Het kabinet wil samen met Tennet onderzoek doen naar een kunstmatig eiland bij windenergiegebied IJmuiden Ver om de 4 GW aan windparken die daar gepland zijn te kunnen aansluiten. Als zo’n eiland er komt, is dat voor Tennet een eerste concrete stap naar een groter offshore-windeiland bij de Doggersbank.
In de dinsdag gepubliceerde routekaart Windenergie op zee 2030 schetst minister Wiebes de verdere ontwikkeling van windparken op zee in de periode van 2024 tot en met 2030. Het plan is om in deze periode jaarlijks 1 GW aan nieuw vermogen te bouwen, dus in totaal 7 GW. De nieuw te ontwikkelen gebieden zijn Hollandse Kust (west) met 1,4 GW vermogen, IJmuiden Ver (4 GW) en ‘Ten noorden van de Waddeneilanden’ (0,7 GW). Volgens de routekaart zal het kabinet “op een later tijdstip” een besluit nemen over de 0,9 GW die dan nog mist om tot 7 GW te komen.
(tekst gaat verder na de afbeelding)

De gebieden Hollandse Kust (west) en Ten noorden van de Waddeneilanden wil Tennet op dezelfde wijze gaan aansluiten als de vijf windparken die tot 2023 worden gebouwd. Dat wil zeggen: met een 700 MW transformatorplatform op zee, waarvandaan 220 kV wisselspanningskabels naar land lopen. Hollandse Kust (west) wil Tennet zoveel mogelijk gecombineerd met het huidige project Hollandse Kust (noord) voorbereiden “met het oog op verdere kostenreductie en beperking van het ruimtebeslag”. Concreet komt dit er volgens Tennet-woordvoerder Eefje van Gorp op neer dat de vergunningen voor Hollandse Kust west en noord gezamenlijk worden aangevraagd, dat de kabels op zee hetzelfde tracé volgen en dat deels dezelfde landaansluiting wordt gebruikt.
IJmuiden Ver
Voor het gebied IJmuiden Ver is de huidige manier van aansluiten niet meer geschikt. De afstand en het grote vermogen dat daar gebouwd moet worden, vragen om “een nieuw aansluitconcept” stelt Wiebes. In ieder geval komt gelijkstroom in zicht als beste manier van aansluiten. “Door de afstand kom je niet meer weg met wisselstroom” zegt Tennet-woordvoerder Eefje van Gorp. De gelijkstroomkabels zouden een vermogen moeten krijgen tussen de 1.200 en 2.000 MW, stelt Tennet.
Ook op land vragen de volumes die vanuit IJmuiden Ver worden aangevoerd om nieuwe methodes. Volgens de routekaart kan nog ongeveer 2,1 GW aan windenergievermogen vanaf de Noordzee worden aangesloten op het landelijke hoogspanningsnet in de buurt van de kust. Bij meer aanvoer van elektriciteit vanaf de Noordzee, wordt de kans op congestie groot. Voor de 4 GW die vanuit IJmuiden Ver moet worden aangesloten, is het daarom te verwachten dat gekeken wordt naar aansluitlocaties die verder landinwaarts liggen -dat dit nodig zal zijn, werd vorige maand al aangekondigd door Tennet-CEO Mel Kroon.
Daarnaast wil Wiebes “nader onderzoek” laten verrichten naar de mogelijkheid om bij IJmuiden Ver een kunstmatig eiland aan te leggen waarop gelijkstroomomvormers en transformatoren geplaatst kunnen worden -dit zou bij het benodigde vermogen van minimaal 4 GW goedkoper kunnen zijn dan zulke grote platforms op zee te bouwen. Bijkomend voordeel zou zijn dat zo’n eiland gebruikt kan worden voor onderhoud aan de windparken. Het relatief kleine eiland in of bij IJmuiden Ver kan ook belangrijke kennis opleveren voor een groter eiland verder op zee, zoals het eerder door Tennet voorgestelde eiland op de Doggersbank als een centrale hub in de Noordzee.
