In het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord zal er meer gestuurd worden op de betaalbaarheid van de maatregelen dan nu het geval is. Dat zegt minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD). “De energietransitie is even alle hens aan dek, maar in de toekomst moet het leven wel leuk blijven.”
Deze vrijdag stuurde Wiebes een brief naar Tweede Kamer met daarin zijn plannen voor de opvolger van het lopende Energieakkoord. Op dit moment worden vijf overlegtafels (opwek, industrie, gebouwde omgeving, landbouw en transport) ingericht die zich vanaf februari richten op het bedenken van maatregelen die samen moeten leiden tot het grote doel van het kabinet: 49% CO2-reductie in 2030. Rond de zomer ligt er dan een concreet werkprogramma. Een nog te benoemen technisch voorzitter -niet zijnde Wiebes zelf- zal de coördinatie tussen de tafels verzorgen.
Betaalbaarheid
Tijdens een toelichting op de brief aan de pers benadrukte Wiebes het grote belang dat hij hecht aan de betaalbaarheid van de te kiezen maatregelen. De overlegtafels krijgen alle doelen en randvoorwaarden opgelegd, die ertoe moeten leiden dat er voor de meest kosteneffectieve maatregelen wordt gekozen. Wie met een voorstel komt, moet kunnen aantonen dat dit haalbaar en betaalbaar is.
“Ik ben op tonnenjacht”
Minister Eric Wiebes
“Het gaat om veel geld”, zegt Wiebes. “En op een of andere manier landt de rekening altijd bij de belastingbetaler of de eindgebruiker. Ik ga er dus heel streng op zijn, dat wordt gekozen voor de meest efficiente route. Als de kosten te hoog zijn, haakt iedere Nederlander af. De energietransitie is even alle hens aan dek, maar in de toekomst moet het leven wel leuk blijven.” Zonder het met zo veel woorden te zeggen, liet de bewindspersoon doorschemeren dat hij het een gemis vindt dat er bij het lopende Energieakkoord weinig afspraken zijn gemaakt over financiën en het toezicht daarop.
€300 mln
De zogenoemde ‘kostenefficiente uitrol’ van maatregelen is een van de drie pijlers waarop het nieuwe akkoord straks wordt gebouwd. De twee andere fundamenten zijn ‘pilotprojecten’ en ‘innovatietrajecten’. In het regeerakkoord is afgesproken dat er tussen 2018 en 2030 jaarlijks €300 mln beschikbaar is voor experimenten en projecten die bijdragen aan de CO2-reductiedoelstelling; dit geld wil Wiebes gebruiken voor het Klimaat- en Energieakkoord. De komende weken zal worden bekeken hoe komend jaar het gereserveerde budget het beste kan worden ingezet.
Wiebes benadrukte nogmaals dat de in het regeerakkoord opgenomen lijst met CO2-reductie per sector niet in beton is gegoten. Wie met een goedkoper alternatief komt, heeft sowieso zijn zegen. “Ik ben op tonnenjacht. Het doel van 49% is niet onderhandelbaar, ook niet wat we over kolencentrales hebben afgesproken. Maar betere voorstellen zijn altijd bespreekbaar.” De afgelopen weken is langzaam duidelijk geworden dat met name het doel voor CO2-afvang en -opslag lastig ligt; maar weinig partijen achten dat haalbaar.
SER slechts ‘faciliterend’
Mede als gevolg van de door Wiebes gewenste sturing zal de totstandkoming en uitvoering van het nieuwe akkoord verschillen van de manier waarop tot nu toe wordt gewerkt. Zo zal de SER enkel nog een “faciliterende rol” krijgen. Hoe dat precies ingevuld gaat worden, en of Nijpels daar opnieuw betrokken bij zal zijn, moet nog blijken. Overigens benadrukt Wiebes dat de bestaande afspraken hoe dan ook moeten worden uitgevoerd.
Het Klimaat- en Energieakkoord is niet het enige instrument dat het kabinet inzet om de CO2-uitstoot terug te dringen; er komt ook nog een Klimaatwet aan. Op dit moment verkent Wiebes de mogelijkheden om hier een “breedgedragen” initiatief van te maken. In het eerste kwartaal van komend jaar zal hij daarover naar buiten treden. Ten slotte werkt Wiebes samen met Binnenlandse Zaken aan een bestuursakkoord met gemeenten en provincies over dit onderwerp.