Zaterdagmiddag, bijna 17:00 uur. Iemand raakt mijn arm en ik draai me om. Het is Safyia¹, een Somalische dame die ik vaak bij evenementen tegenkom die georganiseerd worden in de wijk waar ik als programmamanager warmtetransitie actief ben. Ze heeft altijd een aanstekelijke lach en staat vaak pannenkoeken te bakken op de inductiekookplaat die wij neerzetten zodat mensen ervaring op kunnen doen met koken zonder aardgas. “Blijf je nog even? Ik heb iets voor je”, fluistert ze me toe. Het is feest in de wijk en ik ben er sinds de lunch en voel me eigenlijk niet heel lekker vandaag. Ik heb met heel wat mensen gekletst en nu wil ik naar huis, waar de kinderen op mij wachten. Ik knik dat ik nog even blijf en begin in de tussentijd mijn spullen te verzamelen. Even later komt ze terug met een bevroren plastic bak: “Het is voor je dochter, deze heb ik voor haar gemaakt”.
Safyia huurt een flat in een appartementencomplex dat ‘aardgasvrij-ready’ wordt gemaakt. De leidingen zijn ondertussen vervangen, het glas verdubbeld en de echte koudebruggen aangepakt. Ze kookt tegenwoordig op inductie en over iets meer dan een jaar zal de warmte in haar woning niet meer van de blokverwarmingsketel beneden komen maar via een afleverset van het warmtenet afkomstig zijn. Ze heeft over het voorstel moeten nadenken, zonder misschien alle implicaties goed te overzien. Ze kreeg een informatieboekje met hoe warmtetarieven werken en wat er in haar woning aan ingrepen zouden worden gedaan, bezocht een modelwoning om een beeld te vormen en vele bewonersavonden waar ze zag hoe men afgewisseld boos, angstig en emotioneel werd over de plannen voor de wijk.
Ze ontdekte ons spreekuur bij het buurthuis waar ze met vriendinnen, buurvrouwen, oudere tantes en andere moeders kwam ontbijten. Vaak hielp ze mij als tolk. Samen hebben wij eerst de stijgende gasprijzen uitgelegd toen de herfst amper was begonnen, toen vroeg ze mij en mijn collega’s om met de energie-app van de leverancier haar vriendinnen te helpen. Samen hebben wij met de zoons van heel wat oudere dames gebeld omdat die voor hun moeders ooit een account hadden aangemaakt. Wat was daar ook alweer het wachtwoord van? Ze zwaaide met ledlampen en radiatorfolie om anderen die de taal niet machtig zijn te overtuigen zich op te geven voor het bezoek van het gratis fixteam van de gemeente.
Ze lachte mij uit toen ik begon over een bewonersavond over vleermuizen en gierzwaluwen. Daar had zij geen last van, legde ze uit. We moesten van haar iets doen aan al die duiven en meeuwen. En zo bleven onze paden elkaar kruisen. Zo dus ook laatst bij de Iftar waar mijn dochter die mee was (en vegetariër is) de hele avond heeft zitten smikkelen van de kiploempia’s die de Somalische vrouwen hadden meegebracht.
Thuis viel deze week een brief op de mat. Van mijn eigen gemeente. Dat mijn wijk een van de eerste in Utrecht zal zijn om van het aardgas af te gaan. De gekozen oplossing is een warmtenet, zo stond er in de brief, maar de bron is nog niet bekend: een warmteleiding van een grote leverancier of een lokaal initiatief op aquathermie.
De brief werd snel onderwerp van gesprek op social media maar ook bij de supermarkt. Wat ik ervan vond? Of wij nou verplicht worden? Of een warmtepomp niet een beter idee was geweest? Hoe warmtetarieven tot stand komen en hoe het kan dat een gemeente een warmtenet gedeeltelijk op biomassa überhaupt overweegt? De boosheid, angst en emoties zijn hier ook voelbaar. Wij weten wat wij hebben en vrezen wat wij krijgen. Het is menselijk, en als ik het vanuit de bril bekijk van iemand buiten de sector is de warmtetransitie vooralsnog vooral gedoe. Waarvan het Rijk jarenlang nut en noodzaak heeft verzwegen en waar de tegenstrijdigheden zich op elkaar stapelen. En dit allemaal middenin de pijnlijke geboorte van de nieuwe warmtewet, waar op voorhand niemand meer zin in heeft.
Omdat ik in mijn project ongeveer drie jaar voorsprong heb op wat er in mijn woonwijk staat te gebeuren, heb ik wel medelijden met de programmamanager die binnenkort hier een eerste bewonersavond moet gaan organiseren. Misschien ga ik er wel heen, om maar het gezicht in de zaal te zijn waar hij/zij op terug kan vallen, als de emoties te hoog oplopen. Ik zal dan rust en vertrouwen uitstralen.
Zaterdag reed ik dus iets later dan gepland van het feestje terug naar huis. Na een teleurstellende week, vol gedoe, complexiteiten, tegenvallers en frustraties. In mijn werk is dit iets waar je aan moet wennen. Maar deze keer reed ik naar huis met de loempia’s van Safyia op de bijrijdersstoel. Gemaakt voor mijn gezin, in haar vrije tijd en in haar keuken. Het is dat ik niet kan koken, maar mijn hoop is dat er in mijn wijk iemand is die over een jaar of drie, bij de buurtbarbecue, de programmamanager iets lekkers komt brengen.
¹ Naam veranderd omwille van haar privacy.
Uit de hoek gaat met zomervakantie tot 28 augustus.