week later, op dinsdag 4 juni. Dan worden ook alle amendementen en moties in stemming gebracht.