Volgens Van Gorp is nog nader onderzoek nodig om vast te stellen tegen welke kosten een eiland bij IJmuiden Ver gebouwd zou kunnen worden, bij hoeveel GW het goedkoper zou zijn dan transformatoren op zee en of eventuele meerkosten van een eiland opwegen tegen andere, toekomstige voordelen, zoals de mogelijkheid om het eiland te koppelen aan een ‘windconnector’ richting Engeland. Ook de technische haalbaarheid is volgens haar nog onderwerp van verdere studie. De verwachting is dat in het najaar een besluit wordt genomen over het wel of niet in gang zetten van een vergunningprocedure voor een eiland, schrijft Wiebes.
Tot slot is het volgens Wiebes in het geval van IJmuiden Ver ook zinvol om te kijken naar “niet-elektrische opties”, waaronder het omzetten van de elektriciteit in waterstof. Die omzetting zou bijvoorbeeld ook op het eiland kunnen plaatsvinden. Wel laat de minister doorschemeren dat IJmuiden Ver voor deze optie wellicht al te snel komt: “Gezien de tender in 2023 […] is de kans groot dat de niet-elektrische optie dan nog te weinig massa heeft om als alternatief te dienen.”
Subsidie of via tarieven?
De aansluitingen voor de huidige generatie windparken -Borssele, Hollands Kust (zuid) en Hollandse Kust (noord)- worden betaald via een rechtstreekse subsidie aan Tennet, die wordt bekostigd uit de Opslag Duurzame Energie (ODE). Of dit voor de toekomstige aansluitingen zo blijft, is wat Wiebes betreft geen uitgemaakte zaak. Bij de herziening van de huidige Elektriciteits- en Gaswet, en mogelijke samenvoeging van deze twee in een nieuwe Energiewet, wil hij “onderzoeken op welke wijze de bekostiging van het net op zee wordt voortgezet”, schrijft de minister. Tennet heeft geen voorkeur voor een specifieke wijze van bekostiging, laat Van Gorp desgevraagd weten.
Naar 2 GW per jaar?
In reactie op de routekaart heeft Greenpeace deze dinsdag laten weten tijdens de onderhandelingen voor het nieuwe Energie- en klimaatakkoord in te zullen zetten op een hoger tempo: 2 GW in plaats van 1 GW per jaar. Om het Parijsakkoord te halen, moet het tempo volgens de actiegroep “dubbel zo hoog”. “Het is zaak nu gelijk te gaan zoeken naar nieuwe locaties, waar net als bij de nu gepresenteerde plekken geen onoverkomelijke schade voorde natuur te verwachten valt”, aldus campagneleider klimaat en energie Joris Wijnhoven.
Voor Tennet is het aansluiten van twee keer zoveel vermogen niet bij voorbaat onmogelijk, zegt Van Gorp tegen Energeia: “Het wordt absoluut een uitdaging, maar wij gaan niet roepen dat het niet kan. We houden er in ieder geval rekening mee dat dit verder besproken wordt tijdens de onderhandelingen voor het klimaatakkoord en dat de uitkomst kan zijn dat er meer capaciteit per jaar gebouwd gaat worden.”
De bottleneck zal in dat geval eerder aan de verbruikerskant zitten dan bij de netaansluiting, verwacht Van Gorp. Om zoveel extra duurzame elektriciteit te kunnen verwerken, zou bijvoorbeeld de elektrificatie van de industrie in hoog tempo moeten worden doorgevoerd. Ook Wiebes stipt dit aan in zijn brief: op korte termijn meer capaciteit op zee is volgens hem alleen zinvol als “overaanbod van elektriciteit kan worden voorkomen”; overaanbod kan leiden tot lagere prijzen en daarmee tot minder rendabele windparken.